In de media wordt veel geschreven over de zetelrace van de ChristenUnie en de SGP, die beide voor het eerst zelfstandig meedoen. Laten we geen stemmen bij elkaar wegroven, maar alles op alles zetten om mensen naar de stembus te krijgen voor christelijke politiek. Want in deze woelige tijd is het een voorrecht dat het christelijk geluid op verschillende manieren tegenover de seculiere meerderheid mag klinken.

Deze Europese verkiezingen zijn een belangrijk keuzemoment voor ons land. Veel regelgeving komt in Brussel tot stand en tijdens crises wordt intensief samengewerkt tussen lidstaten. Dat zagen we tijdens de financiële crisis, de coronapandemie en nu opnieuw bij de oorlog in Oekraïne. Op 6 juni kiezen we onze vertegenwoordigers in het Europees Parlement. Een invloedrijk orgaan dat beslist over wetgeving en EU-geld.

Eigen geluid

De christelijke waarden in Europa staan onder druk. Europa is ooit gestart als vredesproject en heeft vele jaren van vrede, vrijheid en welvaart gebracht. Veel grondleggers van de EU, zoals Robert Schuman en Konrad Adenauer, waren toegewijde christenen. Maar van de christelijke wortels is niet veel meer over. Zo wil bijvoorbeeld een meerderheid van het Europees Parlement dat het onderwijs in de EU neutraal wordt.

Daarom is christelijke politiek cruciaal. De overtuiging dat ieder mens van waarde is, leidt namelijk tot solidariteit en tolerantie. Niet alleen voor de eigen groep, maar voor alle mensen. Op die manier met elkaar samenleven zorgt voor duurzame vrede, vrijheid en welvaart. En juist nu deze waarden onder druk staan, moeten we onze stem laten horen. Doen we dat niet, dan zou dit geluid wel eens kunnen verdwijnen. Voor de ChristenUnie is de inzet helder: voor een christelijk geluid in Europa en voor vrijheid, voor jou en de ander.

De traditionele christelijke drie (CDA, ChristenUnie en SGP) nemen deel aan deze verkiezingen. De ChristenUnie en de SGP doen voor het eerst zelfstandig mee. Ze kijken verschillend aan tegen het belang van Europese samenwerking. Maar ze dragen óók dezelfde christelijke waarden uit en vinden elkaar op talloze terreinen, zoals geloofsvrijheid, normen en waarden en de rol van het gezin als hoeksteen van de samenleving.

Verschil

Voor beide partijen is een zetel binnen handbereik. Het beeld dat ontstaat uit een eerder artikel in het RD van 18 mei (” onzeker of SGP én CU een zetel in Brussel halen ”) deel ik dan ook niet. In de peiling van 13 mei staan beide partijen namelijk op één zetel. Dat zouden er ook nog meer kunnen worden, als we ons richten op het naar de stembus krijgen van onze achterbannen. Dat is beter dan strijden om de mensen die al van plan zijn te stemmen.

Als we vele christenen naar de stembus krijgen, moet dat meer dan genoeg zijn voor beide partijen om sterk in Europa te blijven staan. De gemiddelde opkomst bij de Europese verkiezingen is sinds 1999 altijd onder de 50 procent geweest. Christelijk Nederland kan dus het verschil maken, door verantwoordelijkheid te nemen en een stem uit te brengen op 6 juni. Ik moedig eenieder van harte aan om dat te doen en ook anderen aan te moedigen.

We moeten ons niet laten verleiden tot een onderlinge strijd. Want anders dan soms wordt voorgespiegeld, trekken we aan hetzelfde eind van het touw. Samen staan we op tegen een seculiere meerderheid. Laten we alles op alles zetten om mensen te overtuigen van het belang van deze verkiezingen én de urgentie van christelijke politiek. Voor de ChristenUnie zijn deze verkiezingen pas geslaagd als de christelijke politiek wint. Dat gunnen we dus niet alleen de eigen partij, maar ook CDA en SGP. Ik wens alle drie daarom zetels en bovenal veel zegen toe!

De auteur is campagneleider Europese Verkiezingen bij de ChristenUnie.