Russisch-orthodoxe priester discussieert aan keukentafel over oorlog Oekraïne
Bijna twee jaar geleden viel Poetin Oekraïne binnen. Het zorgde voor onrust in de Russisch-Orthodoxe Kerk in Nederland. Hoe gaat het nu? Op bezoek bij vader Jewsewy van het Russisch-orthodoxe klooster in Hemelum.
Je verwacht het niet, maar in het West-Friese dorpje Hemelum, op circa 5 kilometer van Oudemirdum, bevindt zich een Russisch-orthodox klooster. Vrij onopvallend, dat wel. Het zit verstopt in een voormalige gereformeerde kerk. Alleen het dak verklapt iets van de identiteit van het gebouw. Daarop staat in plaats van een torenhaan een uivormig koepeltje met een orthodox kruis.
Sinds 1999 is dit kerkgebouw uit 1889 in bezit van de Russisch-orthodoxe Stichting Orthodox Welzijn. Die verbouwde het tot een klooster. De preekstoel maakte plaats voor een iconenwand. Achter gordijnen bevindt zich „het heilige der heiligen”, de ruimte voor de geestelijken.
Hoofd van het klooster is priestermonnik vader Jewsewy (69), geboren in Sneek. Gekleed in een zwarte monnikspij en dito muts en met een lange grijze baard heeft hij een oosterse uitstraling. Vrijwel elke doordeweekse ochtend om zeven uur en elke middag om vijf uur houdt hij een dienst in de kerk volgens de monastieke traditie. Op zaterdagavond bezoekt hij de parochie in Groningen en op zondag gaat hij voor in Zwolle en Leeuwarden.
Kerkgangers zijn er niet in de dagelijkse monastieke diensten. In de zomer steekt er weleens een toerist zijn hoofd door de deur. Alleen op hoogtijdagen, met de kerkelijke feesten, zit de kerk vol. Dan komt er wel vijftig man. Afkomstig van heinde en ver. Uit Friesland, maar ook van de Veluwe, Overijssel, Drenthe en zelfs Noord-Holland.
Zijn dat allemaal Russen? „Welnee”, zegt vader Jewsewy. „Ook andere Slavisch-orthodoxen komen hier, zoals Bulgaren, Tsjechen, Slowaken, Polen, Oekraïners en Serviërs. Gisteren sprak ik nog met Nikos en Vassilios, dat zijn twee Grieken. En Friezen natuurlijk. We trekken een enorm breed scala aan nationaliteiten en talen aan. Maar wel met één geloof.”
Koekjes
Het gesprek gaat verder in de bibliotheek van de pastorie. Die staat naast de kerk en wordt deels bewoond door vader Jewsewy. Ook hier staan iconen op de schouw en in de boekenkast. Een gaskachel zorgt voor een behaaglijke warmte. Vader Jewsewy zet koffie en melkbroodjes neer op de tafel midden in de ruimte. En koekjes, „gekregen van een Oekraïense vrouw”. Er zit een geel-blauwe sticker op geplakt: ”Pray for Ukraine”.
De afgelopen twee jaar vonden veel Oekraïense vluchtelingen de weg naar het klooster, vertelt de priester. „Ik heb een halfjaar lang Oekraïense vluchtelingen in huis gehad, wist je dat? Net nadat de oorlog was uitgebroken.”
Twee jaar geleden viel Poetin Oekraïne binnen. Wat voor gevolgen had dat voor uw parochie?
„Nederlandse media doen alsof alles begon op 24 februari 2022, maar daar ging veel aan vooraf. Al in 2014 heb ik een halfjaar lang een Oekraïense priester in huis gehad. Zijn flat in de stad Donetsk was compleet kapotgeschoten. Via een kennis is hij bij mij in Nederland terechtgekomen. Toen was er dus al een oorlog gaande, alleen niet op zo’n schaal als nu.”
Dus die inval kwam voor u niet als een verrassing?
„Nou ja, ze hebben mij natuurlijk niet van tevoren op de hoogte gebracht. Er hing al lang spanning in de lucht tussen Rusland en Oekraïne vanwege de situatie in de oostelijke provincies van Oekraïne. Ik dacht dat de landen daar samen wel uit zouden komen. Maar toen de besprekingen in Minsk mislukten, werd een tegenreactie van Poetin steeds waarschijnlijker. Dat die uiteindelijk heeft plaatsgevonden, is heel tragisch, heel jammer.”
Vond u het terecht, die invasie door Poetin?
„Al langer hoorde ik dat parochianen in Oekraïne zich niet langer thuisvoelden in hun land. Oekraïne richtte zich steeds meer op het Westen. De jeugd werd opgeroepen om Engels te leren in plaats van Russisch. Westerse landen gaven Oekraïne daar subsidies voor. Er waaide een nationalistische geest. De Russische taal en cultuur werden als overbodig gezien.”
Rechtvaardigt dat een oorlog?
„Nee, nee, dat vind ik niet. Maar ik begrijp de achterliggende gedachte wel. Ik heb een aantal Russischtaligen in mijn parochie die afkomstig zijn uit de oostelijke provincies van Oekraïne. Zij spreken Russisch, kennen de Russische cultuur. Die werden in hun eigen land met de nek aangekeken. En dat gebeurde ook met Russische burgers in Europese landen. De russofobie nam grote vormen aan.”
Welke gevolgen had de inval voor uw parochie?
„Officieel is dit een klooster en geen parochie, dus hebben wij ook geen leden. Maar voor het gemak noem ik de mensen hier net als u parochianen.
Er was destijds veel schrik. Wat gaat er gebeuren? En wat ik ook merkte, was dat er een scheiding van geesten ontstond. Twee parochianen die uitgesproken Oekraïens-nationalistisch waren, wilden geen contact meer met mij. Omdat ons klooster onder het patriarchaat van Moskou valt.
Onterecht, vond en vind ik. Het gaat in de kerk niet om nationaliteiten, maar om God. We krijgen geen vrede in ons hart als we als verschillende volken tegenover elkaar staan. Als kerk is het onze taak om ons ver van het geweld van de wereld te houden en ons te richten op het bewaren van rust en vrede.”
En, was er begrip voor uw houding?
„Een paar weken na de inval vierden we het orthodoxe paasfeest. Er waren mensen met een Russische en met een Oekraïense achtergrond aanwezig. Het geloof, dat bond ons samen. Dat oversteeg alle verschillen en problemen.
In het eerste jaar na de inval liepen de gemoederen hier aan tafel soms hoog op. Die mevrouw die ik in huis had, was behoorlijk nationalistisch en wilde af en toe haar Oekraïense opvattingen ventileren. Als dat gebeurde, dan klopte ik op tafel” (klopt met zijn knokkels drie keer op de tafel) „en zei ik: „Niet hier.” Hier wil ik geen politieke discussies. Mensen moeten beseffen dat ze naar de kerk komen om te bidden, niet om te discussiëren. Dat betekent niet dat we de wereldproblemen uit het oog verliezen. Nee, dat doen we juist uit liefde voor die wereld.
Alleen al het bezoeken van een dienst kan een mens veel goed doen. Onlangs vierde ik mijn naamdag. Na afloop van de kerkdienst zaten we met een groep in de pastorie. Een Oekraïner bedankte mij toen hartelijk voor de plek die hij in de kerk had gekregen. Een plek waar hij de ellende even kon vergeten, kon bidden en zich kon richten tot God. ”
De parochie in Amsterdam besloot daags na de inval de naam van patriarch Kirill niet meer te gebruiken in de liturgie. Ze scheurde zich af van Moskou en sloot zich aan bij het bisdom van Constantinopel. Wat vindt u van dat besluit?
„Samen met mijn broer, die priester is van de parochie in Groningen, heb ik destijds een verklaring over dat besluit gepubliceerd. De belangrijkste vraag die wij daarin stelden is of de stap van deze Amsterdamse vaders de vrede en rust in Oekraïne en in de harten van de gelovigen dichterbij brengt. Wij vrezen van niet. Misschien stelt het wel het geweten van enkelen gerust, maar een persoonlijk gerustgesteld geweten is niet voldoende reden om het lichaam van Christus te scheuren.
Pijnlijk vond ik ook dat de scheuring bekend werd gemaakt op 13 maart 2022, de zondag van de Triomf van de Orthodoxie. Juist op zo’n dag zouden we ons met God en met elkaar moeten verbinden. En wat verbindt is niet het afwijzen van anderen, maar het openen van je armen voor hen.
Natuurlijk begrijp ik de verontwaardiging vanwege de agressie. Maar je moet heel voorzichtig zijn om je als kerk te laten leiden door de publieke opinie. De kerk is een instituut voor de eeuwigheid en niet voor het moment. Wij hebben de taak om er voor alle orthodoxe gelovigen te zijn. Voor zowel Oekraïners als Russen, Grieken als Serviërs, Roemenen als Bulgaren.”
U bent nog wel trouw aan Moskou. Hoe kijkt u naar patriarch Kirill?
„Met deze verklaring zeggen we niet: We staan achter patriarch Kirill. Daar gaat het in deze zaak niet om. Dan gebruik je wereldse maatstaven. Daar moet je voorzichtig mee zijn. De kerk redeneert vanuit een hoger perspectief.
Als patriarch Kirill verkeerde uitspraken heeft gedaan en daarmee verbonden beslissingen heeft genomen, dan zal uiteindelijk onze hemelse Vader hem op Zijn wijze terechtwijzen. Wij blijven desondanks onder het patriarchaat van Moskou. Wij zijn geen politieke partij, maar een gemeenschap van gelovigen, biddend voor de vrede. En juist nu bidden we ook voor de patriarch.”
Is het bij Amsterdam gebleven? Of heeft de oorlog voor meer verdeeldheid gezorgd in de Russisch-Orthodoxe Kerk in Nederland?
„Nee, ik denk eerder het tegenovergestelde. Die heeft voor meer eenheid gezorgd. We voelen ons als parochies met elkaar verbonden. Ik heb ook het idee dat mensen die zich destijds hebben afgescheiden, nu twijfelen over de juistheid van hun beslissing. Er heeft zich in Amsterdam een tweede parochie gevormd die wel onder Moskou valt. En dat is een zeer levendige gemeenschap.”
Hoe ervaart u als geestelijke in de Russisch-Orthodoxe Kerk het klimaat in Nederland? Krijgt u veel haatreacties?
„Zeker de eerste tijd na de inval kreeg ik via internet regelmatig bedreigingen. Mijn broer uit Groningen en ik kregen allebei een kaartje op de mat. Daarop stond een foto van een champagnekoeler met flessen en de tekst ”molotov”. Ook zijn er verschillende Russisch-orthodoxe kerken beklad. Gelukkig waren deze uitingen van haat na een paar maanden wel voorbij.
Ik zie de laatste tijd gelukkig een andere ontwikkeling. Zowel in Zwolle als in Leeuwarden ontmoet ik veel Nederlandse jonge mensen die interesse hebben in het orthodoxe geloof. Ze hebben diepe vragen over de zin van het bestaan en wat een christelijk leven precies inhoudt. Daarom ben ik met een oriëntatiecursus gestart. Inmiddels heb ik een groep in Twente, in Zwolle begint er binnenkort een en in Leeuwarden start een tweede groep. Dat vind ik zeer hoopgevend.”
Komt er ooit vrede tussen Oekraïne en Rusland?
„Ik vrees het ergste, maar ik hoop en bid er elke dag voor. De haat bij sommige Oekraïners tegen de Russen zit ontzettend diep. Maar haat biedt geen oplossing. Christus roept ons op om onze vijanden lief te hebben. Dat is de weg naar vrede.”