Obesitasrecord is aanklacht en spiegel: „Leer ons voor overdaad ons wachten”
Nog nooit waren er in Nederland zoveel mensen met obesitas als nu. Het percentage Nederlanders met ernstig overgewicht was in 2023 bijna drie keer zo hoog als in 1981, zo bleek maandag uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dit obesitasrecord is een aanklacht tegen de welvaartsmaatschappij en houdt iedereen een spiegel voor.
Voor het goede verstaan: een volwassene heeft matig overgewicht bij een Body Mass Index (BMI) tussen 25 en 30. Bij een BMI van 30 of hoger heeft iemand ernstig overgewicht, oftewel obesitas. Je BMI bereken je door je gewicht in kilo’s te delen door het kwadraat van je lengte in meters.
In 2023 had 16 procent van de 20-plussers in Nederland obesitas, in 1981 was dat nog 5,3 procent. In totaal had 51 procent van deze groep Nederlanders een zekere mate van overgewicht, tegenover 33 procent in 1981. Wereldwijd kampt een op de acht mensen met obesitas, aldus wereldgezondheidsorganisatie WHO vrijdag. Dat komt neer op het duizelingwekkende aantal van meer dan 1 miljard mensen.
De gevolgen van obesitas liegen er niet om. Mensen met overgewicht lopen meer gezondheidsrisico’s. Overgewicht verhoogt onder andere het risico op diabetes, hart- en vaatziekten en verschillende vormen van kanker. Met alle gevolgen van dien. Menig Nederlander gaat al met al gebukt onder de gevolgen van de welvaart. Obesitas en overgewicht zijn daarmee een aanklacht tegen de welvaartsmaatschappij. Kennelijk valt het zwaar om weerstand te bieden aan de mogelijkheden en verleidingen van de rijkdom.
Tegelijk rusten er nogal wat stigma’s op obesitas: eigen schuld, dikke bult; elk pondje gaat door het mondje; zwaarlijvigen hebben een gebrek aan discipline. Het is te gemakkelijk om elk persoon met ernstig overgewicht met dit vooroordeel tegemoet te treden. Immers, ook genen, medicatie en psychische problemen kunnen overgewicht veroorzaken. Daarbij spelen nogal wat sociale en economische factoren een rol. In het ene gezin spelen gezond voedsel en voldoende beweging een belangrijke rol, in het andere juist helemaal niet. Ook de beschikbaarheid van ongezonde alternatieven in de omgeving doet ertoe; als er een snackbar om de hoek is en een fastfoodrestaurant twee straten verderop, wordt de verleiding om ongezond te eten een stuk groter.
Kortom, de voedselindustrie, de overheid, scholen, werkgevers en ouders kunnen een grote invloed hebben op een gezond gewicht. Elk op hun eigen manier. Maar de verantwoordelijkheid voor een gezond lichaam begint bij ieder individu zelf. Zorg voor het lichaam –in de Bijbel niet voor niets de tempel van de Geest genoemd– heeft alles te maken met gezond eten en voldoende bewegen. Die zorg komt niet in mindering op zorg voor de ziel. Matigheid is immers een belangrijke deugd, een vrucht van de Geest zelfs. De bekende ”Bedezang voor het eten” belijdt dat eten en drinken uit Gods milde hand komen, maar bidt meteen ook om bewaring voor overdaad: „Leer ons voor overdaad ons wachten.”