Eten en drinken na de zondeval
Calorieën tellen, etiketten spellen, eiwitshakes bestellen. Januari is bij uitstek de maand waarin mensen wat aan hun gewicht willen doen. Maar is dat wel zo slim? En als het al nodig is, hoe dan?
V Zelf is diëtist Janneke Cornet-de Vries niet echt gericht op haar gewicht. „Dat komt natuurlijk ook omdat ik weet dat het wel goed zit, maar ik maak wel werk van gezond eten. Dat is minstens zo belangrijk.”
Het zou ook niet goed zijn als ze in haar situatie continu calorieën zou tellen. „Doe je dat wel, dan kan er sprake zijn van een eetstoornis. Meiden die bij mij in de praktijk komen, weten vaak veel beter dan ik hoeveel calorieën er in hun eten zitten en hoeveel procent van hun maaltijd uit vet bestaat. Het kan wel goed zijn om een tijdje te tellen, bijvoorbeeld door een eetdagboek bij te houden, maar dan alleen voor een stuk bewustwording.”
De term gezond gewicht is er sowieso een waar Cornet een kanttekening bij zet. „Gewicht is maar een deel van het verhaal. Je kunt een perfecte BMI hebben, maar als je middelomtrek te groot is, loop je toch een verhoogd risico op welvaartsziekten als diabetes en hart- en vaataandoeningen.”
Het verband tussen een verhoogde omvang van de taille en de kans op welvaartsziekten is volgens de diëtist goed verklaarbaar. „Vaak ligt de oorzaak van de verhoogde middelomtrek bij een ongezonde leefstijl. Wie bijvoorbeeld te veel ongezond vet en weinig vezels binnenkrijgt, wat meestal samenhangt met de keuze voor gemaksvoeding, krijgt te maken met vetophoping rond de buik.”
De 43-jarige diëtist uit Oldebroek weet waar ze over praat. Al ruim twintig jaar begeleidt ze mensen met meer of minder complexe gewichtsproblemen. Sinds kort werkt ze bij Atlant in Beekbergen, waar ze te maken heeft met mensen met het syndroom van Korsakov, de ziekte van Huntington of dementie en chronisch psychiatrische patiënten.
Cornet ziet goede voeding en een gezonde leefstijl als een christenplicht. „Al moet je daar niet in doorslaan, dan kun je zelfs een eetstoornis ontwikkelen, met alle gevolgen van dien. Zodra zaken dwangmatig worden, moet je oppassen.”
Tegelijkertijd heeft ze oog voor de gebrokenheid van de schepping, die zich ook op dit punt laat gelden. „Perfectie is onhaalbaar, die zul je nooit bereiken als het om leefstijl gaat. We leven na de zondeval. Het kan een sterke worsteling voor mensen zijn als afvallen niet lukt, of als ze te kampen hebben met eetbuien. Dat veroorzaakt verdriet, onmacht en schaamte en kan weer nieuwe eetbuien tot gevolg hebben.”
Terugval
Te vaak ziet Cornet dat mensen maar door blijven modderen, steeds aan een nieuw dieet beginnen en uiteindelijk alleen maar zwaarder worden. „Wie telkens weer op eigen kracht een lijnpoging doet met dure dieetproducten, loopt veel risico op terugval. Dat geldt ook voor het volgen van een dieet waarbij een hele groep, op zich gezonde, voedingsmiddelen moet worden vermeden. Dat is geen structurele oplossing.”
Van hypes als koolhydraatarm eten is de ervaren diëtist niet onder de indruk. „Brood is prima. Dan heb ik het wel over vezelrijk brood. Suikers beperken loont wel. Ik zie dat mensen zich daar beter van gaan voelen. Fitter en minder snel moe, dat merken ze zelf ook.”
Een van de weinige populaire diëten waar Cornet niet onwillig tegenover staat, is intuïtief eten. Daarbij gelden geen beperkingen, maar leer je jezelf eten op basis van honger en verzadiging. „Voor de een zal het helpen, voor de ander niet. Ik vraag me ook af of het genoeg is. Moet je niet een spade dieper steken?”
In de praktijk zet de diëtist het liefst in op het eten van veel groente, fruit en volkorenproducten. Gedragsverandering is het sleutelwoord. Dat klinkt logisch, maar de praktijk is weerbarstig. Neem kleine stapjes, leert Cornet haar cliënten. „Ik leg mensen niets op, ook niet dat er kilo’s af moeten. Dat werkt niet. Ik stuur wel bij en laat cliënten zelf ontdekken wat niet goed gaat. Elk stapje dat blijvend kan worden gezet, is winst. De eetwissel die het Voedingscentrum aanbeveelt, is het proberen waard. Het idee is een ongezond product structureel om te zetten in een gezonde keuze. Bijvoorbeeld gewone pasta vervangen door volkorenpasta of een kaasstengel door komkommer. Lukt dat, dan is het tijd voor een volgend stapje.”
Gedragsverandering is vooral kwestie van hard werken en goede begeleiding. „Het Voedingscentrum adviseert 250 gram groente per dag. Zelf heb ik er geen moeite mee om die hoeveelheid tijdens de warme maaltijd weg te werken, maar voor een ander kan dit erg moeilijk zijn. Begin desnoods met een handje snoeptomaatjes als tussendoortje.”
Haalbaar
Cornet is ervan overtuigd dat het voor iedereen haalbaar is om gezonder te leven en af te vallen. „Lukt dat niet, zoek dan hulp. Wat bij de een helpt, werkt bij de ander juist averechts. Ieder mens is anders en daar spelen diëtisten ook op in. Natuurlijk is het wennen om groente en fruit te eten als je dat de afgelopen vijftig jaar nauwelijks deed. Kijk dan wat je wel lust en bouw dat uit.”
Het is waar dat het voor de een makkelijker is om op gewicht te blijven dan voor de ander. „Geef je twee mensen exact dezelfde hoeveelheid calorieën en beweging, dan wil dat niet zeggen dat ze dezelfde BMI hebben. Het betekent dat de persoon die de neiging heeft te zwaar te worden toch echt zijn calorie-inname zal moeten beperken of meer moet bewegen. Dat geldt ook voor ouderen, die in de loop van de tijd over het algemeen een tragere stofwisseling krijgen.”
Cornet beseft als geen ander dat dit gemakkelijker gezegd is dan gedaan. „De normale reactie bij verdriet en stress is dat je geen hap door de keel kunt krijgen. Een deel van de mensen, we noemen ze emotionele eters, gaat in die situatie juist extra eten. Hier aandacht aan besteden is erg belangrijk als je succes wil hebben bij het verlagen van het gewicht.”
De diëtist is er in de loop der jaren steeds meer van overtuigd geraakt dat in veel gevallen psychische klachten of allerlei leed achter het gewichtsprobleem verscholen zit. „Mensen zijn soms te veel gefocust op uiterlijk. Je kunt in die situatie beter kijken naar de psychische kant van het verhaal, desnoods in samenwerking met een psycholoog. Het gaat ook om een stuk eigenwaarde. Je mag er zijn.”
Eerlijk
Vooral als er sprake is van fors overgewicht, zitten er vaak traumatische ervaringen achter. „Je moet je dan afvragen: is het goed om een dieet te volgen, of moet er eerst wat anders gebeuren. Het is goed om eerlijk naar jezelf te kijken. Zie jezelf niet als slecht, maar zoek naar de oorzaak. Verdoven of emoties dempen met eten kan heel goed werken, maar is dat de oplossing en wil je dat? Zelf tot inzicht komen wat er speelt, werkt het beste. Dan komt er ook ruimte om eraan te werken. Ga bijvoorbeeld lekker naar buiten en zorg voor een beter slaapritme.”
Naast de emotionele eter is er ook nog de externe eter. „Dat zijn mensen die de verleiding niet kunnen weerstaan als ze eten zien of ruiken, of als ze anderen zien eten. Een gebakje afslaan vinden ze erg moeilijk. Op dit punt ligt in onze westerse wereld heel veel verleiding. Er is overal, –vaak ongezond– eten aanwezig.”
Hét antwoord op overgewicht bestaat niet. Wel zijn er zaken die een flinke vinger in de pap hebben. Denk aan alcohol, dat voor een niet gering aantal mensen in meer of mindere mate dagelijkse kost is. „Alcohol is niet alleen een punt van aandacht omdat er aardig wat calorieën in zitten, maar je krijgt er ook nog eens trek van. Vaak grijp je dan naar ongezonde dingen als kaas, worst of chips.”
Ondanks het feit dat overgewicht bij vegetariërs maar half zoveel voorkomt, zal Cornet mensen niet adviseren om vlees altijd te laten staan. „Tekorten van bepaalde vitamines en mineralen liggen dan op de loer, al is dat vooral een punt bij kinderen en zwangeren. De gezondheidswinst bij vegetariërs zit mijns inziens vooral in het feit dat ze heel bewust eten. Ze eten veel groente, fruit, peulvruchten en noten en krijgen dus ook veel vezels, vitaminen en mineralen binnen.”
Minder vlees eten juicht ze wel toe. „Met name bewerkt vlees zouden we veel vaker moeten laten staan. Er zit veel zout in en andere toevoegingen. Dat geldt overigens voor de meeste levensmiddelen die je in de supermarkt koopt. Bewerkt voedsel eet makkelijk weg, maar het is echt schrikken als je ziet hoeveel suiker, zout en verzadigd vet er in koek, snacks en kant-en-klaarmaaltijden zit.”
Lezen
Dat brengt Cornet bij een gevoelig, maar wel belangrijk punt. „Een deel van de bevolking, dat zijn vaak mensen met een lage sociaal-economische status, heeft moeite met het lezen van etiketten. Soms moet ik mensen echt bij de hand nemen. Samen een dagmenu maken en leren wat goed is en wat niet.”
Het lukt de diëtist vrijwel altijd om mensen te helpen. „Uiteindelijk wil iedereen een gezond lichaam. Al kan ik ze maar een stukje verder helpen, een steuntje in de rug geven. Een kleine gewichtsvermindering doet de gezondheid al goed.”