Schepping is wonderlijk wetmatig, dus wetenschapper is goddelijk beroep
Voor veel mensen is wiskunde giskunde en algebra abracadabra. Dat is jammer. Ze missen daardoor niet alleen rekenvaardigheid maar ook inzicht in de schepping. Die blijkt van nature heel wiskundig samengesteld te zijn.
Dingen gebeuren niet zomaar grillig maar volgens vaste regels. Wie niet mathematisch leert denken, is vatbaar voor magische gedachtespinsels en ervaart de wereld dan als een bedreigende chaos. Net zoals primitieve volken angstig naar bijzondere hemelverschijnselen kijken en bijgelovig duistere krachten toekennen aan dode dingen of levende wezens. Het is een van de meest bevrijdende inzichten van de Bijbelse levensovertuiging dat de werkelijkheid wetmatig geordend is. Dat geeft perspectief om weloverwogen te wandelen en doelbewust te handelen.
Die scheppingsvisie is vooral na de Reformatie praktisch uitgewerkt. Bekende voorbeelden daarbij zijn protestanten als Isaac Newton en later ook James Clerk Maxwell. Newton is bekend geworden door zijn zwaartekrachtformules. Die bevorderden niet alleen de astronomische kennis maar ook de laag-bij-de-grondse landbouwmechanisatie. De combinatie van natuurkundige experimenten met wiskundige logica en technische toepassing bleek zeer vruchtbaar. Het is een wonder dat met de van rekenmethoden en meetkunde afgeleide symboliek zo precies allerlei natuurverschijnselen zijn weer te geven en dat de werking ervan nauwkeurig in cijfers te presenteren is. Maxwell slaagde erin om de raadselachtige resultaten van proeven met onzichtbare elektriciteit en magnetisme in enkele basiswetten vast te leggen. Albert Einstein, afkomstig uit een ook op Bijbelse wetten georiënteerde, Joodse cultuur, fundeerde op die Maxwellformules zijn beroemde relativiteitstheorie. Ware wetenschap formuleert wetten knap.
Nieuw gevonden kennis verandert het wereldbeeld. Eerder onbegrepen verschijnselen die als bovennatuurlijk werden gezien, bleken dat toch niet. Metafysica (het bovennatuurlijke) wordt zo steeds meer fysica (natuurwetenschap). De dondergod Donar is vandaag nog in naam aanwezig maar niemand gelooft er meer in. Uit de schepping afgeleide afgoden zijn niet bestand tegen wetenschapsvermeerdering. Alleen een God die Schepper is blijft onaantastbaar. Een ”wetenschap zonder gaten”, een compleet verklarend logisch model voor de waarneembare werkelijkheid, kunnen we natuurlijk niet realiseren, maar het zou wel het ultieme godsbewijs zijn.
Creationisme en intelligent design leiden onbedoeld tot het tegendeel: God insluiten in een gebrekkig model als hulpmiddel om dat model toch werkend te krijgen, is ten diepste blasfemisch. Het methodisch atheïsme bij wetenschapsbeoefening is principieel juist: God past niet in onze formules. We kunnen wel op Hem rekenen maar niet met Hem rekenen.
Christenen doen er dus goed aan om de schepping verder te onderzoeken. Meer kennis biedt de mogelijkheid om de natuur beter te beheren en om bij een groeiend aantal mensen en afnemende reserves de leefbaarheid zo goed mogelijk te houden. Van materie en energie weten we inmiddels veel, over informatie en leven is minder duidelijk. De schepping levert steeds nieuwe onderzoeksvragen. Naast oude: ook de Bijbel vermeldt gebeurtenissen die strijdig met natuurwetten lijken te zijn. Dan noemen we het wonderen. We zeggen dan dat God de door Hem geschapen wetmatigheden doorbreekt. Maar in plaats van Hem tegenstrijdig gedrag toe te dichten, kunnen we beter erkennen dat wij blijkbaar kennis missen. We zien het maar doorgronden ’t niet. Ons nu nog onbekende scheppingswetten zullen inzicht kunnen geven in hoe informatie dode materie tot leven brengt en hoe bewustzijn de grenzen van de driedimensionale ruimte en tijd kan overstijgen. Universeel geldende formules beperken God niet maar tonen juist Zijn almacht. Wij mogen voor God spelen: niet door te doen alsof we god zijn, maar onder Zijn toezicht Hem nadoen. Net als kinderen met legoblokjes eerst een toren bouwen en daarna steeds technischer met motortjes en batterijtjes en computertjes erbij kunstmensjes maken. En dan ook wiskunde ontdekken. Zo herhaalt de ontwikkelingsgang van de mensheid zich steeds in elke nieuwe generatie, telkens verder. We blijven ons verwonderen.
De auteur is adviserend ingenieur.