Verklaring theologen tegen ideologie van ”Russkii Mir”
Een kleine honderd theologen van internationale komaf hebben een solidariteitsverklaring ondertekend die de ideologie van de ”Russkii Mir” (”Russische wereld” of ”Russische wereldorde”) en de verwevenheid van het christendom en de politieke macht veroordeelt.
Steunbetuigingen komen onder anderen van bekende theologen als Jürgen Moltmann (Duitsland), Nicholas Wolterstorff (VS), Tomáš Halík (Tsjechië) en Miroslav Volf (Kroatië/VS). Nederlandse ondertekenaars zijn onder anderen Leon van den Broeke, Joris Vercammen, Marcel Sarot en Marietta van der Tol.
De verklaring vloeit voort uit een bijeenkomst op 4 april die was georganiseerd door het Protestant Political Thought-project van de Universiteit van Oxford. Wetenschappers van christelijken huize spraken daar over het gevaar van de Russkii Mir-ideologie, de idee dat er een heilige eenheid bestaat tussen de Russische, Oekraïense en Wit-Russische volkeren. Aanhangers van dit gedachtegoed vereenzelvigen zich met ”het goede”, en wie anders denkt, behoort tot de ”kwade krachten”.
Met het statement willen de christelijke academici het verzet tegen de ideologie uit niet-orthodoxe christelijke hoek faciliteren, terwijl ze zich ook solidair tonen met een groep orthodoxe theologen die vorige maand een soortelijke verklaring uitbracht. Daarin stond: „De pijnlijke waarheid (…) is dat ons eigen leiderschap, en in het bijzonder het leiderschap van de Russisch-orthodoxe kerk, een valse leer heeft ontwikkeld en gepromoot die bekend staat als ”Russkii Mir”, waardoor Poetin de religieuze carte blanche kreeg voor zijn afschuwelijke invasie en annexatie van Ruslands vreedzame, democratische buren: Oekraïne.”
Het is echter te gemakkelijk om deze ideologie voor te stellen als een orthodox of zelfs Russisch probleem, vinden de ondertekenaars van de recente ”Oxford-verklaring”. Hetzelfde gedachtegoed komt voor in het christelijk nationalisme, in en buiten Europa, namelijk daar waar het christendom aanspraak maakt op de politieke en culturele macht en daar waar begrippen als ”heilig” en ”goed en kwaad” een politieke lading krijgen. „Dergelijke aanduidingen”, stellen de academici, „komen neer op een seculiere projectie van de eindtijd – maar zonder Christus als zijn Verlosser, en zonder de ware christelijke hoop. Of het nu in de vorm van de Russki Mir is, of van het christelijk nationalisme, zijn aanspraak op het christendom is fundamenteel en door en door vals.”
In de verklaring nemen de theologen stelling in tegen deze ideeën. „We erkennen dat christelijke tradities historisch heiligheid alleen aan God toeschrijven.” Ook schrijven ze: „De integriteit van het christelijke getuigenis wordt vervormd wanneer het wordt gebruikt om scheiding te creëren tussen mensen en mensen, tussen ras en ras, tussen natie en natie, en tussen beschaving en beschaving.”
De ondertekenaars roepen op tot de ontwikkeling van een oecumenische ”theologie na het christendom”. Zij beloven in 2023 er een conferentie over te houden. Daarbij staat de vraag centraal hoe het christendom invloed kan uitoefenen op het politieke denken, zonder daarbij dominantie te claimen.