Waarom ds. Huijser en ds. De Groot regelmatig bij de ‘buren’ preken
Met de regelmaat van de kalender komt het voor: predikanten die voorgaan in een ander kerkverband, zonder dat dit in de kerkorde is geregeld. Wat drijft hen en hoe ligt dat, bezien vanuit het kerkrecht?
Een tikje gevoelig ligt het wel, beseft ds. A.T. Huijser, maar hij wil er toch best wat over kwijt. De predikant van de gereformeerde gemeente (gg) te Rijssen-Noord gaat regelmatig voor in weekdiensten in kerken van de Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland (OGGiN) of Gereformeerde Gemeenten in Nederland (GGiN). „Ik word ervoor gevraagd, soms door een comité van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS), soms door de kerkenraad zelf, die dan een collecte houdt voor bijvoorbeeld Stichting Adullam. Vóór de dienst moet ik weleens vragen waarvoor het ook alweer was. Het vlaggetje maakt voor mij niet uit.”
Voorgaan in dergelijke diensten is toegestaan, mits het geen officiële kerkdienst is. De GG-synode sprak in 2016 uit dat aan het begin van dergelijke ‘diensten’ geen zegengroet mag worden uitgesproken. Lange tijd hield ds. Huijser zich daaraan, inmiddels niet meer. En dat is een principiële kwestie voor hem. „Als er sprake is van een kerkdienst onder leiding van een kerkenraad, kan ik er vanuit de Bijbel geen bezwaar in zien om de zegen in de Naam des Heeren uit te spreken.”
Het is niet zo dat ds. Huijser door elders voor te gaan kerkmuren geforceerd wil doorbreken. „Wel raakt het me hoeveel verbondenheid ik in die diensten rondom het Woord ervaar.”
De kerkelijke verdeeldheid gaat de Rijssense predikant namelijk aan het hart. „Ik vrees dat de Heere Zijn hand onder ons zo stilhoudt vanwege de verdeeldheid. We bidden voor eenheid, maar zelfs een gezamenlijke samenkomst van verootmoediging, zoals ds. G. Hoogerland ooit voorstelde , is nog een brug te ver. Daarom ben ik dankbaar voor elke gelegenheid die mij geboden wordt om voor te gaan in een ggiN of een oggiN.”
Waarom juist die twee kerkverbanden? „Omdat daar voor de GG, als je terugkijkt in de kerkgeschiedenis, de eerste roeping ligt wat betreft kerkelijke eenheid. Wat zou erop tegen zijn om, om te beginnen, doordeweeks de kansels voor elkaars predikanten open te stellen, waarbij ieder vrij is wel of niet mee te doen? Feitelijk zou je dan goedkeuren wat nu incidenteel al gebeurt.”
„Ik wil niet de randjes opzoeken” - Ds. M.T. Al-Chalabi, predikant gg Hilversum
Loyaal
Soms preekt ds. Huijser in een dienst voor Stichting Bethlehem, een zendingsorganisatie van de GGiN. Valt hij daarmee niet zijn ‘eigen’ Zending Gereformeerde Gemeenten (ZGG) af? „Ik sta van harte achter het werk van ZGG, maar ik ben ook blij met het werk van Bethlehem. Mij is wel verweten dat ik niet loyaal zou zijn aan mijn eigen kerkverband door elders voor te gaan, maar dat vind ik geen geestelijke manier van denken. Ik heb de GG hartelijk lief.”
Enkele keren per jaar gaat ds. Huijser voor in De Til in Giessenburg, waar een niet kerkelijk gebonden comité elke dinsdagavond een dienst belegt. „Ik tref daar enkele honderden mensen aan, onder wie veel jongeren. Het valt me elke keer op dat ik daar het Woord kwijt kan. Alsof de Heere er Zijn goedkeuring aan geeft dat kerkmuren daar geen rol spelen.”
Ds. M.T. Al-Chalabi , predikant van de gg in Hilversum, gaat eveneens weleens voor in De Til, in GBS-diensten en in diensten voor bijvoorbeeld Stichting Bethlehem. „Ik vind het mooi dat dit mogelijk is in een tijd van veel verdeeldheid”, aldus de predikant, die zelf onkerkelijk opgroeide en daardoor niet zo veel met kerkelijke grenzen heeft. „Dergelijke diensten bevorderen eenheid op een ongedwongen manier. En er wordt ook nog eens een goed doel mee gesteund.”
Het is de bedoeling dat deze diensten plaatsvinden „met inachtname van het geldende kerkrecht”, aldus ds. Al-Chalabi. „Ik wil niet de randjes opzoeken.” Hoewel, hij spreekt in De Til wel de zegengroet uit. „Maar ik vraag me nu hardop af of dat zou mogen.” Overigens is hij over het voorgaan in De Til even positief als zijn Rijssense ambtsbroeder. „Het is letterlijk een til. Er zijn veel jonge mensen. Als er ergens ongeforceerd mensen bij elkaar worden gebracht, is het daar wel.”
„Hoe eerder de PKN en de HHK weer samenkomen, hoe liever” - Ds. J.C. de Groot, emeritus predikant in de PKN
Scheuring
Ook ds. J.C. de Groot uit Dordrecht, emeritus predikant in de Protestantse Kerk in Nederland (PKN), preekt vaak bij de ‘buren’: een à twee keer per maand gaat hij op zondag in een hersteld hervormde gemeente (hhg) voor. „Al sinds de scheuring van 2004 preek ik in de hhg van Soest, eerst op bid- en dankdagen en later ook op zondagen. Het voorgaan in die plaats dateert al van vóór 2004 en ds. R. van Kooten, die in Soest stond, hield dat aan toen hij na 2004 hersteld hervormd werd.”
Verder preekt ds. De Groot in nog ongeveer vijf andere hhg’s, waaronder die te Den Helder. Daar kwam hij al toen dat nog een op zichzelf staande oud gereformeerde gemeente was, waar ouderling M. Dankers hem op de preekstoel vroeg. „Toen de gemeente een hhg werd, ben ik blijven komen.”
Kritiek in de hhg’s waar hij komt, merkt hij nooit. „Men waardeert het juist.” Dat de kerkelijke leiding van de HHK (Hersteld Hervormde Kerk) wat minder blij is met PKN-predikanten die in hun kerkverband voorgaan, vindt hij „jammer. Het zal te maken hebben met de scheuring. Maar ik vind het mooi om over de muur van 2004 te klimmen. Hoe eerder we weer samenkomen, hoe liever.”
Volgens ordinantie 6 van de kerkorde van de HHK mogen in deze kerk alleen bevoegde voorgangers voorgaan, zegt ds. P.D. van den Boogaard, predikant van de hhg te Poederoijen en Loevestein en kenner van het kerkrecht. Bevoegd zijn bijvoorbeeld predikanten en kandidaten uit de eigen kerk, maar ook predikanten uit de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK). De generale synoden van de HHK en de CGK gaven namelijk zo’n twaalf jaar geleden elkaars voorgangers de volle rechten op de eigen kansels.
Ds. Van den Boogaard kan „wel meevoelen” in de gedachte dat kanselruil kerkelijke eenheid ongedwongen bevordert. Tegelijk zijn regels er niet voor niets, zegt hij. „In lijn met de kerk van de Reformatie stellen wij hoge eisen aan de opleiding van predikanten en aan de belijdenis van voorgangers. Het zou bijzonder zijn als er dan een achterdeurtje is waardoor iemand op een hersteld hervormde kansel kan staan. Zorgvuldigheid is belangrijk, anders maak je al brokstukken voor je met de ander tot eenheid kunt komen.”
„Woordverkondiging moet gebeuren door een wettige dienaar des Woord, onder leiding van een wettige kerkenraad” - Ds. P. Mulder, predikant gg Leiderdorp
Driedorp
Dit betekent dat PKN-predikanten formeel niet bevoegd zijn om in de HHK voor te gaan. „Dat geldt overigens ook andersom . In de praktijk ligt dat nu niet meer zo scherp als in 2004. Over en weer wordt de pijn van de gebrokenheid ervaren. Maar als iemand bezwaar maakt, leidt dit wel tot een kerkrechtelijke uitspraak”, aldus de predikant.
De kerkorde van de HHK werpt geen belemmering op voor haar eigen predikanten om voor te gaan in andere kerkverbanden, omdat elke kerk over haar eigen toelatingsbeleid gaat. Er is één uitzondering: een HHK-predikant mag geen ambtelijk werk verrichten op het grondgebied van een andere hhg. Die regel, zegt ds. Van den Boogaard, is al zo oud als de Dordtse Kerkorde (DKO) van 1619. Als zo’n hhg echter geen bezwaar indient, kan een dergelijke preekbeurt ongehinderd doorgaan. Dat maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat prof. dr. W.J. op ’t Hof, hersteld hervormde predikant, bijna wekelijks voorgaat in de vrije hervormde gemeente te Driedorp, een gemeente op het grondgebied van de hhg Nijkerk. Die gemeente maakt hiertegen echter geen bezwaar.
Dat er regels zijn voor wie er op de kansel mag voorgaan, geldt, net als in andere kerken, ook in de GG, aldus ds. P. Mulder, predikant van de gg in Leiderdorp en voorzitter van het deputaatschap kerkrecht in dat kerkverband. „Volgens de Dordtse Kerkorde laat de classis mensen toe tot het ambt van predikant. Dat zijn binnen de GG in principe mensen die aan onze Theologische School zijn opgeleid.”
Diensten buiten een kerkenraad om passen niet bij de Bijbelse lijnen van de DKO, vindt de predikant. „Het is niet goed wanneer een groep mensen zelf een bijeenkomst belegt en een dominee uitnodigt. Je moet in de ambtelijke weg Gods Woord horen, vooral in de eigen gemeente.”
Ds. Kersten
Over de vraag of een GG-predikant elders mag voorgaan, doet de DKO volgens ds. Mulder niet direct uitspraak, maar dat komt omdat de DKO is opgesteld in een tijd dat er nog geen verschillende kerkverbanden waren. „Bekend is dat ds. G.H. Kersten groot bezwaar had tegen het voorgaan in andere kerkverbanden en niet-ambtelijke bijeenkomsten.”
Ds. Mulder benadrukt dat GBS- of SGP-diensten geen officiële diensten zijn, omdat ze niet onder leiding van een kerkenraad staan. „Laat zo’n bijeenkomst gaan over het werk van die organisatie: over de verspreiding van de Bijbel of over maatschappelijke onderwerpen. Maar Woordverkondiging moet gebeuren door een wettige dienaar des Woords, onder leiding van een wettig gekozen kerkenraad.”
Kan ‘illegale’ kanselruil wellicht op informele wijze kerkelijke eenheid bevorderen? „Broederlijke omgang vind ik zeker belangrijk”, antwoordt ds. Mulder daarop. „Maar we moeten kerkelijke eenheid wel zoeken op een kerkelijke, ambtelijke wijze. Daarbij is de leiding van de Heere onmisbaar. Hij moet Zijn Kerk vergaderen, rondom Zijn Woord, door Zijn Geest.”
Mocht het feit dat GG-predikanten voorgaan op kansels van andere kerkverbanden een uiting zijn van hun verlangen naar het wederzijds openstellen van kansels, dan zou ds. Mulder hun aanraden de kerkelijke weg te bewandelen: via de classis naar de synode. „Maar een besluit tot de mogelijkheid van kanselruil tussen twee kerkverbanden moet wel wederzijds zijn. Het zou groot zijn als hierin, onder leiding van de Heere, goede stappen gezet mogen worden.”
„In een seculiere stad als Den Haag moet je elkaar versterken” - Ds. W.L. van der Staaij, predikant cgk Scheveningen