Geen dag is hetzelfde op de redactie. Nieuwsberichten buitelen over elkaar heen met een niet te stuiten snelheid. Als mediabedrijf is het bovendien continu schakelen om bij te blijven in alle maatschappelijke en technologische veranderingen.
Altijd alert zijn, steeds anticiperen op wat komen gaat en intussen de geoliede ‘redactiemachine’ geen moment laten haperen; het kan soms voelen als een marathon die nooit stopt. Zeker als daarbij het wereldleed de redactie op spoelt. Dat non-stopkarakter is beslist een risico, want juist als het gaat om journalistiek bedrijven is het essentieel om steeds weer terug te keren naar de basale uitgangspunten. Waarom doen we wat we doen? En doen we dat wel goed?
Een journalistiek medium zal al snel de maatstaf aanleggen van onafhankelijkheid, objectiviteit en journalistieke codes. Voor een christelijke krant moet de spade echter dieper. Marvin Olasky, hoofdredacteur van het Amerikaanse magazine World, doet hiervoor nuttige handreikingen. In zijn boek ”Reforming Journalism” beschrijft hij het principe van Bijbelse objectiviteit. Elke journalist streeft ernaar objectief te zijn en de waarheid aan het licht te brengen. Een christenjournalist belijdt dat God de Waarheid is, Die zich aan mensen openbaart in Zijn Woord. Dat Woord is dan ook het énige objectieve en zuivere perspectief vanwaaruit we naar de wereld kunnen kijken. Echte objectiviteit is Bijbelse objectiviteit, aldus Olasky. Bijbelse objectiviteit laat zien dat mensen goed zijn geschapen, maar diep zijn gevallen. Het geeft christenjournalisten de legitimatie om verslag te doen van lijden, gebrokenheid en zelfs van het kwade. De Bijbel leert dat als een mens God de rug toekeert, hij kan worden als een beest, tot alles in staat. Een journalist die dat verzwijgt, negeert de diepte van de zondeval én de noodzakelijkheid van het offer van Christus. Om die reden krijgt het kwaad soms een naam, een gezicht, ook op deze krantenpagina’s.
Tegelijkertijd is de redacteur die werkt volgens deze principes zelf ook een zondig mens, met een beperkt begrip. We zien in een duistere rede, schrijft Paulus. Hoewel veel dingen voor ons verborgen zijn, helpt het Bijbelse perspectief bij de juiste duiding van grote en kleine nieuwsgebeurtenissen. Zo kan een journalist volgens Olasky fungeren als de moderne versie van Ezechiëls wachter op de muur. Die had de taak om de bazuin te blazen, zodra hij „het zwaard over het land zag komen”. Vertaald naar de redactievloer: ontwikkelingen signaleren, de tijdgeest duiden.
De evangelicale theoloog J.I. Packer noemde de journalistiek „de meest noodzakelijke vorm van pre-evangelisatie, een training in een christelijk wereldbeeld”. Dat is een hoge roeping. Want in de maalstroom van het nieuws, waarin verdriet, rampen en oorlogsgeweld doorgaans de boventoon voeren, kan de boodschap van hoop gemakkelijk ondersneeuwen. Klinkt in de verhalen die we brengen voldoende door wat het enige perspectief is voor een gebroken wereld? Reflectie daarop is onmisbaar en dwingt ons als redacteuren om van tijd tot tijd een stapje terug te doen, weg van de hectiek. Om in de stilte ook zélf het juiste zicht weer te krijgen.
De auteur is adjunct-hoofdredacteur van het Reformatorisch Dagblad.