Als demissionair minister-president Rutte naar de NAVO vertrekt, moet iemand anders zijn stoel in het Torentje bemensen. Hoe gaat dat in z’n werk?
Rutte is serieus in beeld als opvolger van huidig secretaris-generaal Jens Stoltenberg van de NAVO. De enige vragen die nog terzake lijken te doen, zijn wanneer het bondgenootschap zijn benoeming naar buiten brengt en wanneer dat ingaat. Dat kan al snel na de bekendmaking zijn, maar dat Rutte na een eventuele voordracht pas komend najaar aan de slag gaat, is niet uitgesloten. Stoltenberg gaat formeel pas in oktober weg.
Voor de opvolgingsprocedure maakt dat wel verschil, althans op papier. Als Rutte dit voorjaar al wordt voorgedragen en meteen aan de slag gaat, móét er snel een vervanger komen. Blijft Stoltenberg nadien nog even aan, dan zullen Ruttes persoonlijke opvatting over de verenigbaarheid van beide functies én uiteindelijk die van de Tweede Kamer doorslaggevend zijn. Op papier kan hij dan nog aanblijven. Maar luidt de slotsom dat belangenverstrengeling onontkoombaar is –bijvoorbeeld omdat je je niet kunt inwerken voor zo’n baan als je tegelijkertijd op een EU-top ook het Nederlandse standpunt over militaire steun aan Oekraïne moet uitdragen– dan is het einde verhaal.
Script
Eén ding lijdt dus geen twijfel: in de VVD-top gaat het draaiboek voor het voordragen van een invalpremier binnenkort van hand tot hand. Als dat niet al gebeurd is. De formele kant van dat script is summier. Eén: Nederland móét volgens onze grondwet een minister-president hebben. De rit uitzingen met drie vice-premiers kan dus niet. En twee: nadat de minister-president zelf een opvolger heeft voorgedragen is het de ministerraad die daar volgens haar eigen reglement van orde over „beraadslaagt en besluit”. Het is dus aan de VVD zelf om te bepalen hoe gedecideerd of toegeeflijk de partij zich wil opstellen bij het naar voren schuiven van een eigen voorkeurskandidaat.
Redenen om die post te behouden, zijn er te over. Neem alleen het gegeven dat Wilders, Yeşilgöz, Omtzigt en Van der Plas van PVV, VVD, NSC en BBB in de Tweede Kamer blijven als ze de onderhandelingen over een extraparlementair kabinet tot een goed eind weten te brengen. In dat geval komt de premiersvraag in de eindfase van deze formatie opnieuw aan de orde. Dat maakt het voor de VVD aantrekkelijk en het proberen waard om nu alvast een invalpremier naar voren te schuiven, die kan rekenen op de steun van PVV, NSC en BBB. Johan Remkes wellicht?