Welke plaats heeft het gezin in Bijbels perspectief?
Een Joods gezegde luidt: ”Het wezen van ons volk is het gezin.” Het tegendeel is echter ook waar: wat blijft er van een volk over als het gezin niet meer de plaats heeft die het toekomt. Wij leven in een tijd waarin persoonlijke vrijheid als het grootste goed in het leven wordt gezien. Je kunt kiezen met wie en hoe je wilt (samen)leven. De overheid is daarbij leefvormneutraal en faciliteert persoonlijke vrijheid. De topprioriteit die het Nederlandse mensenrechtenbeleid de laatste jaren aan het bevorderen van vrijheid van genderidentiteit en genderexpressie geeft, heeft dramatische gevolgen voor het Bijbelse denken over het gezin.
Al in het begin van de Bijbel geeft de Heere God Zelf aan wat een gezin is: man, vrouw en kind (Genesis 2:24). Deze oervorm van het menselijk samenleven bestaat bij de gratie van een verbondsrelatie. Het is voor de eerste keer in de Bijbel dat er sprake is van een verbond: het huwelijksverbond tussen Adam en Eva. Het huwelijksverbond (Genesis 2:24) kent drie pijlers:
1. Een verbondsrelatie is radicaal. Er is immers sprake van het „verlaten van vader en moeder” (Genesis 2:24). Er wordt een nieuwe band gesmeed tussen een man en een vrouw. Om die eenheid aan te gaan en te bewaren is het nodig dat het huwelijk topprioriteit heeft boven de relatie met vrienden, ja, zelfs boven de relatie met ouders. Het „verlaten” van ouders betekent natuurlijk niet ”breken” of ”losscheuren”, maar ”achterlaten”, om zo naar voren te kunnen kijken. En dat in gezamenlijkheid!
2. Een verbondsrelatie is uniek. Een man wordt opgeroepen zijn vrouw aan te kleven. Zoals twee velletjes papier met lijm aan elkaar vastgehecht worden, zo kleven man en vrouw elkaar in het huwelijk aan. Aankleven is overigens –in Bijbels perspectief– een geladen woord. Immers, juist dit woord wordt gebruikt om de verbondsrelatie tussen de Heere en Zijn volk Israël te duiden. „De Heere uw God zult u vrezen, Hem zult u dienen en Hem zult u aanhangen/aankleven” (Deuteronomium 10:20). Het dienen van de Heere is niet minder dan Hem „aankleven”! Zo hecht is deze relatie, dat God de zonden van Zijn verbondsvolk aanduidt met „overspel”. Vele malen roepen de profeten het volk terug van hun „hoererij”. Je kunt per slot van rekening maar één God liefhebben, je kunt maar één man/vrouw trouw beloven.
3. Een verbondsrelatie is totaal. Het huwelijk heeft eenwording als doel. We hoeven dat niet exclusief als lichamelijke eenwording op te vatten. Het gaat hier om de totale overgave aan de ander. Dat is ten diepste ”rekenen met de ander”. Elkaar ”kennen” in de diepe zin van het woord. Dat ligt heel dicht tegen het oud-Nederlandse ”bekennen” aan. De Statenvertaling gebruikt dit woord om de diepste eenheid tussen man en vrouw aan te geven. Het is veelzeggend dat dit „tot één vlees worden” binnen een unieke verbondsrelatie opbloeit. Buiten de kaders van het huwelijk verwordt de gave van seksualiteit tot een speeltje: omwille van genot en plezier. Seksualiteit is geen eerste stap op weg naar een relatie, maar gevolg van en ingebed in een diepgaande relatie van trouw.
Deze drie aspecten vormen het wezen van de verbondsrelatie. In Efeze 5:32 haalt Paulus Genesis 2:24 aan. Hij zegt daar dat „dit geheimenis” groot is. Paulus doelt daarmee op de diepe en innige relatie tussen Christus en Zijn gemeente. Het huwelijk vertoont het patroon van Christus Die Zich in liefde en trouw verbonden heeft aan Zijn gemeente op aarde. Christus is de Bruidegom van Zijn Bruidsgemeente, voor wie Hij Zijn bloed gaf. Deze nieuwe relatie noemt Jezus Zelf: „het nieuwe verbond (!) in Mijn bloed!” (bijvoorbeeld in Lukas 22:20).
Deze drie aspecten maken het huwelijk tot een verbondshuwelijk en zodoende het gezinsleven tot een plaats waar rust en liefde regeren. Wat is het gezinsleven daarbij gebaat! Om als een vluchtheuvel in de wereld te functioneren, om als „een moederschoot van het Woord” (W. Aalders) te zijn. Het is een geweldige zegen als je een gezin mag vormen. Tot de dag van Christus’ terugkeer is daarin iets van de heerlijkheid van Gods schepping te bespeuren. Dat wil niet zeggen dat het gezinsleven immuun is voor zondige patronen en invloeden. „Maar tegelijk is het gezin een klein soulaas, een voorlopige vertroosting in de verschrikking van dit leven. Het is hier niet helemáál en niet alléén ontzettend…” (J. Koopmans).
De auteur is predikant van de hersteld hervormde Victorkerk in Apeldoorn. In Weerwoord worden antwoorden gegeven op vragen over het christelijk geloof.
> rd.nl/weerwoord