Op een aanplakzuil hengelen politieke kopstukken naar mijn stem. En passant wordt ook de intocht van Sinterklaas aangekondigd.
Het doet denken aan een verkiezingsdebat in 1976 waar VVD-coryfee Wiegel de zaal verzekerde dat Sinterklaas wel degelijk bestaat. Zijn vinger priemde in de richting van PvdA-rivaal Joop den Uijl. Met stemverheffing klonk het: „Daar zit hij, achter de tafel!”
In verkiezingstijd duiken de nodige Sinterklazen op. Ze strooien dan wel niet met pepernoten, maar des te meer met schone beloften. Harde noten zijn er in deze campagne nog niet gekraakt, maar dat wordt gecompenseerd door vrolijke noten. Een poezen knuffelende lijsttrekker. Een politica op hoge hakken in de sportschool, een zwaargewicht in de weer met zware gewichten.
Politieke ondernemers houden de peilingboeren nauwlettend in het oog. Wat wil de kiezer wel en wat niet? Ander debatcultuurtje? Betrouwbare overheid? Minder migranten? Minder CO2-uitstoot? Het geprangde volk verlangt andere wind. Hete hangijzers als stikstof en boeren lijken even in de koelkast geparkeerd.
In het Bijbelboek Prediker is een oude regeerder ingeruild voor een jongeman. Wie te lang aan de macht is, overschrijdt zijn houdbaarheidsdatum. Volksgunst slaat om in volksrazernij als velen zich tekortgedaan voelen. Een behartigenswaardige les.
Zo moest in 1977 het links-progressieve kabinet-Den Uijl plaatsmaken voor een neoliberale coalitie. Marktwerking en individualisme wonnen het van gemeenschapszin. Nu verlangen we terug naar ”noaberschap”. Maar in het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
De jongeman uit Prediker 4 stond op grote achterstand van de zittende regent. Hij had echter veel charisma en zou de boel eens lekker opschudden. Zijn populariteit tierde welig. Helaas, men raakt weer op hem uitgekeken. Dus gaat ook hij de weg van zijn verguisde voorganger. Zijn kastelen bleken luchtkastelen, zijn beloften loos, zijn woorden leeg. Zijn wijn? Oude uit nieuwe zakken. Munitie voor onvredebewegingen.
In Prediker 9 had een kleine stad gered kunnen worden van zijn ondergang als men geluisterd had naar de raad van een arme man. Hij imponeerde echter niet. Hij had geen vlotte babbel, maar wel wijsheid. De clou? Er zijn niet alleen dwaze bestuurders, ook dwaze kiezers. Mijn politieke voorkeur en keuze zijn niet neutraal. Vrijheid van onderwijs, beschermwaardigheid van het leven, zorg, schepping et cetera, het is allemaal godsdienst. Kortom: door wie willen wij geregeerd worden en hoe?