Garnalenvisserij lijdt miljoenenverlies in 2023
Miljoenenverliezen teisterden in het afgelopen jaar de Nederlandse zeevisserij. In de garnalenvisserij was het verlies met 8 miljoen euro het grootst, terwijl in 2022 nog een winst van 5,5 miljoen werd genoteerd.
Dat meldt Wageningen University & Research (WUR) vrijdag in de jaarcijfers van de Nederlandse visserij. In totaal leed de kottervisserij in 2023 niet minder dan 3,1 miljoen euro verlies, tegen 3,7 miljoen euro winst in het jaar daarvoor. Garnalenvissers spanden daarbij de kroon: zij leden 8 miljoen euro verlies. In 2022 bedroeg hun winst nog 5,5 miljoen euro.
In totaal zorgde de kottervisserij voor de aanvoer van 34 miljoen kilo vis en schaaldieren. Dat is ruim een derde (39 procent) minder dan in 2022, toen de visserij nog 48 miljoen kilo binnenbracht. Het aantal actieve vaartuigen liep terug van 261 naar 216. Dat komt vooral doordat in de afgelopen twee jaar de kottervisserij is gesaneerd en 45 kotters uit de vaart zijn gehaald. De vloot bestaat nog uit 150 actieve garnalenkotters, 42 boomkor- en twinrigkotters (platvis en Noorse kreeft) en 24 zogeheten flyshootkotters (inkvis en mul).
Mede door de afgenomen inzet op zee kon de visserij de quota van enkele belangrijke doelsoorten niet benutten. Van schol werd 31 procent minder gevangen, van tong 27 procent.
De grote zeevisserijvloot bleef met acht trawlers (schepen met trechtervormige netten) in omvang gelijk aan die in 2022. Wel was de inzet op zee 14 procent minder dan in 2022. De opbrengst van de vis viel 11 procent lager uit en kwam uit op 97 miljoen euro, maar ook de kosten waren lager. De belangrijkste aangevoerde vissoorten waren blauwe wijting (85 miljoen kilo) en haring (74 miljoen kilo).
Iets winstgevender dan het voorgaande jaar was de mosselkweek in 2023: 5 miljoen euro tegen ongeveer 3 miljoen euro in 2022. Daar bleef het aantal vaartuigen gelijk, net zoals in de oesterkweek.
Onvoorspelbaarheid
De sanering van de kottervloot –besloten vanwege de negatieve gevolgen voor vissers van de uittreding van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie– zet de aanvoer van verse vis uit de Noordzee verder onder druk. De onvoorspelbaarheid maakt visverwerkende bedrijven en groothandels afhankelijker van import uit het buitenland. Vis in de schappen van de supermarkt wordt daardoor duurder. Het risico bestaat dat de aandacht in Nederland te veel uitgaat naar verduurzaming en het behoud van de visserijvloot, terwijl het behoud van de visverwerkende sector geen aandacht krijgt, signaleren de onderzoekers.