De kansel van de Oude Kerk in Putten maakte in vier eeuwen heel wat mee
De kansel van de Oude Kerk in Putten is vierhonderd jaar oud. Vanaf deze preekstoel maakte ds. C.B. Holland direct na de oorlog in mei 1945 de 185 namen bekend van Puttenaren die in Duitsland waren omgekomen.
Je ziet het er niet direct aan af dat de kansel vier eeuwen oud is, al is het zeker een mooie zeshoekige preekstoel, met veel houtsnijwerk.
Maar kijk je beter, dan zie je het jaartal 1624. En dat de drie poten waarop de preekstoel staat en de uitgesneden ruiten een betekenis hebben, wordt duidelijk na uitleg van Evert de Graaf. „De poten zien op de Drie-eenheid en de ruiten symboliseren de wereld. De kansel is een soort kopie van die in de Jacobikerk te Utrecht.”
De Graaf (1946), oud-wethouder en oud-voorzitter van Stichting Oktober 44, weet waarover hij spreekt. Hij heeft de geschiedenis van zijn dorp uitvoerig bestudeerd en houdt op 10 april –woensdag– in de Oude Kerk een referaat over de reformatie in Putten. Daarbij zal hij ook ingaan op de 400 jaar oude preekstoel.
Eerste predikant
Eén misverstand ruimt hij dadelijk uit de weg en wel dat de kansel geschonken is door Siwerdus van Wijnbergen, eigenaar van landgoed Oldenaller. „Er staat niets over in het ”Actenboek des kerkeraads van 1595 tot 1709”. Hij kán het ook niet geweest zijn, want hij werd pas in 1627 als kind gedoopt. Het is me een raadsel hoe die naam is komen bovendrijven.”
De Graaf vertelt dat de reformatie van Putten in de jaren negentig van de zestiende eeuw is begonnen. „In 1596 is aan pastoor Willem van Wees de toegang tot de preekstoel in de Oude Kerk ontzegd. Twee jaar later werd Petrus Kinsius de eerste vaste predikant van Putten.”
Er was heel wat te reformeren. „Puttenaren stonden bekend als een ruw volk. Men ging na de kerkdienst naar de kroeg en hield zich op zondag bezig met spelen als katknuppelen en ganstrekken. Toch zei ds. Kinsius bij zijn afscheid in 1616 dat de bevolking van harte de „nye leer” was toegedaan. Hij heeft dus niet op deze kansel gestaan. De eerste predikant die daarvan gebruikgemaakt heeft, was Johannes Rutgen Verbruggen, die hier stond van 1619 tot 1650.”
Hartverscheurend
De kansel heeft ook te maken met de Puttense wegvoering. Op zondag 1 oktober 1944 wilden de Duitsers wraak na een actie van het verzet en omsingelden ze Putten. De bevolking moest zich melden. De Duitsers dreven die zondag mannen bijeen in de Oude Kerk. De Graaf: „Ds. C.B. Holland, predikant van de gemeente, had in de consistoriekamer tegen de Duitsers gezegd: „Neem mij en laat mijn schapen gaan”, maar de Duitsers reageerden daar niet op. Die nacht moesten de mannen in de kerk blijven. Ds. Holland bleef de hele nacht bij hen, zittend in een leunstoel. De volgende morgen werd bekend dat de mannen weggevoerd zouden worden. Ds. Holland bad vooraf met hen en zong Psalm 84 vers 3 en 4 met de mannen.”
Net na de Bevrijding, op Hemelvaartsdag 10 mei 1945, was er een speciale bijeenkomst in de kerk omdat er nieuws was van de weggevoerde mannen. „De Puttenaar Van Walt van Praag, die officier was in het Engelse leger, had twee lijsten zij zich. Ds. Holland las toen vanaf deze preekstoel een lijst met 13 namen van overlevenden en een lijst met 185 namen van overledenen voor. Dat leidde tot een hartverscheurend verdriet in Putten. Van de 659 weggevoerde mannen keerden er maar 48 terug. Putten werd het dorp van de weduwen en wezen genoemd.”
„Ds. Holland las vanaf deze preekstoel een lijst met 13 namen van overlevenden en een lijst met 185 namen van overledenen voor” - Evert de Graaf, oud-voorzitter Stichting Oktober 44
Eén Jongen
De Graaf weet zich nog een belangrijke gebeurtenis te herinneren die met de kansel te maken heeft. „In 1984 hield ds. L. Kievit, die hier na de oorlog stond, een toespraak ter gelegenheid van het feit dat de wegvoering veertig jaar geleden was. Hij was toen een fragiele man, herinner ik me. Hij zei in zijn toespraak dat hij met ouderling Schuitemaker op huisbezoek ging bij een vrouw die een zoon verloren had in de oorlog. Toen ds. Kievit de vrouw probeerde te vertroosten, zei ze: „Ach man, jij hebt nog niets meegemaakt.” De ouderling zei: „Vrouw, heb ik niets meegemaakt? Ik heb twee zonen verloren. God had één Jongen en Hij wou Hem kwijt voor jou en mij. Kun je dat begrijpen?”