Laurie Mazereeuw zou op een warme zomerdag in 2018 de hond van een kennis uitlaten, maar reed frontaal op een vrachtwagen. Voor haar ouders blijft het gemis. „De rouw gaat altijd, ons hele leven, mee.”
Twee jonge mensen lieten afgelopen weken kort na elkaar het leven na een verkeersongeluk in de gemeente Barneveld. De een 16 jaar, de ander 17 jaar. Dave (54) en Betty (53) Mazereeuw uit Urk weten helaas maar al te goed wat zo’n verlies betekent voor ouders. Hun eigen dochter Laurie, toen 19, kwam bijna 6 jaar geleden om bij een verkeersongeluk. In het huis hangen foto’s van haar: een jonge vrouw met donkere krullen en een brede lach.
„Het gebeurde op 2 augustus 2018, een heel warme zomerdag, ’s middags om een uur of halfdrie”, vertelt Betty langzaam, met gedempte stem. „Even buiten Urk. Frontale botsing met een vrachtwagen. Ze was eigenlijk op slag dood.”
Hoe het ongeluk kon gebeuren, is voor het echtpaar nog altijd niet duidelijk. Op de een of andere manier belandde Laurie op de verkeerde weghelft. De tegenliggende vrachtwagen heeft meerdere malen getoeterd, vertelde een omwonende later. Waarom reageerde hun dochter daar niet op? Werd ze onwel door de hitte? Voor de ouders blijft het een raadsel.
„Er reden op Urk twee blauwe Kevers rond. Je denkt altijd: het zal die andere wel zijn.” - Dave Mazereeuw, vader van verongelukte Laurie
Roekeloos rijden deed Laurie niet, weten ze wel. „Ze zou die dag de hond van de buurvrouw van mijn schoonmoeder uitlaten. Die had ze zelfs op de achterbank in de gordel gedaan, moet je nagaan”, zegt Dave. Een reconstructie door de politie wees uit dat Laurie niet te hard reed toen het ongeluk gebeurde. Ook was ze niet bezig met haar mobiel, want die lag achterin in haar tas.
Volkswagen Kever
Dave was voor zijn werk in Brabant toen hij een fotootje doorgestuurd kreeg van een Urker zakenrelatie, zegt hij. „Daarop lag een blauwe Volkswagen Kever half in de sloot. Gaat het goed met je, heb je een ongeluk gehad?, vroeg die kennis. Wij hadden namelijk een blauwe Kever als tweede auto. Maar ik reed daar op dat moment niet in, dus ik stelde hem gerust.”
Zelfs dan gaat Dave er nog niet van uit dat er iets met Laurie aan de hand is. „Er reden op Urk twee blauwe Kevers rond. Je denkt altijd: het zal die andere wel zijn.”
Hij begint echter wel zijn vrouw en andere familieleden te bellen. Na tientallen pogingen wordt er opgenomen. Maar het is niet Betty die oppakt, maar de wijkagent. Die vertelt hem direct naar Urk te komen. „Ik ben toen loeihard gaan rijden, maar ik had nog wel de gedachte: ik moet niet laten gebeuren dat andere mensen vandaag dezelfde boodschap krijgen als ik.”
Grote ellende
Betty is dan zelf al naar de Domineesweg, waar het ongeluk plaatsvond, gegaan. „Zeg me alsjeblieft dat het niet waar is”, zegt ze tegen de agent, die ze kent. „Maar hij zei alleen maar: „Kom maar even mee.” Vanaf dat moment was het één grote ellende. Ik weet niet meer wat ik gedaan heb, wat ik gezegd heb. Want toen wist ik al dat het verkeerd was.”
„Nog heel lang heb ik gedacht dat het niet waar was” - Betty Mazereeuw, moeder van verongelukte Laurie
Van het ene op het andere moment belanden Dave en Betty en hun zoon Julian in een nachtmerrie. Hun lieve Laurie –„iedereen zegt dat zijn dochter lief is, maar Laurie was écht lief”– is er niet meer. Je kind verliezen is het allerergste wat een mens kan overkomen, zeggen beiden.
Wel doet alle steun goed. Dave wijst naar de grote glazen pui aan de achterkant van het huis. „Het hing hier helemaal vol met kaartjes, je kon niet meer naar buiten kijken. Mensen brachten pannen soep, grote schalen met vis. Ze deden de boodschappen voor ons, baden voor ons, leefden mee.” Betty: „Daarin is Urk groots.”
Naderhand voelt het verlies onwerkelijk, zegt Betty. „Nog heel lang heb ik gedacht dat het niet waar was. Dat dit niet mijn leven was. Ik begreep gewoon niet dat mijn dochter er van het ene op het andere moment niet meer was. In je hoofd kan dat eigenlijk niet. Ook nu nog niet, nu we bijna zes jaar verder zijn. Het blijft onwerkelijk.” „Een meemaakzaak”, noemt Dave het. „Je begrijpt het pas als je het zelf meemaakt. Het is onbeschrijflijk.”
De wereld om hen heen draait door, merken Dave en Betty na het overlijden van Laurie. Betty: „Voor ons was het net of het leven geen zin meer had. Ik vond niets meer belangrijk. Niets interesseerde me meer.” Dat ze na verloop van tijd toch weer eruit gaat voor boodschappen, weer een weekendje weggaat en het werk in haar pedicuresalon weer oppakt, is te danken aan de mensen om haar heen, zegt Betty. „Zij hebben me als het ware het leven weer in geduwd.”
De waaromvraag blijft voor het echtpaar. Dave: „Soms ben je opstandig, een andere keer kun je je beter neerleggen bij wat er is gebeurd.” Een gesprekje dat Laurie vlak voor haar overlijden had met haar vriend geeft Betty veel troost, zegt ze. „Precies een maand eerder verongelukte er ook een jongen op Urk, ook 19 jaar. Toen Laurie met haar vriend langs het rouwcentrum reed, zei hij tegen haar: „Dat kan dus ook gebeuren.” Toen zei ze tegen hem: „Gelukkig mogen wij weten waar we dan komen.” Dat was een belijdenis, zonder dat ze het ooit beseft heeft. Dat was een hele troost.”