Kerk & religieWekelijkse meditatie
Meditatie: Niet verteerde braambos

Het was een wonderlijk gezicht daar in de woestijn. Mozes was met de kudde van zijn schoonvader Jethro gekomen aan de berg Gods, tot Horeb. Hij is bijna veertig jaar in Midian. Plotseling wordt zijn aandacht getrokken door een helder licht.

Ds. S.W. Janse
beeld RD
beeld RD

Hij ziet vlammen. Nu was dat op zichzelf niets ongewoons. Tegen de berghellingen aan groeiden tal van struiken. Door watergebrek raakten deze verdord en gingen ze dood. Door de gloeiende en schroeiende zonnestralen vlogen deze struiken vaak in brand. Als Mozes dichterbij komt en nauwlettend kijkt, ziet hij dat de braamstruik brandt maar dat de takken en doornen niet verteerd worden. Hoe kan dit? De Heere verschijnt in een vlam des vuurs vanuit het midden van het braambos. Het was wel een wonder dat ondanks het vuur het braambos niet verteerde. Wat heeft dit ons te zeggen?

Het braambos is wel een beeld van Israël in de smeltkroes van de verdrukking in Egypte. Ook is het een beeld van Gods Kerk in de loop der eeuwen. Een Kerk die vervolgd en verjaagd wordt tot op de huidige dag. En toch, ondanks alle stormen van verdrukking en vervolging, is en blijft de Kerk er. Eenzijdig wonder van genade. Het braambos is ook wel een beeld van een pelgrim door de woestijn. Wat een stormen van leed, verdriet, bestrijding, verdorvenheden van het vlees, aanvechtingen van de duivel en haat van de wereld kunnen er over die woestijnreizigers heen gaan. Zo vaak denken ze om te zullen komen. En toch: niet verteerd. Waarom niet? Het was om Hem Die in het vuur was. Christus Zelf is in het vuur van Gods gramschap afgedaald. Dat gebeurde niet op de berg Horeb, maar op de heuvel Golgotha. Daar werd het Offer(lam) gans verteerd. De enige reden dat een verterenswaardig volk niet verteerd wordt, is: „Want Ik, de Heere, word niet veranderd; daarom zijt gij o, kinderen Jakobs, niet verteerd.” Buiten Christus is God een verterend vuur en een eeuwige gloed bij Wie niemand wonen kan. Daar waar Golgotha verrijst, ontvangt de vervloekte zondaar die alleen maar doornen en distels voort kan brengen, verzoening door Zijn bloed. In Zijn bloed is kracht en reiniging voor vloekwaardigen. Jezus heeft de hitte van Gods gramschap geblust, voor een stekelige takkenbos.

God zorgt voor Zijn overblijfsel. Het ligt zo vast in God drie-enig. ’t Godd’loze volk wordt haast tot as, zingt de psalmdichter. Dat zou je toch zeker verwachten van die doornstruik op de vlakte van de woestijn? Hij brandt al, stekelig en vruchteloos, het waard om geheel verteerd te worden. Waartoe beslaat hij toch langer de aarde? Is dat de beleving van uw ziel? Wonderlijk dat dit toch nog niet gebeurd is. Het braambos staat er nog. Dat de Kerk staat en nog bestaat, is dat geen wonder? Dat de Heere ons nog verdraagt en te midden van de geweldige stormen van de tijdgeest laat staan, terwijl we van buitenaf worden bedreigd en nog sterker van binnenuit worden uitgehold? Waarom toch nog niet verteerd? Omdat Zijn Naam is Heere. De God van het verleden is Dezelfde als Die van het heden en zal Dezelfde zijn in de toekomst. Zijn deugden zal Hij verheerlijken in de Zoon van Zijn welbehagen. Zijn verbondstrouw zal Hij doen blijken in de geslachten. Dat is het énige wat overblijft bij alles wat verandert, veroordeelt en verontrust. Daarom verteerde het braambos niet.

„Een grote schare … staande voor de troon en voor het Lam.” - Openbaring 7:9b

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer