De belangen van de visserij moeten zwaarder dan tot nu toe meewegen bij de ontwikkeling van nieuwe activiteiten op de Noordzee. Dat zei staatssecretaris van Visserij Jean Rummenie vrijdag in Scheveningen tijdens een kennismakingsbezoek aan de sector.
In de kombuis van de OD-1 ”Maarten-Jacob” staan de broodjes haring op tafel. Visserijbestuurders Durk van Tuinen, Jacob van Urk en Gert Jan Wiegman schuiven op om ruimte te maken voor Rummenie. Schipper Jan de Boer, die de nieuwe bewindsman een rondleiding heeft gegeven, ziet het helemaal zitten. „Volgende week krijgen we de puls terug”, roept hij enthousiast.
De anderen lachen als een boer met kiespijn: eerst zien, dan geloven. Het Europese verbod uit 2019 op pulsen (elektrisch vissen) ligt hen nog zwaar op de maag. De duurzame vistuigen liggen te verroesten op de wal. Een gunstig rapport van de Wageningse universiteit deed een paar maanden geleden de hoop weer oplaaien. Maar Frankrijk, dat destijds met succes de Nederlandse vinding aan de kaak stelde, plaatste meteen een vraagteken bij de onafhankelijkheid.
Rummenie blijkt goed op de hoogte. „De Fransen hebben een schandalige lobby gevoerd, maar wij hadden onze hand overspeeld”, zegt hij. Hij doelt op de vele vergunningen, ruim tachtig, die het toenmalige kabinet had afgegeven, zonder goede afstemming met andere EU-lidstaten.
Te laat
Intussen is de Nederlandse vissersvloot fors gesaneerd. Meer dan vijftig Noordzeekotters zijn met subsidie uit de vaart genomen. Tijdens een gesprekje met journalisten gaat Rummenie in op de vraag of het niet te laat is om weer aan de puls te gaan trekken. „Het is nooit te laat”, zegt de bewindsman. „Ik ga mijn uiterste best doen om pulsvissen weer mogelijk te maken.”
Het is niet het enige lastige dossier dat hij op zijn bordje heeft. Ook de traditionele boomkor, waar Nederlandse tongvissers nu weer mee werken, ligt onder vuur. De winnaar van de Britse verkiezingen, Labour, wil bodemberoerende visserij in natuurgebieden verbieden. Verder is er regelmatig gedoe tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk en Noorwegen over vangstrechten.
Oud-diplomaat Rummenie heeft jarenlange ervaring met internationale onderhandelingen. De leider van zijn partij BBB, Caroline van der Plas, vindt dat Nederland vaker met de vuist op tafel moet slaan. Rummenie heeft daar niet zoveel mee. „Het is belangrijk bondgenoten te vinden en zo tot afspraken te komen. De vuist komt pas als laatste.”
Natuur
In de kombuis dringen de visserijbestuurders aan op behoud van visgebied op de Noordzee. Rummenie vindt dat de belangen van de vissers tot nu toe onvoldoende hebben meegewogen bij de ruimtelijke inrichting. „Visserij, windenergie en natuur, de een moet niet onderdoen voor de ander.” Plannen voor windparken zijn wat hem betreft niet heilig. „Lopende trajecten moeten we kunnen ombuigen.”
„Bij het vorige kabinet heerste er een beetje een klimaatgekte” - Jean Rummenie, staatssecretaris van Visserij
Bovendien moet goed gekeken worden naar de impact van windmolens op de natuur, want ook dat is volgens de staatssecretaris de afgelopen jaren niet gebeurd. „Bij het vorige kabinet heerste er een beetje een klimaatgekte”, zegt hij. Volgens Rummenie is steeds meer duidelijk dat windmolens schadelijke effecten hebben.
Anton Dekker is vlootmanager van rederij Jaczon, eigenaar van de in Ouddorp geregistreerde OD-1. Tijdens de rondleiding vertelt hij over het ongeluk in 2005, toen een opgeviste bom in het visruim implodeerde. Drie vissers kwamen om het leven. Het schip werd later aan Jaczon verkocht.
„U hebt een gevaarlijk beroep”, zegt Rummenie tegen de huidige schipper Jan de Boer. Die antwoordt: „Jawel, maar ook een mooi beroep.”
