Datema (Rabobank): Markt eist verduurzaming landbouw
Alleen boeren die openstaan voor verduurzaming, hebben toekomst. Dat is de nieuwe visie van de Rabobank, de huisbankier van agrarisch Nederland. „De markt eist het.”
Alex Datema is directeur Food & Agri Nederland, de landbouwpoot van de Rabobank. Hij trad een klein jaar geleden aan. De 57-jarige melkveehouder uit het Groningse dorpje Briltil was eerder voorzitter van BoerenNatuur, een koepel van boerenclubs die zich sterk maken voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer.
Op zijn huidige post is hij het gezicht van de koersverandering bij de bank. Decennialang financierde de Rabobank de schaalvergroting en intensivering van de Nederlandse landbouw. Die tijd is voorbij. In de in december gelanceerde visie op de toekomst van de sector tot 2040 is duurzaamheid het sleutelwoord.
Het goede nieuws is dat de Nederlandse landbouw in de ogen van de bank wereldwijd toonaangevend blijft, maar dan wel binnen de grenzen van natuur en klimaat. Die omslag kunnen boeren en tuinders alleen maken als de samenleving hen betaalt voor alle mooie dingen die ze doen, naast de productie van voedsel. Denk bijvoorbeeld aan beheer van het landschap, inzet voor het klimaat en versterking van de natuur. Waardering op basis van ”true value”, noemt de bank dat.
Gunstige lening
De Rabobank doet zelf een forse duit in het zakje. Boeren die investeren in verduurzaming van hun bedrijfsvoering kunnen sinds oktober tegen gunstigere voorwaarden een lening krijgen. Daarvoor heeft de bank 3 miljard euro opzij gezet.
Wie over vijftien jaar nog boer wil zijn, ontkomt volgens Datema niet aan verduurzaming. Stil blijven zitten is er niet bij, en wie dat wel doet kan erop rekenen dat hij na afloop van een lopende rentevaste periode duurder uit zal zijn. Bij de beoordeling van financieringsaanvragen werkt de bank al enkele jaren met een duurzaamheidsscan. Die wordt meer en meer verfijnd, zoveel mogelijk op basis van objectieve criteria.
„In de melkveehouderij komen we al een heel eind, dankzij de Kringloopwijzer en de Biodiversiteitsmonitor”, noemt Datema als voorbeeld. Deze twee instrumenten geven inzicht in de mineralenstromen en de biodiversiteit op een boerenbedrijf.
Voor de beloning van boeren kijkt Datema twee kanten uit. Het „simpele deel” is betaling voor concrete diensten. „Als een boer landschapselementen aanplant en onderhoudt, omdat wij als samenleving dat graag willen, moet hij daar rechtstreeks voor worden beloond. Dat moet je niet via de winkelprijs van aardappelen of melk doen.”
Plofkip
Het andere spoor is stimulering vanuit de voedselketen zelf. Datema noemt twee concrete voorbeelden: het initiatief van supermarkten om ‘plofkip’ uit het schap te weren en de stimulering van duurzame aardappelteelt door fritesfabrikant McCain. In beide gevallen krijgen de boeren een hogere prijs voor hun producten, waarmee ze hun extra kosten kunnen terugverdienen.
„McCain doet dat niet uit groen idealisme, maar omdat het bedrijf zich zorgen maakt over de beschikbaarheid van aardappelen, hun grondstof, op de langere termijn. Ze denken dat die door bijvoorbeeld beperking van het pakket toegelaten gewasbeschermingsmiddelen in het gedrang kan komen. Daarom stimuleren ze telers om minder te spuiten. Klopt zo’n boer bij ons aan om een lening voor een aangepaste spuitmachine, dan geven wij een rentekorting.”
Als het om verduurzaming gaat, lijkt de politiek, zowel in Nederland als in Europa, momenteel wat stapjes terug te zetten. Datema ziet dat ook, en legt een link met de boerenprotesten en de naderende Europese verkiezingen. „Maar in het bedrijfsleven zie je die aarzeling niet. Dat heeft ook te maken met de CSRD-wetgeving.”
CSRD staat voor “corporate sustainability reporting directive”. Dit is Europese wetgeving die ondernemingen verplicht om te rapporteren welke impact hun producten op natuur en milieu hebben. De grootste bedrijven moeten dat met ingang van dit jaar al doen, kleinere volgen later.
De Nestlé’s en de Unilevers van deze wereld moeten terugkijken tot op de boerderij
Die rapportage heeft betrekking op de hele keten, benadrukt Datema. „De Nestlé’s en de Unilevers van deze wereld moeten terugkijken tot op de boerderij, de primaire producent van het voedsel dat zij op de markt brengen.”
Boerenerf
Dit gaat volgens de Rabobestuurder grote gevolgen krijgen voor boeren en tuinders. „De markt gaat dicteren. Voor bijna alle voedselproducten komt 80 procent van de milieu-impact in de keten op conto van het boerenerf. Veel boeren realiseren zich dat nog niet, maar straks krijgen zij onherroepelijk de vraag hoe ze die impact gaan verminderen. Dat kan als een bedreiging voelen, maar ik denk dat we het als een kans moeten zien. Ketenpartijen beseffen echt wel dat een boer dit niet in zijn eentje gaat oplossen.”
De belangstelling voor de gunstige financiering voor investeringen in duurzaamheid liep de eerste maanden nog niet storm. Eind 2023 had de bank in totaal 35 miljoen euro uitgeleend. Vrijdag 22 maart waren in totaal 271 leningen verstrekt. Het bedrag wat daarmee gemoeid is, wordt niet openbaar gemaakt. Wel dat vooral melkveehouders een lening aanvragen en dat tot nu toe 80 procent is bedoeld voor extensivering. „Het innovatiespoor blijft achter”, constateert Datema. „Dat is jammer, maar ik begrijp het wel. De onzekerheid over de juridische houdbaarheid van nieuwe technieken schrikt boeren af. Ik zou het toejuichen als de overheid daar scherper in zou staan.”