Coalitie verdeeld over sneller besluiten over begrotingsmeevallers
Meerdere fracties in de Tweede Kamer willen sneller geïnformeerd worden over begrotingsmeevallers. Dat geeft mogelijkheden om vrijgevallen miljarden te besteden aan andere projecten. De coalitie reageert verdeeld op het voorstel.

De Tweede Kamer debatteerde maandag met de NSC-Kamerleden Omtzigt en Idsinga over hun initiatiefnota ”Realistisch ramen”. Ook minister Heinen (Financiën) was bij het debat aanwezig.
Een expertgroep concludeerde onlangs in een rapport dat ministeries geld overhouden. In vaktaal wordt dat ”onderuitputting” genoemd. Het blijkt een probleem dat jaarlijks terugkeert.
Het gaat om grote bedragen: de afgelopen jaren bleef er 6 tot 8 miljard euro op de plank liggen. Ministeries krijgen het geld niet uitgegeven vanwege krapte op de arbeidsmarkt, gebrek aan stikstofruimte of onvoldoende capaciteit op het stroomnet.
Meerdere partijen in de Tweede Kamer willen daarom eerder in het jaar weten of het ministeries al dan niet lukt om hun budgetten geheel te besteden. Het overblijvende geld wil de Kamer inzetten voor andere projecten.
Ter illustratie verwees GL-PvdA-Kamerlid Van der Lee in het debat naar het voorstel van zijn partij om 1,25 miljard euro te investeren in de Nedersaksenlijn. De voltallige oppositie steunde december vorig jaar deze geldinjectie in de spoorverbinding tussen Groningen en Twente, bekostigd uit de onderuitputting. PVV, VVD, NSC en BBB steunden het verzoek niet, omdat de begrotingsregels dat niet toelaten.
Van der Lee pleitte daarom voor een besluitvormingsmoment, ruim voor het einde van het kalenderjaar, om te beslissen over soortgelijke voorstellen als de zijne. Ook SGP-Kamerlid Flach vindt dat eerder in het jaar duidelijk moet zijn hoeveel geld ministeries verwachten over te houden.
Bijval
Vanuit de regeringspartijen konden de fracties rekenen op bijval van BBB. Ook NSC-Kamerlid Van Vroonhoven wees het voorstel niet op voorhand af.
D66-Kamerlid Vijlbrief legde uit dat Gerrit Zalm, die als oud-minister van Financiën de huidige begrotingsregels ontwierp, omwille van de rust het aantal besluitvormingsmomenten wilde beperken tot twee: één in het voorjaar en één met Prinsjesdag.
De VVD is geen voorstander van een nieuw, extra besluitvormingsmoment waarop begrotingsmeevallers ingezet kunnen worden voor andere doeleinden. Dat kan gemakkelijk leiden tot een maandelijks begrotingsdebat, redeneerde VVD-Kamerlid De Vries. Ook minister Heinen is geen voorstander van een extra besluitvormingsmoment. Hij bepleitte „bestuurlijke rust”.
De PVV was niet bij het debat aanwezig. Het blijft daarom tot volgende week dinsdag onduidelijk of een Kamermeerderheid een extra besluitvormingsmoment wil. Dan zal de Tweede Kamer stemmen over een voorstel van GL-PvdA-Kamerlid Van der Lee om daartoe te besluiten.