Wie de leider is telt, wat zijn plannen zijn ook
Pieter Omtzigt is op 22 november voor veel partijen de te kloppen man. Zijn koppositie in de peilingen oogt solide. Bij de formatie lijkt niemand straks om hem heen te kunnen, of het nu Frans Timmermans (GL-PvdA) is of Dilan Yeşilgöz (VVD).
Een recent verschenen onderzoek van het Amsterdamse bureau I&O Research laat zien waarin voor veel kiezers de aantrekkingskracht van Omtzigts partij, Nieuw Sociaal Contract, is gelegen. Namelijk in lijsttrekker Omtzigt zelf. Bijna driekwart van degenen die nu uitkomen bij NSC kruist ”Pieter Omtzigt” aan als het belangrijkste stemmotief. De antwoordoptie ”de standpunten van de partij” moet het daarentegen doen met een schamele 29 procent.
Uiteraard zijn dergelijke cijfers voor een leider van een nieuwe beweging en zijn campagneteam van zwaarwegend belang bij het bepalen van de mediastrategie. Omtzigt is vooral gebaat bij optredens die zijn imago bevestigen, en die zijn er genoeg. Partijen die achterblijven in de peilingen zullen op hun beurt waken voor harde, inhoudelijke aanvallen; die bevestigen Omtzigts imago als de torenhoge favoriet alleen maar. Zo zijn nu eenmaal de onverbiddelijke regels van het campagnespel.
Maar toch. De gedachte achter verkiezingen is mede dat de kiezer goed geïnformeerd is vóór het uitbrengen van diens stem. De NSC-kiezer brengt immers niet alleen tot uitdrukking Pieter Omtzigt geweldig te vinden, hij of zij mandateert de partij ook om aan de slag te gaan met de uitvoering van haar programmapunten. Dat wringt op z’n zachtst gezegd nogal met het gegeven dat die standpunten er voor de stemkeus maar in beperkte mate toe doen.
Neem Omtzigts voorstel dat ervoor moet zorgen dat Nederlandse rechters wetten direct aan de Grondwet moeten kunnen toetsen. Mogelijk leggen veel kiezers in hun hoofd een link met de toeslagenaffaire, waarbij ze veronderstellen dat de politicus die deze misstand aan het rollen bracht nu een briljant plan, als remedie tegen herhaling, heeft bedacht. Dat zou spijtig zijn, want zo simpel is het niet.
Neem alleen al het gegeven dat de grondrechten in onze Grondwet nu zo sober zijn geformuleerd dat een uitvoerige herschrijving van hoofdstuk 1 vereist is, voordat de rechter straks weet waaraan hij moet toetsen. Daar gaat meer dan een kabinetsronde overheen. Dat rechters wetten nu al dienen te toetsen aan de internationale verdragen komt daar nog bij. Als dat gegeven niet kon verhoeden dat tienduizenden ouders in hun rechten zijn aangetast, waarom kan een toets aan de Grondwet dat straks dan wel? Maakt die verandering van rechters plots onfeilbare mensen?
Omtzigt is een intrigerend politicus en in zekere zin is zijn optreden bepaald verfrissend te noemen. Maar in plaats van blind achter hem aan te hollen, doen zijn kiezers er verstandig aan hun denkvermogen ingeschakeld te houden. En te blijven reflecteren op de vraag wat hij hun na 22 november echt te bieden heeft.