„Het is een wonder dat ik ooit in dienst genomen ben, maar een dubbel wonder dat ik door de Heere nooit ontslagen ben.” Arie van der Zwan hoorde deze woorden van een emeritus predikant toen hij zelf net predikant was in 1999. „Ik ben steeds meer gaan herkennen wat die man zei.”
Deze vrijdag –5 april– is het een kwarteeuw geleden dat Van der Zwan bevestigd werd tot predikant van de christelijke gereformeerde kerken in Tholen en Oud-Vossemeer. „Ik was een heel verlegen jongetje, maar toch verlangde ik als kind van 7 al naar het predikantschap. Dat al die mensen naar me zouden kijken als ik op de preekstoel zou staan, leek me niet fijn. „Mag ik dan de zending in?” bad ik. Want dat leek me minder spannend.”
„Ik was een heel verlegen jongetje, maar toch verlangde ik als kind van 7 al naar het predikantschap” - Ds. A. van der Zwan, predikant christelijke gereformeerde kerk Dordrecht-Centrum
Met de kennis van nu is ds. Van der Zwan dankbaar dat dat gebed niet verhoord is. „Ik vaar wel bij een leven met veel structuur”, zegt hij, om zich heen wijzend naar zijn lege bureau en ordentelijk gesorteerde boekenkasten.
Vrijspraak
Op de middelbare school maken vakken als natuurkunde en wiskunde de interesse van de jonge Urker wakker. Hij kiest een exact vakkenpakket. „Dat is niet voor niets geweest. Ik put nu bij voorbeelden in mijn preek nog weleens uit de kennis die ik toen opgedaan heb. Maar de wereld die voor me openging, hield me wel zo bezig dat het predikantschap op de achtergrond raakte. Tot ik als 17-jarige onder de prediking van ds. Brons tot persoonlijk geloof kwam. Ik ervoer de vrijspraak van mijn zonden. De roeping kwam terug.”
Bij de Theologische Universiteit in Apeldoorn adviseert het curatorium Van der Zwan om eerst Hebreeuws en Grieks te leren voor hij aan de theologieopleiding begint. Na twee jaar wordt hij toegelaten tot de predikantsopleiding. „Ik ben mijn ouders heel dankbaar voor hun hulp in die tijd. Tot mijn 26ste was ik financieel afhankelijk van hen. Natuurlijk had ik mijn zaterdagbaantje en werk in de vakanties, maar zij hebben echt kromgelegen om mij en mijn broer en zus te laten studeren.”
Efficiënt
In 1998 treedt Van der Zwan in het huwelijk, in 1999 begint zijn relatie als predikant met de gemeente van Tholen en Oud-Vossemeer. „Ik heb gemerkt dat het predikantschap veel beslag legt op een echtpaar. Ik ben mijn vrouw daarom ook heel dankbaar voor haar onvoorwaardelijke steun. Zeker in die eerste jaren: ik had twee gemeenten met twee kerkenraden, gaf twee avonden catechisatie, deed in het winterseizoen de huisbezoeken.”
Later kwam daar nog het consulentschap voor de gemeente van Zaamslag bij. „Ik heb toen geleerd om efficiënt te werken. Zo schreef ik in het begin nog elke preek uit, maar later gebruikte ik alleen nog een preekschets. Dat is me echt van pas gekomen toen ik beroepen werd door de grote gemeente van Beth-El Sliedrecht .”
Naast het werk in de gemeenten is de predikant ook een heel aantal jaar actief voor het zendingsdeputaatschap. Daarnaast was hij bestuursvoorzitter van Stichting Friedensstimme. „Het leven van mensen die ik in Rusland en in andere landen heb ontmoet, zette me vaak aan het denken. We zaten theologisch misschien niet op één lijn, maar wat kon ik veel leren van hun gebedsleven, hun inzet voor evangelisatie, hun afhankelijkheid van God. Ik kwam altijd rijker terug dan ik wegging.”
Marrowmen
Er zijn perioden dat het predikantschap ds. Van der Zwan zwaar valt. „Ik heb een tobberig karakter. Gelukkig kon en kan ik me ophalen aan gemeenteleden die geestelijk soms veel meer hebben dan ik. En de zondagen zijn mijn beste dagen. De prediking en de voorbereiding daarop in de loop van de week geven me nieuwe energie.”
Ds. P. den Butter was voor ds. Van der Zwan een sprekend voorbeeld van hoe een predikant moet graven in het Woord. „Op maandagmorgen lees ik de grondtekst voor de preek die ik de zondag erop hoop te houden. Daarna gebruik ik eerst wetenschappelijke en daarna meer meditatieve commentaren. Bij mijn voorbereiding laat ik me ook graag voeden door de puriteinen, en dan met name de ”marrowmen”, de Erskines en Spurgeon. Van Spurgeon leer ik ook in het Oude Testament op zoek te gaan naar Jezus. Ik zeg soms tegen mijn gemeente: „Als ik een preek houd waarin Jezus niet centraal staat, bel me dan op.””
Convent
In de Christelijke Gereformeerde Kerken zit er een convent aan te komen dat gemeenten nader tot elkaar wil brengen. Ook vergadert de generale synode. Ds. Van der Zwan, die naar beide vergaderingen is afgevaardigd, ziet er als een berg tegenop. „Voor mezelf omdat ik me afvraag hoeveel tijd en energie het me gaat kosten om daar aanwezig te zijn, terwijl ik ook de zorg voor de gemeente heb. Ik ben rapporteur van de commissie die verslag moet doen over de kerkelijke verhoudingen. Maar meer nog omdat ik me afvraag wat het op gaat leveren.”
Vroege herinneringen komen weer bovendrijven bij de predikant: „Toen ik 4 jaar was, verlieten mijn ouders samen met duizend andere Urkers de synodaal Gereformeerde Kerken. Lang dacht ik dat het Woord veilig was in de Christelijke Gereformeerde Kerken. Maar de gedachtegang die leidt tot het toelaten van vrouwen in het ambt en het aanvaarden van homoseksuele relaties in de Gereformeerde Kerken, heeft te maken met tanend Schriftgezag. Ik maak me nu dus grote zorgen over ons kerkverband.”
„Ik zou het een zegen vinden als het convent verootmoediging oplevert, zowel persoonlijk als kerkbreed ” - Ds. A. van der Zwan, christelijke gereformeerde predikant Dordrecht-Centrum
De christelijke gereformeerde predikant vindt het belangrijk om binnen zijn kerk verantwoordelijkheid te nemen, en stelde zich daarom ook beschikbaar voor het geheel van zijn kerkverband. „Ik heb geen programma, zeker niet voor het kerkverband. Ik zou het een zegen vinden als het convent verootmoediging oplevert, zowel persoonlijk als kerkbreed. Als wij het niet weten, is het dé tijd voor de Heere om te werken. „Maar Ik zal in het midden van u doen overblijven een ellendig en arm volk; die zullen op den Naam des HEEREN betrouwen.””