Onderzoekers: Verwijdering koolstofdioxide zwaar overschat
Overheden en bedrijven overschatten in hoge mate de toekomstige mogelijkheden om CO2 uit de atmosfeer te halen en op te slaan. Die conclusie trekken Franse en Australische onderzoekers donderdag in een publicatie in Science. Ze waarschuwen in hun onderzoek voor de gevolgen van een al te groot vertrouwen in CO2-verwijdering.
Koolstofdioxide (CO2) is het voornaamste broeikasgas dat de huidige opwarming van de aarde veroorzaakt. De concentratie van het gas, dat warmte vasthoudt in de atmosfeer, is de afgelopen twee eeuwen met de helft toegenomen, vooral door het gebruik van fossiele brandstoffen.
Zowel overheden als een groeiend aantal bedrijven streven naar klimaatneutraliteit, vaak rond 2050. In theorie kan die neutraliteit op twee manieren worden bereikt: stoppen met activiteiten die broeikasgassen uitstoten, of op grote schaal broeikasgassen uit de atmosfeer halen. Dat laatste kan bijvoorbeeld door bomen te planten.
Een andere methode is het produceren van biomassa of biobrandstoffen, in combinatie met het afvangen en opslaan van CO2. Planten die groeien nemen CO2 op. Als dat bij de verbranding niet de lucht ingaat, maar wordt afgevangen en onder de grond wordt opgeslagen, daalt uiteindelijk de CO2-concentratie in de atmosfeer.
De onderzoekers zien echter dat alle plannen die landen en bedrijven hebben op dit vlak, een veel te groot beslag leggen op de ruimte. „Er is niet genoeg land op onze planeet voor enorme hoeveelheden CO2-verwijdering. Dat gaat ten koste van andere zaken”, legt de Parijse onderzoeker Paul Leadley uit. Als alle voornemens van nationale overheden worden uitgevoerd, is volgens de wetenschappers rond 2060 ongeveer 12 miljoen vierkante kilometer nodig voor nieuw bos en de teelt van gewassen die tot biobrandstof worden verwerkt. Dat oppervlak komt in de buurt van het volledige landbouwareaal dat nu beschikbaar is.
Het pleidooi van de onderzoekers is om in plannen voor CO2-verwijdering altijd rekening te houden met biodiversiteit, voedselzekerheid en zoetwatergebruik.