Geschiedenis

Kunstenaar Anselm Kiefer: in gevecht met lood en bladgoud

Anselm Kiefer (1945) is geen schilder met doek en kwast of kunstenaar met gips en brons; hij noemt zichzelf een iconoclast: een beeldenstormer. Dat is niets te veel gezegd, zo laten zijn werken in museum Voorlinden in Wassenaar zien.

16 December 2023 15:05Gewijzigd op 16 December 2023 15:22
”Aus Herzen und Hirnen spriessen die Halme der Nacht”, 2019-2020, Anselm Kiefer. beeld Jaco Hoeve
”Aus Herzen und Hirnen spriessen die Halme der Nacht”, 2019-2020, Anselm Kiefer. beeld Jaco Hoeve

Kiefer is nog net een oorlogskind. Terwijl zijn moeder van hem bevalt in de kelder van het ziekenhuis wordt hun huis in de Duitse stad Donau­eschingen gebombardeerd. Een slechte start voor ieder kind, maar de nu 78-jarige kunstenaar ziet het niet alleen somber: „Ik speelde met puin en resten, het was mijn speeltuin.”

De onwetendheid van het waarom van de verwoesting vormt hem daarentegen des te meer. Pas tijdens zijn tienerjaren krijgt Kiefer brokjes informatie. Over de jaren 40-45 wordt thuis en op school niet gesproken. „Ruïnes zijn voor mij geen eindproduct maar een begin”, zegt hij.

In de eerste museumzaal in Voorlinden stuit de bezoeker op een schilderij van formaat: ”Wolfsbohne – für Paul Celan (2020)” dat een ruïne met trappen toont. Erboven heeft Kiefer een frase uit een gedicht van de Joodse dichter Celan (1920-1970) geschreven. Het gaat onder meer over huizen van Joden en omgebrachte ouders in Oekraïne. De toon voor de tentoonstelling is meteen gezet: dit is geen hapklare kunst.

Museumdirecteur Suzanne Swarts kan dat slechts beamen: „Het werk van Anselm Kiefer is zowel fysiek als inhoudelijk gelaagd. Het zit vol verwijzingen naar Griekse mythologie, astrologie, Bijbelse vertellingen, filosofie en poëzie.”

Om die reden geeft het museum bezoekers ook uitgebreidere informatie bij de kunst dan Voorlinden bij een gemiddelde expositie gewend is te doen. „Er zitten zo veel lagen en aanknopingspunten in het werk dat we het de bezoeker verschuldigd zijn enkele aanwijzingen te geven hoe je naar de kunst van Kiefer kunt kijken. Tegelijk zit één kunstwerk al zo bomvol lijntjes naar het verleden dat we zelfs met deze hoeveelheid informatie toch zeer summier zijn”, legt Swarts de keuze uit.

In zijn atelier –een voormalig magazijn van een Parijs’ warenhuis van niet minder dan 36.000 vierkante meter– verplaatst Kiefer zich graag per fiets.

Directeur Swarts: „Wat Kiefer maakt, gaat altijd weer kapot. Hij stelt zijn werken bloot aan de elementen, steekt ze in brand, voegt levensgrote objecten toe of beitelt eerder aangebrachte lagen weg. En het liefst blijft hij eraan doorwerken want een kunstwerk is voor hem eigenlijk nooit klaar.”

Kiefer heeft daarom doorgaans meer nodig dan een kwast, doek en schildersezel. Meestal liggen zijn kunstwerken plat op de grond in zijn atelier. Al die lagen van zijn schilderijen en beeldhouwwerken maken dat die honderden kilo’s wegen. In Wassenaar was dan ook een vorkheftruck nodig om ze aan de wand te hangen.

Hoewel de bezoeker al die aanwijzingen in Kiefers kunst wellicht niet kent of herkent, voelt iedereen ongetwijfeld de zwaarte, de sporen van het verleden en de impact van de getoonde kunst. Wie goed kijkt, ziet ook altijd meer: tussen dikke klodders verf, strohalmen en bladgoud is er dan ineens een zeis en een bij Van Gogh geleende zonnebloem.

Het landschap, dat er altijd al was, heeft het leed van de Tweede Wereldoorlog ook gedragen en daar borduurt de kunstenaar op voort. Enerzijds het koren, een teken van groei en nieuw leven, anderzijds de zeis die de sporen van de nazi’s door het landschap trekt.

Wie Voorlinden na het zien van de tentoonstelling ”Bilderstreit” verlaat, gaat niet opgewekt naar huis maar is, hoe dan ook, onder de indruk van Kiefers imposante beeldtaal. Al was het alleen maar vanwege de levensgrote kijkdoos met sneeuw, berken en paddenstoelen. De zwammen gaf Kiefer namen van bekende Duitse kunstenaars. Hij maakte dit decor voor een balletuitvoering van ”Die Winterreise” van Franz Schubert (1797-1828). Maar ook dit decor is niet enkel een ode aan de Duitse romantiek: vooraan staat een ouderwets ziekenhuisbed op wielen met op de loden dekens een roestig, oud machinepistool. Op het bordje aan het voeteneinde staat de naam van Ulrike Meinhof. Kiefer verwijst daarmee naar de Duitse Rote Armee Fraktion; een naoorlogse links-extremistische terreurgroep in Duitsland die 34 mensen ombracht en vele bomaanslagen en bankovervallen pleegde.

Dat soort donkere tonen doortrekken vrijwel elk werk van Kiefer. Hij maakte er wereldwijd naam mee.

Anselm Kiefer wordt in 1945 geboren in Donaueschingen in het Duitse Zwarte Woud. Hij studeert eerst rechten en Romaanse talen aan de universiteit van Freiburg om vervolgens daar en in Karslruhe en Düsseldorf de kunstacademie te doorlopen. In 1969 maakt hij naam door als een van de eerste Duitse kunstenaars de Tweede Wereldoorlog te belichten. Kiefer wordt beschouwd als een van de meest innovatieve en invloedrijke kunstenaars van dit moment. Zijn werk is opgenomen in belangrijke museumcollecties over de hele wereld. Kiefer woont en werkt in Frankrijk.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer