Het is cruciaal om aandacht te hebben voor geloofsworstelingen
„Niemand keek naar mij om, iedereen draaide z’n hoofd om en ik bestond niet meer voor hen. Dat raakte me zo. Ik dacht: is dit de kerk? Toen hoefde het niet meer van me, het hele geloof niet en God ook niet. En later maakte het me ook heel boos. Ik werd ook boos op God. Waarom, Heere? vroeg ik me af. Houdt het dan nooit op?”
Geloofsworstelingen komen veel voor. Sommige onderzoeken geven aan dat tot wel 70 procent van de mensen onrust, conflicten of angst ervaren bij bepaalde aspecten van geloof en levensovertuiging. Deze worstelingen kunnen met God of de duivel te maken hebben, maar ook op interpersoonlijk vlak bestaan. Denk aan negatieve ervaringen met de kerk of conflicten over geloof tussen mensen. Er zijn ook morele worstelingen: mensen kunnen zich bijvoorbeeld intens schuldig voelen omdat ze bepaalde regels overtreden hebben. Andere worstelingen hebben te maken met twijfel of een gebrek aan zin en betekenis in het leven.
Veel onderzoek naar geloofsworstelingen is gedaan onder studenten en onder de algemene bevolking. Mensen met een diagnose voor mentale problemen bleven lange tijd buiten beeld. Dr. Joke van Nieuw Amerongen-Meeuse heeft daarom patiënten geïnterviewd die waren opgenomen in een ggz-instelling. Ze ontdekte allereerst dat de kern van de ”spiritual struggles” __ van deze mensen in de gevoelens ligt: de aanwezigheid van negatieve gevoelens als eenzaamheid, schaamte en wantrouwen en de afwezigheid van positieve gevoelens als hoop, blijdschap en vrede. De worstelingen hadden ook wel te maken met geloofsovertuigingen of twijfels, maar speelden zich primair af op gevoelsniveau. Dat is belangrijk om te weten, want dat betekent dat het bij geloofsworstelingen niet in de eerste plaats gaat om een ”struggle” in je denken of om een fundamentele vraag waarop je een rationeel antwoord wilt krijgen. Geloofsworstelingen kunnen weliswaar samengaan met of leiden tot een zoektocht naar zin en betekenis, maar zijn meer dan dat: ze hebben vooral te maken met diepe psychologische behoeften en verlangens, zoals het verlangen gezien en gekend te zijn, erbij te horen of controle te ervaren. Het uitwisselen van argumenten of het willen overtuigen van wat waar is, helpt daarom zelden verder.
De levensbeschouwelijke achtergrond is van invloed op de ervaren worstelingen, evenals psychische problemen en andere levensgebeurtenissen. Het type problematiek lijkt hierbij samen te hangen met de inhoud van de worstelingen . Psychotische patiënten vertelden bijvoorbeeld over prachtige of angstaanjagende religieuze ervaringen, maar ook over worstelingen rond wantrouwen, onzekerheid en existentieel verlies. „Ik vertrouwde de verpleegkundigen niet”, zei iemand. „Ik dacht dat ze helpers van de duivel waren.” Patiënten met borderline worstelden met existentiële uitputting en ervoeren boosheid naar God en anderen.
Hoe verhouden geloofsworstelingen en mentale gezondheid zich tot elkaar? Sommige mensen zeggen geloofsworstelingen te ervaren als gevolg van hun psychische problemen. Omdat ze bijvoorbeeld angstig zijn of omdat ze een bepaalde diagnose krijgen, ontstaan er geloofsworstelingen. Anderen zien dat precies andersom: hun worstelingen leiden tot psychische klachten. Er zijn zelfs mensen die zeggen: mijn geloof ís mijn probleem.
Empirisch onderzoek ondersteunt de verschillende visies. Geloofsworstelingen gaan vaak samen met meer depressieve symptomen, meer angst en meer suïcidale gedachten. Volgens verschillende studies zijn geloofsworstelingen voorspellend voor een toename in depressieve klachten en een ongunstiger verloop van een depressie. Vooral worstelingen rond de ultieme zin van het leven voorspellen een slechtere mentale gezondheid en een toename van de genoemde klachten. Tegelijk weten we nog heel veel niet, daarom willen we de komende jaren meer onderzoek doen naar dit thema. Recent is het eerste onlineonderzoek gestart onder een brede doelgroep (ja, doet u vooral mee via de link onder aan deze column!).
Voor pastoraat en hulpverlening is het cruciaal om aandacht te hebben voor geloofsworstelingen en ernaar te vragen. Mensen schamen zich vaak en beginnen er niet uit zichzelf over. Echter, als je erover kunt praten, kan dit ertoe leiden dat deze worstelingen minder hevig worden, waardoor psychische klachten ook kunnen afnemen en het mentale welbevinden verbetert.
De auteur is rector van het Kennisinstituut christelijke ggz (Kicg), onderdeel van Eleos en De Hoop ggz, en hoogleraar klinische godsdienstpsychologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam.