Ds. Holland bood zichzelf aan bij razzia Putten om wegvoering te voorkomen
Naar verluidt heeft ds. C. B. Holland bij de razzia in Putten zichzelf wél aangeboden aan de Duitsers. Daarmee wilde hij de wegvoering van 659 mannen voorkomen.
Maandag 2 oktober 1944. De datum van de wegvoering van 659 mannen uit Putten. Algemeen bekend is dat de plaatselijke hervormde ds. C. B. Holland (1878-1948) in de Oude Kerk de mannen vóór de wegvoering toesprak en voor en met hen bad. Daarna verzocht hij allen om samen Psalm 84 vers 3 en 4 te zingen, met onder andere de woorden „welzalig hij, die al zijn kracht en hulp alleen van U verwacht” en „elk hunner zal in ’t zalig oord van Sion haast voor God verschijnen.” Sindsdien vaak de Psalm van Putten genoemd. De berichten hierover zijn eensluidend. Dat ligt ook voor de hand, immers dit vond in het openbaar plaats in de grote Oude Kerk, met vele aanwezigen.
Moeilijker ligt dat met de vraag of ds. Holland zichzelf aan de Duitsers aangeboden heeft: „Neem mij maar mee en laat mijn schapen gaan”, of woorden van gelijke strekking. Probleem is dat hij dit in de consistorie, in een relatief klein gezelschap uitgesproken zou hebben. Dit om de wegvoering van de mannen te voorkomen. In oktober 2008 verscheen van de hand van Marleen van Westing ”De kinderen van Putten”, met als ondertitel ”De razzia en de gevolgen”. Meerdere geïnterviewden bevestigen daarin dat ds. Holland zichzelf aangeboden heeft om de wegvoering te voorkomen. De schrijfster zelf echter ontkent dit: „Het verhaal over dominee Holland -als zou hij zichzelf hebben aangeboden aan de Duitsers, zodat de mannen vrijgelaten konden worden- berust niet op de waarheid.” Maar ze levert voor deze stelling geen overtuigend bewijs.
Overlevering
Met een beroep op de overlevering en meerdere bronnen geloven velen dat ds. Holland die woorden wel uitgesproken heeft. R. J. van Ganswijk, schoonzoon van ds. Holland, zei in een interview van 2 oktober 2004 in het RD hierover: „Ik heb dit nooit van mijn schoonvader zelf gehoord, maar van mensen die hem goed gekend hebben.”
In 1980 vertelde de oud gereformeerde ds. C. Smits op een belijdeniscatechisatie in Hardinxveld-Giessendam dat ds. Holland hem na de oorlog zelf verteld had van zijn aanbod aan de Duitsers. Aldus een mevrouw, die in dat jaar bij ds. Smits op belijdeniscatechisatie had gezeten, in een brief van 7 oktober 2004 aan Van Ganswijk.
In de Hervormde Kerkbode van de classis Harderwijk schreef ds. P. J. F. Lamens uit Elspeet, in het nummer van 16 augustus 1947, nog geen drie jaar na de razzia, onder andere: „Nooit zal ik vergeten de houding van Ds. Holland te Putten. Deze bood zichzelf aan: schiet mij maar dood, maar laat deze mensen gaan.”
Betrouwbaar
Daarbij de volgende aantekeningen. Ds. Lamens stond in de tijd dat de razzia in Putten plaatsvond al in Elspeet. Hij zal veel geweten hebben over alles wat in Putten had plaatsgevonden. Wat hij schreef werd ook in Putten gelezen, want hervormd Putten had in 1947 nog geen eigen kerkbode. Ds. Holland leefde toen ook nog en hij woonde in Putten. Hij zal het in de kerkbode, waarin hij zelf ook regelmatig geschreven had, ongetwijfeld gelezen hebben. Blijkbaar was dit verhaal over ds. Holland algemeen bekend en betrouwbaar.
Met absolute zekerheid is niet vast te stellen of ds. Holland de genoemde woorden richting de Duitsers uitgesproken heeft. Maar vanwege meerdere bronnen en om meerdere redenen mogen we het zeker niet uitsluiten.
De auteur is oud-correspondent van het lokale nieuwsblad ”De Puttenaer”. Zie ook RD maandag pagina 6.