Landbouwminister Piet Adema wil extra boeren uitkopen om de mestcrisis te beteugelen. Melkveehouder Koos van der Wind uit Montfoort is niet onder de indruk. „Dat lost het acute probleem niet op.”
Het voorjaar is voor veehouders dé tijd om de mestput leeg te rijden. Op grasland mag dat vanaf half februari, op bouwland is de start een maand later. Maar dit jaar zit alles tegen.
Neem de opeenstapeling van strengere regels: de afbouw van de derogatie, bufferstroken langs sloten en de aanwijzing van nieuwe met nutriënten verontreinigde gebieden. Moeilijke vaktermen, maar het komt erop neer dat de meeste boeren aanzienlijk minder mest op hun land mogen uitrijden dan voorheen.
Dan is daar ook nog de vele regen van de afgelopen weken. Akkerbouwers willen onder die omstandigheden geen zware machines op hun kwetsbare grond. Ze kiezen liever voor kunstmest, en dus blijven veehouders met hun overtollige mest zitten.
Torenhoog
Handelaren berekenen torenhoge prijzen voor het ophalen daarvan. „Je praat zomaar over 30 euro per ton, oftewel 1000 euro per vrachtwagen”, zegt Van der Wind.
Met zijn 35 hectare grasland had Van der Wind voorheen genoeg ”plaatsingsruimte” voor de mest van zijn 75 koeien. Maar ook hij moest uitzien naar een alternatief. „Ik heb grond bij kunnen pachten. Daarmee ben ik dit jaar uit de brand.”
Hij beseft dat veel collega’s niet zo gelukkig zijn. Die maken soms tienduizenden euro’s aan kosten om mest van hun dieren af te voeren. „Tegelijk moeten ze kunstmest aankopen, omdat het gras voedingsstoffen nodig heeft om te kunnen groeien. Hoe krom wil je het hebben: de ene vrachtwagen rijdt met mest je erf af, een andere komt kunstmest brengen.”
Koude sanering
Boerenorganisaties roepen al maandenlang dat er een koude sanering aan zit te komen, met name in de melkveehouderij. In enkele jaren tijd raakt die zoveel plaatsingsruimte kwijt, dat de veestapel met 650.000 koeien (ruim 40 procent) zou moeten krimpen om dat op te vangen. Niet verwonderlijk dat ook de zuivelindustrie zich grote zorgen maakt: die ziet haar grondstofvoorziening (melk) in gevaar komen.
Landbouwminister Piet Adema heeft tevergeefs in Brussel gepleit voor versoepeling van de mestregels voor de Nederlandse boeren. Woensdag lekte uit dat hij werkt aan een alternatief om de druk op de mestmarkt te verlichten: een nieuwe saneringsregeling. Die moet boeren lokken die misschien willen stoppen met hun bedrijf, maar niet in aanmerking komen voor de vorig jaar gelanceerde uitkoopregelingen in verband met de stikstofcrisis.
Het acute probleem lost Adema daar niet mee op, zegt Van der Wind. „De mestputten lopen alweer vol. Het enige wat nu helpt, is herstel van de derogatie, zodat we weer meer mest op ons eigen land kunnen brengen.”
Waterkwaliteit
De derogatie is een versoepeling van de Europese basisnorm voor bemesting met dierlijke mest. Die wordt tot 2026 stapsgewijs afgebouwd, omdat de waterkwaliteit in Nederland onder de maat is. Van der Wind vindt dat niet terecht. „Derogatie is een logische uitzondering. Wij hebben vruchtbare grond en een gunstig klimaat, waardoor onze gewassen beter groeien dan elders in Europa en meer voeding nodig hebben. Afschaffen helpt ook niet voor de waterkwaliteit, want uit kunstmest spoelen eerder mineralen uit dan uit dierlijke mest.”
Belangenorganisatie Agractie wil omstreeks half april „met zoveel mogelijk boeren en een paar trekkers” naar Brussel en daar in gesprek met Eurocommissaris Virginijus Sinkevičius (Milieu) om de derogatie te behouden. „Als Adema het niet voor elkaar krijgt, moeten we het zelf proberen”, zegt bestuurslid Bart Belser van Agractie.
Hoe krom wil je het hebben: de ene vrachtwagen rijdt met mest je erf af, een andere komt kunstmest brengen