Gezocht: PVV-bewindspersonen
Niet de rechtsstatelijkheid van het partijprogramma, maar de beschikbaarheid van gekwalificeerd personeel is de smalste flessenhals van een kabinet met de PVV, schrijft Maarten van Nieuw Amerongen.
Het rekruteren en selecteren van kandidaten is zo’n vanzelfsprekende functie van politieke partijen in ons bestel, dat hierbij nauwelijks wordt stilgestaan. Noch bij het inschatten van de veelbelovendheid van een bepaalde samenstelling van partijen, noch in het bredere debat over de wenselijkheid van partijregulering. Dat is opmerkelijk, want de beschikbaarheid van competente, integere en op samenwerking gerichte politieke ambtsdragers is in grote mate bepalend voor het functioneren van ons landsbestuur.
Het enkele feit dat partijen vrijwillige maatschappelijke organisaties zijn waaraan de overheid al dan niet subsidie toekent, rechtvaardigt niet de stelling dat het volledig aan Wilders zelf is om de PVV te besturen. Zolang PVV-vertegenwoordigers in de Kamer, Provinciale Staten of gemeenteraden slechts de stem van hun kiezers vertolken, is er weinig aan de hand. Maar op het moment dat er vanuit de bevolking en andere rechtse partijen een beroep gedaan wordt met het oog op het landsbestuur, ontstaat een serieus probleem. Vroeg of laat zal Wilders met een lijstje kandidaat-bewindspersonen moeten komen waarmee hij het vertrouwen van beoogde coalitiegenoten wint.
De personele invulling van een kabinet met de PVV als grootste partij is bepaald geen formaliteit, gelet op de interne organisatie van de PVV, de leiderschapsstijl van Wilders en recente ontwikkelingen binnen het partijkader. De interne organisatie van de partij laat het praktisch gezien niet toe dat er aan goede scouting, vorming en scholing gedaan wordt. Gom van Strien heeft nooit kunnen bewijzen of hij het verkennen in zijn vingers had, maar het is veelzeggend dat hij als vicevoorzitter van de PVV-Senaatsfractie een integriteitszaak had lopen waarmee hij de partijleider niet lastig wilde vallen. Zij die deelnemen aan een coalitie moeten met elkaar kunnen lezen en schrijven: dat geldt allereerst voor interne verhoudingen. Wilders’ leiderschapsstijl laat weinig ruimte voor persoonlijke inbreng of een eigen profiel, wat moeilijk los gezien kan worden van ontwikkelingen vlak voor de verkiezingen.
Een drietal leden van de Tweede Kamerfractie besloot om te breken met de PVV en stemde op 22 november op een andere partij. De mengeling van persoonlijke en inhoudelijke onvrede die hieraan ten grondslag ligt, verraadt iets over de stabiliteit van de PVV als mogelijke regeringspartner. Juist een Harm Beertema of Lilian Helder, respectievelijk stemmer en aanstaand Kamerlid van de BBB, waren potentieel geloofwaardige troeven voor Wilders geweest als kandidaat-bewindspersoon. Zij hebben zich in de Kamer verdienstelijk gemaakt als vakinhoudelijke specialisten op onderwijs en politie en daarmee aangetoond dat de PVV in potentie meer is dan een one-issuepartij, met een beperkt aantal doelen.
Een van de belangrijkste voorwaarden voor leiderschap is vertrouwen geven. Wie geen vertrouwen kan geven aan Kamerleden die jarenlang collega’s zijn, zal nog veel meer moeite hebben met uitvoerders van beleid wier loyaliteit nog niet eerder in een politiek-bestuurlijke setting is getest. Wilders is politiek te slim en te ervaren om de deur open te zetten voor een dozijn opportunisten met meer rechtse sympathieën dan bestuurlijke kwaliteiten. Als Kamerlid voor de VVD maakte hij twintig jaar geleden mee hoe LPF-ministers elkaar de tent uitvochten. Zich bewust van de unieke mogelijkheid om een rechts kabinet te vormen, zal Wilders het risico van herhaling van een dergelijke catastrofe tot een minimum willen beperken.
Dan resteren er grofweg twee varianten: een stuk of wat topambtenaren doet met het oog op de publieke zaak een stap naar voren en wordt minister vóór, maar niet noodzakelijkerwijs námens de PVV. Een dergelijk scenario is minder revolutionair dan het lijkt, want ligt in het verlengde van de steeds politieker wordende rol van topambtenaren, die zijn gaan fungeren als ”schaduwpolitici”. Een tweede optie is een coalitie van NSC, VVD en BBB, gesteund door de PVV als coalitiepartner: wel het vurig gewenste centrumrechtse kabinet, niet belast met bewindspersonen die onvindbaar zullen blijken.
De auteur is politicoloog.