”Jesus Christ Superstar” toont wel een Jezus maar niet de Christus
Hoewel de kerstdagen nog maar nauwelijks achter ons liggen, is er in de theaters al veel belangstelling voor het lijden van de Heere Jezus. Een bekende musical uit de jaren zeventig van de vorige eeuw, ”Jesus Christ Superstar”, is sinds deze week weer te zien in een nieuwe uitvoering. Het is veel moderner dan toen, maar nog even godslasterlijk.
”Jesus Christ Superstar” heeft zijn duizenden verslagen sinds de première op 12 oktober 1971 in New York. Onder christenen is er van meet af aan veel protest geweest. Overigens niet altijd, want de Rooms-Katholieke Kerk in Peru steunde in 2014 de uitvoering ervan in een gevangenis in een poging om te evangeliseren onder gevangenen. Met datzelfde motief wordt de verfilming van de voorstelling regelmatig aanbevolen om het gesprek met niet-christenen aan te gaan over de betekenis van het leven van Jezus.
Op die gedachte valt veel af te dingen. Al in 1972 schreef ir. J. van der Graaf in De Waarheidsvriend dat de voorstelling wel spreekt over Jezus maar niet over Christus: „Dat er mensen zijn, die zich christenen noemen, die deze karikatuur van Jezus positief kunnen waarderen is me onbegrijpelijk. Daarachter ligt een ontstellend gemis aan levende kennis van Jezus, zoals de Bijbel ons Hem voorstelt.” Jezus wordt voorgesteld als een sociaal-hervormer, een revolutionair leider: „Het is de mens, of een mens, Jezus, die wordt uitgebeeld en op grove wijze getrokken wordt in ons leefklimaat, in onze zondige dingen. De Bijbel zegt dat Hij de mensen in alle dingen gelijk werd, uitgenomen de zonde. Maar onze moderne tijd stelt Hem ook als symbool van onze zonde voor, in het bedrijven daarvan.”
Dat is een ernstig manco aan deze voorstelling. Je kunt om allerlei redenen kritiek hebben op het spelen, verbeelden en verfilmen van het leven en lijden van de Heere Jezus, bijvoorbeeld vanwege het grove en spottende karakter van zo’n musical, of de vele on-Bijbelse en gefantaseerde elementen erin zoals de vermeende verhouding tussen Jezus en Maria Magdalena. Terecht. Maar de kern van de kritiek is wat De Telegraaf deze week als kop boven de recensie plaatste: ”Jesus Christ Superstar: Judas iets meer superster dan Jezus”. Het theaterstuk pleegt verraad aan het leven van Jezus, aan de diepste betekenis en het doel van Zijn komen naar deze zondige wereld als de Middelaar, de Gezalfde, de Hogepriester.
De tekstschrijver van het toneelstuk, Tim Rice, erkende dat al in 1970: „Het idee van de hele opera is Christus te laten zien door de ogen van Judas. Judas werd door Jezus een duivel genoemd. Daarom waarschuwde een Amerikaans kerkblad destijds: „Als je je geest niet wilt vullen met satans kwaadaardige verkeerde voorstelling van de Zoon van God, moet je Jesus Christ Superstar vermijden.” Immers, aan het theaterstuk ontbreekt het belangrijkste, namelijk dat Hij is opgestaan uit het graf, de dood overwonnen heeft en dat Hij zondaren die tot Hem komen, eeuwig leven belooft. Dat is wat satan liever niet toont.