Onlangs reisden de SGP-partijbonzen Van Dijk en Ruissen af naar Rome om de internationale Casablancaverklaring tegen draagmoederschap te ondertekenen. Het leverde hoon, pek en veren op in onze media.
„Hoeveel moeders heb ik eigenlijk? Ik heb twee vaders. Maar wie is mijn biologische papa? Misschien geen van beiden. Is het een zaaddonor? En mijn moeder…? Is dat de vrouw die een eicel doneerde of verkocht? Die haar buik uitleende of verhuurde?”
Dat de SGP zich tegen leen- en huurbuiken keert, is bekend. Onlangs reisden de partijbonzen Van Dijk en Ruissen af naar Rome om de internationale Casablancaverklaring tegen draagmoederschap te ondertekenen. Het leverde hoon, pek en veren op in onze media. In kranten verschenen venijnige lezersbrieven. Telegraafcolumnist Peereboom Voller rook een misselijkmakende vooroorlogse spruitjeslucht en erger. Hij vreest zelfs dat de partij op een dag de doodstraf eist voor aborterende artsen en zorgverleners die mensen uit hun lijden verlossen. Prima dat Van Dijk draagmoederschap vrouwonvriendelijk vindt. „Je reduceert vrouwen tot een productiemiddel, een baarmoeder.” Daarin vallen radicale feministen hem bij. Het was allemaal nog verdraaglijk geweest voor Peereboom Volten als het daarbij was gebleven: uitbuiting van vrouwen in arme landen die uit financieel gewin hun buik beschikbaar stellen voor iemands kinderwens. Dat de SGP altruïstisch draagmoederschap eveneens afwijst –familieleden of vrienden helpen elkaar om een kinderwens te vervullen– wekte zijn toorn op. Helemaal Van Dijks opmerking dat je „een puppy ook minimaal acht weken bij de moeder houdt, omdat we het anders zielig vinden voor het hondje”. De journalist vond dit „bij de beesten af”. Ik op mijn beurt vond dat weer van zijn opmerking.
Evenals de NOS verbaasde De Telegraaf zich over de gretigheid waarmee de SGP zich in deze discussie stortte. Had zij dan geen lessen getrokken uit het tumult na de ondertekening van de Nashvilleverklaring, toen de partij stevig botste met de maatschappelijk breedomhelsde lhbti-ideologie?
In de Neue Zürcher Zeitung van 3 mei stond een opmerkelijk verslag van een Baby-Haben-Kongress in Berlijn. Homostellen waren er ruim vertegenwoordigd. De krant sprak onverbloemd over het „project kind”, over „Bestelleltern” (bestelouders) en van „Leihmütter” (leenmoeders) als „carriers” (transporteurs, vervoerders).
Dat het project kind fors in de papieren kan lopen, geloof ik. Belangrijker is de vraag: wie is mijn moeder, wie is mijn vader? Wat doe je een kind aan?
Van Dijk rekent op massale bijval van de bevolking. Ik vrees het tegendeel. Mijn oog viel op de titel van een film: ”Qui a tué la voix de Dieu?” – Wie heeft de stem van God gedood? En waarom…?