Zzp’er ziet opdrachtenstroom slinken door maatregel Belastingdienst
De Belastingdienst gaat per 1 januari handhaven op schijnzelfstandigheid. De maatregel moet zzp’ers beschermen, maar belangenverenigingen zien vooral een tegengesteld effect: „Mensen zien hun inkomstenstroom opdrogen.”
Schijnzelfstandigheid ontstaat als een organisatie een zelfstandige zonder personeel (zzp’er) inhuurt, terwijl de samenwerking meer weg heeft van een dienstverband. De zzp’er werkt bijvoorbeeld bij één organisatie en kan zijn werktijden niet zelf bepalen.
„Zelfstandigen worden geraakt in hun bestaanszekerheid” - Cristel van de Ven, voorzitter VZN
Formeel is schijnzelfstandigheid al jaren niet toegestaan, maar er werd niet op gecontroleerd. Vanaf 1 januari gaat de Belastingdienst er wel actief op handhaven. Als blijkt dat zzp’ers in feite in loondienst werken, riskeren opdrachtgevers naheffingen, die fors kunnen zijn. Vanaf 2026 kunnen werkgevers die in overtreding zijn tevens een boete krijgen. De handhaving moet een einde maken aan situaties waarbij schijnzelfstandigen worden uitgebuit.
Grijs gebied
Toch zijn belangenverenigingen niet blij met de maatregel. Ze zien vooral een ongewenst neveneffect: opdrachtgevers durven zzp’ers geen opdrachten meer te geven, uit vrees voor een naheffing. „De maatregel geeft veel onrust op de markt. Zelfstandigen worden geraakt in hun bestaanszekerheid en zien hun inkomstenstroom opdrogen”, verklaart Cristel van de Ven, voorzitter van Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN).
Het nieuwe beleid heeft gevolgen voor de pakweg 600.000 zzp’ers die voor een organisatie werken, denkt Sylvia Huydecoper, directeur van het Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO). Onbekend is hoe groot de groep schijnzelfstandigen is voor wie de maatregel is bedoeld. Schattingen lopen uiteen van 200.000 tot een half miljoen.
Het probleem is, zegt Huydecoper, dat vaak onduidelijk is of iemand in loondienst werkt of als zzp’er. „Daar zit een groot grijs gebied. Dat maakt het ontzettend moeilijk voor werkgevers om te beoordelen of ze een opdracht aan een zzp’er kunnen geven of niet.”
Schrijnende zelfstandigheid
De Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden, die momenteel bij de Raad van State ligt, moet daarover meer helderheid verschaffen. Dat doet hij echter niet, vinden Van de Ven en Huydecoper. Alleen het tweede deel van de wet vinden ze concreet genoeg. Dat behelst dat zzp’ers die ingehuurd worden voor minder dan 33 euro per uur betere bescherming verdienen.
„Ontzettend moeilijk voor werkgever om te bepalen of opdracht naar zzp’er kan” - Sylvia Huydecoper, directeur PZO
Laat de Belastingdienst zich richten op sectoren waar veel „schrijnende zelfstandigheid” is, adviseert Van de Ven. „Denk aan sectoren waar lage tarieven worden betaald en waar veel arbeidsmigranten als zzp’er werken.” Volgens haar werken daar veel mensen die wellicht beter af zijn met een vast dienstverband, maar toch als zzp’er worden ingezet, omdat dat voor de opdrachtgever voordelen biedt. „Zorg voor focus in de handhaving. Nu gaat de Belastingdienst breed controleren. Dat zorgt ervoor dat veel echte zelfstandigen worden geraakt.”
Zzp’ers die wel graag als zelfstandige willen blijven werken, omdat ze bijvoorbeeld gesteld zijn op hun vrijheid, worden door de nieuwe maatregel bijna gedwongen om een vast dienstverband te nemen, zegt Huydecoper. „Wij vinden dat zij een vrije keuze moeten hebben. En stel dat dat leidt tot oneerlijke situaties, dan kan de overheid dat ook wel op een andere manier oplossen.”
Zie ook pagina 4.