Minister: Strafrecht niet afdoende voor informeel onderwijs
Het Wetboek van Strafrecht biedt onvoldoende mogelijkheden om eventuele misstanden bij het informeel onderwijs aan te pakken.
Dat schrijft minister Mariëlle Paul voor Primair en Voortgezet Onderwijs aan de Tweede Kamer. Een groot aantal fracties heeft moeite met de reikwijdte van de toekomstige wet. Van oorsprong was die bedoeld om radicale, islamitische weekendscholen aan te pakken. Maar de voorganger van Paul, Dennis Wiersma, zei dat de wet gaat gelden voor alle vormen van informeel onderwijs, dus ook het kerkelijk jeugdwerk. Enkele weken geleden beloofde Paul aan de Kamer een brief waarin ze de bedoeling van de toekomstige wet nog eens uiteenzet. Vorige week stuurde ze die naar het parlement.
Volgens de tegenstanders van de wet heeft de overheid op grond van artikel 137d uit het Wetboek van Strafrecht voldoende mogelijkheden om aanzetten tot haat, geweld of discriminatie aan te pakken. Minister Paul stelt dat dat een misvatting is: „Anders dan vaak lijkt te worden verondersteld, is de strafrechtelijke norm die hierop ziet veelal niet van toepassing op informeel onderwijs, aangezien de strafrechtelijke norm alleen ziet op uitingen die in het openbaar worden gedaan.”
Thuisonderwijs
Paul legt uit dat het toekomstig toezicht op al het informeel onderwijs van toepassing is. Dus niet alleen het levensbeschouwelijk, maar ook taal- en cultuuronderwijs. Ook de scouting valt eronder. „Een afbakening kan de verdenking op zich laden een willekeurige reikwijdte te hebben”, aldus de minister.
De wet zal niet van toepassing zijn op onderwijs in de eigen woning of op onderwijs dat ouders alleen hun eigen kinderen geven.