Gijs van de Werken doet boekje open over oud Nederhemert
Het was de hersteld hervormde ds. H. Zweistra die hem het laatste zetje gaf om zijn herinneringen op papier te zetten. De eerste oplage van ”Gijs vertelt” is inmiddels bijna uitverkocht, want heel Nederhemert wil weten wat hun dorpsgenoot te zeggen heeft.
Maar eigenlijk weten de mensen het al zo’n beetje, want Gijs van de Werken (1946) is ook vaste schrijver van de dorpskrant. Daarin laat hij de boeiende, wonderlijke, maar ook vermakelijke historische anekdotes over elkaar heen buitelen. Na een dagboek over de bijna-watersnoodramp van 1995, een Hèmerts woordenboek en zijn memoires voor het plaatselijke orgaan, is er nu eindelijk het boek ”Gijs vertelt”. „De mannen die mij hebben geholpen met de tekstbewerking en vormgeving, Henk Hermsen en Harry Kolman, hebben dit gratis gedaan.”
Eindelijk… want de in 1946 geboren en nu gepensioneerde agrariër moest zichzelf ook overtuigen. „Is het niet hoogmoedig om een boek te schrijven? En ook de familie zat er niet op te wachten. Maar het was onze oud-predikant ds. Zweistra die mij een zetje gaf. Met name zijn vrouw, die net als ik van boerenafkomst is, vond het boeiend om al die verhalen van vroeger te lezen. Ik heb gevoelige zaken zo veel mogelijk vermeden, ook ernstige gebeurtenissen in onze eigen familie. Je wilt mensen niet kwetsen.”
Dat is ook de reden dat hij predikanten zo veel mogelijk buiten beeld heeft gehouden. „Als je over dominees schrijft hebben mensen daar al snel een mening over. Dat wil ik voorkomen. Wat in het boek staat is allemaal waargebeurd, doorspekt met wat humor om te voorkomen dat het saai wordt. Ja, soms is het wel iets aangedikt…”
Predikanten
De Hemertse boer in ruste heeft heel wat predikanten zien komen en gaan: H. Zweistra, D.J. Budding, K. Veldman en natuurlijk de karakteristieke dr. W.J. op ’t Hof, om er maar een paar te noemen. Die laatste predikant heeft de hervormde Gekrookte Rietgemeente van Nederhemert achttien jaar gediend. En ook de toen nog hervormde A.A. Brugge (nu predikant van de Gereformeerde Gemeenten) met z’n vriendengroep heeft hij zien komen en gaan. Ze worden in ”Gijs vertelt” wijselijk met rust gelaten.
„Wat ik schrijf is allemaal waargebeurd, doorspekt met wat humor om te voorkomen dat het saai wordt” - Gijs van de Werken, boer in ruste
De anekdotische preek met een waarschuwing tegen „importdorpelingen” van een van deze mannenbroeders blijft eveneens buiten de openbaarheid. Slechts één pastor heeft de censuur doorstaan, ds. A. Sjollema uit Well. De wat ‘lichtere’ gastdominee raakte tijdens een doordeweeks bezoek aan het kerkgebouw in Gameren in gesprek met de schoonmaaksters over de dreigende vacante periode daar. De dames, die Sjollema niet kenden, vonden dat nog niet zo erg, „es dieje Wellse mer nie komt, want dè is zunne wèèrdeloze…”
Vak apart
Schrijven is een vak apart. Van de Werken zag er voordat hij de eerste levensverhalen inleverde best tegenop om ermee aan de slag te gaan. „Ik heb advies ingewonnen bij iemand die er verstand van had en gevraagd hoe ik zoiets moest aanpakken. Hij zei: Je schrijft gewoon zoals je ook vertelt. En zo ben ik begonnen.”
En wie het boek leest, ‘hoort’ Gijs praten. Boeiend, vermakelijk, met de nodige zelfspot en humor, maar ook ernstig. Want vroeger was alles anders. Wie naar het ziekenhuis ging, moest wel bijna aan z’n eind zijn. „Mijn oom werd na een zwaar ongeval met de tractor liggend op een ladder naar huis gedragen. Ik moest ’s nachts als tienjarige jongen bij hem blijven, omdat mijn opa doof was. In mijn jeugd waren er ook weinig mensen met een telefoon. Als je de dokter nodig had, liep je eerst naar een buurman die wel zo’n apparaat had.”
Tegenwoordig lees je alles direct op internet, vervolgt Van de Werken. „Vroeger hoorde je het nieuws veel later. Als er iets gebeurde, moesten mensen dat elkaar vertellen. En als iemand naar het ziekenhuis ging, maakte dat enorme indruk in het dorp. Nu hoor je het vaak niet eens meer. Ik kan me de commotie nog herinneren toen hier de eerste vrouw autoreed. Een bekeerde man uit ons dorp vond dat vrouwen niet achter het stuur hoorden. Weer een ander wilde geen elektriciteit in huis, omdat dit ook op zondag werd geproduceerd. Dat waren andere tijden.”
„Ik kan me de commotie nog herinneren toen hier de eerste vrouw autoreed” - Gijs van de Werken, boer in ruste
Verhalen raken op
Hoe het er vroeger aan toeging op school, op begrafenissen, op zondag, tijdens de hooi- en oogsttijd, op de veemarkten, de veilingen enzovoort, staat allemaal beschreven in ”Gijs vertelt”. Maar vertelt Gijs straks ook verder? De kans dat er een deel twee verschijnt, acht de Bommelerwaardse volksschrijver niet zo heel groot. „Ik heb aan het maken van dit boek veel plezier beleefd, maar mijn verhalen raken op.”
Wie vermoedt dat Gijs een aardig zakcentje overhoudt aan zijn hardcover manuscript zit er flink naast. „Er zijn honderd exemplaren gedrukt en ze zijn alleen verkrijgbaar in winkel ’t Kloske hier in Nederhemert. Ik moet ze zelf ook kopen.”
Gijs vertelt, Gijs van de Werken; uitg. in eigen beheer; 200 blz.; € 26,95