Plan melkveesector tegen mestcrisis: vrijwillige snelle krimp
Drie boerenorganisaties en de zuivelindustrie willen melkveehouders met een premieregeling lokken om vrijwillig koeien van de hand te doen. Dat blijkt uit een plan dat ze dinsdag hebben gelanceerd om de mestcrisis aan te pakken.
De maatregel moet in twee jaar leiden tot een versnelde krimp van de melkveestapel. Samen met andere ingrepen moet dat de druk op de mestmarkt wegnemen en voorkomen dat duizenden melkveebedrijven in een koude sanering terechtkomen.
Land- en tuinbouworganisatie LTO, NAJK (jonge boeren), De Natuurweide (biologische melkveehouders) en de Nederlandse Zuivelorganisatie komen met hun plan aan de vooravond van het Kamerdebat over de mestcrisis van donderdag. Een brief die landbouwminister Piet Adema eerder deze maand naar de Kamer stuurde biedt volgens de organisaties onvoldoende soelaas voor de korte termijn.
Ander onderdeel van het crisisplan is om de afroming van fosfaatrechten die buiten familieverband worden verkocht, te verhogen van de huidige 10 procent naar 30 procent. Verder wil de sector het eiwitgehalte in veevoer verlagen. Ook zit er volgens de organisaties nog onbenutte ruimte in de verwerking van mest.
Naast deze inspanningen van de sector zelf is ook het kabinet aan zet. Dat moet naar de Europese Commissie om een overgangsregeling voor het uitrijden van dierlijke mest binnen te halen. Nederlandse boeren zouden tot eind 2027 per hectare grasland omgerekend 230 kilogram stikstof moeten mogen toedienen. Het huidige beleid voorziet in een stapsgewijze verlaging naar 170 kilogram in 2026.
Dat afbouwpad is volgens de sector „disproportioneel” en de uitvoering ervan „onhaalbaar”. Als Brussel niet wil bewegen, zou Nederland eenzijdig een overgangsregeling in moeten voeren.