Statenvertaling is bij GBS in goede handen
Vraag de GBS of het woord mitsgaders in de Statenvertaling moet blijven staan en het antwoord is „ja”. Deze behoedzaamheid lijkt me zeer terecht. Als de GBS onze eeuwenoude Statenvertaling niet zou bewaren, wie dan wel? Ik steun de GBS.
In boek 3 van zijn ”Institutie” toont Calvijn zich bezorgd over mensen die de grenzen van hun beroep niet in acht nemen. De mens is geneigd zich „in zijn eerzucht op verschillende dingen tegelijk” te storten, waardoor „alles ondersteboven gaat en door elkaar gaat lopen” (III.X.6). Dat is een herkenbare observatie. Als in een bestuur de voorzitter zich overal mee gaat bemoeien, gaat het fout. Hetzelfde geldt voor organisaties, zeker in de non-profit. Blijf bij je missie.
De GBS heeft ook een missie: handhaving van de Statenvertaling. De GBS bekritiseren omdat ze bijna niets in de Statenvertaling wil veranderen, is gezien deze missie wel apart. Een museum verwijt je ook niet dat het alles in oude staat wil houden. Daarnaast verspreidt de GBS de betrouwbare vertalingen. Dat lijkt me eveneens logisch. Wie iets moois koestert, wil het graag delen. Dat geldt zeker voor de prachtige oude Statenvertaling. Als je de GBS iets zou willen verwijten, is het dat de stichting kerkdiensten belegt. Dat vindt de GBS zelf misschien ook wel enigszins over de grens. Ze doet er tenminste een beetje besmuikt over. Deze activiteit staat niet in de statuten en de rubriek ”Over de GBS” op de website zwijgt erover in alle talen. Misschien moet de GBS op dit punt Calvijn nog eens bestuderen.
Van de kerk kun je niet zeggen dat het haar roeping is om een bepaalde Bijbelvertaling te bewaren. De kerk is niet gericht op het verleden, maar op het heden en op de toekomst. De kerk zendt Gods dienaren uit, „verkondigers van een zeer blijde boodschap,(…) door wiens dienst mensen geroepen worden tot bekering en het geloof in Jezus Christus, de Gekruisigde” (DL. 1,3).
De bevindelijk gereformeerde kerken mogen blij zijn met de GBS. De stichting werkt volhardend en uiterst zorgvuldig aan het conserveren en beschikbaar stellen van de Bijbeltekst in de Statenvertaling. Ze hertaalt de kanttekeningen en verzorgt mooie uitgaven. Ze deelt internationaal rijk uit van haar goederen. Over de Statenvertaling hoeft de kerk zich niet druk te maken, die is in goede handen.
Laat de kerk zich bezighouden met vragen die bij haar missie passen: Hoe bereik ik in deze tijd van ontlezing jongeren met het Woord van God? Hoe kan ik bij onze evangelisatiekraam in de stad Gods Woord in een betrouwbare, begrijpelijke en leesbare vorm aan de niet-toevallige voorbijganger meegeven? Ik heb de indruk dat de kerk daar de handen vol aan heeft. En dan heb ik het nog niet eens over de vraag hoe de reformatorische kerken, predikanten en christenen naar buiten uitstralen dat ze over sommige dingen verschillend denken, maar allen het Woord van God liefhebben en zich rondom de eerlijke en rijke boodschap van Wet en Evangelie diep met elkaar verbonden weten.
De auteur is mediator, coach en ondernemer.