Kerk & religieFotoserie: Pasen
Een heerlijk morgenlicht breekt aan

Het is waar: een echt Bijbelse grond hebben die eerste zinnen van ”Daar juicht een toon” niet. Een „stem, die galmt door gans’ Jeruzalem”? Nee.

30 March 2024 16:13Gewijzigd op 1 April 2024 19:41
De stad Jeruzalem gezien vanaf de Olijfberg. Rechts op de voorgrond het voormalige tempelterrein. beeld iStock
De stad Jeruzalem gezien vanaf de Olijfberg. Rechts op de voorgrond het voormalige tempelterrein. beeld iStock

Hoewel: „haastelijk” verlieten Maria Magdaléna en de andere Maria op die eerste paasmorgen het lege graf, „met vreze en grote blijdschap”, en „liepen zij heen om hetzelve Zijn discipelen te boodschappen”, schrijft Mattheüs in het laatste hoofdstuk van zijn evangelie. Maar verder begrepen maar weinig Jeruzalemmers de sprake die er van dat lege graf uitging. Zij luisterden –„tot op de huidige dag”– naar de stem van de overpriesters en ouderlingen: „Zijn discipelen zijn des nachts gekomen en hebben Hem gestolen.”

Toch doet het paaslied van Eduard Gerdes (1821-1898), een vriend van Reveilman ds. Jan de Liefde, elk jaar weer snaren raken. Komt het door de tekst? Je kunt je er zomaar een voorstelling bij maken: „Daar juicht een toon, daar klinkt een stem,/ die galmt door gans’ Jeruzalem;/ een heerlijk morgenlicht breekt aan:/ de Zoon van God is opgestaan!”

Maar het zit ’m vast niet alleen in de tekst. Ook de ijzersterke melodie van –volgens kenner Jan Smelik– waarschijnlijk Martin Sieveking zal hier een rol spelen. En een beetje orgelliefhebber hoort dan meteen Jan Zwarts ”Kleine fantasie” over dit ”Paaschlied”.

Het lied van Gerdes –die ook ”Daar ruist langs de wolken” schreef– heeft iets verhevens, iets majesteitelijks, helemaal passend bij Pasen. „Geen graf hield Davids Zoon omkneld,/ Hij overwon, die sterke Held./ (…) Nu jaagt de dood geen angst meer aan,/ want alles, alles is voldaan.”

Juichend komt ”Daar juicht een toon” ten einde: „Want nu de Heer’ is opgestaan,/ nu vangt het nieuwe leven aan,/ een leven door Zijn dood bereid,/ een leven in Zijn heerlijkheid.”

Zo doe Hij aan de Jeruzalemmers – en aan mij.

De Hof van Gethsémané, met de eeuwenoude olijfbomen. beeld iStock
De ”Skull Rock” (schedelrots, Golgotha, hoofdschedelplaats) in Jeruzalem. beeld iStock
De graftuin in Jeruzalem, met het open graf. beeld iStock
Een mozaïek in de Graftuin verwijst naar Romeinen 1:4, waar het gaat over Jezus Christus, „Die krachtiglijk bewezen is te zijn de Zone Gods naar de Geest der heiligmaking, uit de opstanding der doden.”  beeld Albert Groothedde

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer