Deze boeren boeren stikstofarm
Door alle stikstofellende zit de boer in de hoek waar de klappen vallen. Het is negativiteit alom. Dít kan niet meer, dát moet minder. Wat als je het nu omdraait? Wat kan er juist wél?
In dit artikel komen vier boeren aan het woord die het roer omgooiden of in de afgelopen jaren gingen pionieren met stikstofarme alternatieven – oftewel alternatieven die de natuur minder met stikstof belasten. De focus van deze boeren ligt minder op het houden van dieren en meer op de teelt van –vaak eiwitrijke– gewassen. Vanaf volgend jaar krijgen ze zelfs een vergoeding voor hun duurzamere activiteiten.
Aan het woord komt allereerst melkveehouder Mark Venner. Per december gaan zijn laatste koeien met pensioen. Hij zet vol in op het aanleggen van een voedselbos, een soort bostuin waarin voedsel producerende planten, bomen en struiken staan. Venner ziet diverse voordelen van deze duurzame vorm van landbouw. Zo doet allereerst de natuur het meeste werk voor hem. Los van wat onderhoud in de rest van het jaar, is het vooral in de oogsttijd druk. Ook hoopt hij op minder risico’s door met verschillende producten te werken. Het idee daarbij: als bijvoorbeeld de oogst van het stamfruit mislukt, vangt de goede opbrengst van eenjarige groenten dat op. En andersom.
Harry Schreuder vertelt op zijn buurt hoe hij in de Flevopolder pioniert met de teelt van sojabonen. Soja werd in 2013 op grote schaal geïntroduceerd in Nederland. En volgens deskundigen heeft het een grote potentie voor de landbouw ons land. De markt ontwikkelt zich snel. Vrij bekend is het initiatief ”De Nieuwe Melkboer” van twee Enschedese broers die hun melkveehouderij inwisselden voor sojateelt. Ze verkopen sinds 2020 de eerste sojamelk van Nederlandse bodem.
De derde geïnterviewde is kalverboer Edwin Sloof. Hij speelt in op de verwachte veranderingen in de landbouw. Daarom investeerde hij flink in walnotenbomen. Deze walnoten passen perfect in het plaatje van de Nationale Eiwitstrategie die in 2020 is gelanceerd: een verschuiving van dierlijke naar plantaardige eiwitten. „De tendens is helder: er komt minder vee. Wat daarbij hoort, is dat er alternatieven opkomen”, aldus Sloof. De notenteelt (walnoten en hazelnoten) groeit als een speer in Nederland, zegt een woordvoerder van de Notenvereniging desgevraagd. Hoewel er nog geen absolute cijfers zijn, gaat het om een groei van „vele honderden hectaren” in de laatste paar jaar.
Tot slot agrariër Pyt Sipma. Hij verbouwt vlas. Vezelgewassen –zoals vlas– staan in de belangstelling. Uit de bouwwereld klinkt de roep om boeren meer vlas, hennep en olifantsgras te laten verbouwen. De vezelgewassen leggen namelijk razendsnel koolstof vast uit de atmosfeer. Door de vezels te gebruiken in bouwmateriaal, wordt de CO2 langdurig opgeslagen. Zulke natuurlijke bouwmaterialen zijn veel beter voor het klimaat dan beton, waarvan de productie juist zorgt voor een hoge CO2-uitstoot.
Om de teelt van vezelgewassen te stimuleren zouden ‘klimaatboeren’ beloond kunnen worden voor elke ton CO2 die ze vastleggen, aldus sommige duurzame bouwers.
Een belangrijke kanttekening bij deze stikstofarme landbouwmethoden: ze zijn niet voor iedereen weggelegd. Niet elke boer kan een walnotenplantage beginnen. Niet elke boer kan inzetten op vlas. Niet elke boer kan een voedselbos aanleggen. Niet alleen omdat er niet meer geproduceerd moet worden dan de markt vraagt, maar ook omdat niet alles overal kan. Walnotenteelt past niet zomaar in het landschap. Vergunningen daarvoor zullen gemeenten dan ook niet voor elk perceel afgeven.
Als een boer stikstofarm wil ondernemen, valt er echter nog veel meer te kiezen. Zoals de teelt van allerlei soorten peulvruchten: lupine, (veld)bonen, erwten, kapucijners en peulen. Een ander voorbeeld is het verbouwen van haver. De consumptie van havermelk stijgt de laatste jaren rap.
Vanaf 2023 beloont de overheid boeren rechtstreeks voor vergroening op en verduurzaming van hun bedrijf. Vanaf januari gaat namelijk de eco-regeling in. Deze wordt gezien als dé grote verandering in het nieuwe Europese Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB). Op de site van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) staat een lijst met ecoactiviteiten die positief bijdragen aan biodiversiteit, landschap, kwaliteit van water, lucht en bodem en/of het klimaat. Hoe meer ecoactiviteiten een boer onderneemt, hoe hoger de vergoeding. Het bedrag kan oplopen naar maximaal 200 euro subsidie per hectare.
De beloonde groene activiteiten lopen uiteen. Van de verbouw van vezelgewassen, tot de aanleg van houtige elementen op de eigen grond (heggen, hagen en struwelen). En van biologische landbouw tot het inzaaien van kruidenrijke akkerranden. Wat de nieuwe subsidie laat zien, is dat duurzame landbouw meer en meer gaat lonen.