Meditatie: Kind van God
„Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten?”
Psalm 77:10
Er is een groot verschil tussen de goedertierenheid gebouwd in de hemelen en die goedertierenheid die geopenbaard en gevoeld wordt in het hart. Er is een groot verschil tussen een **** hongerig mens die voedsel heeft en een mens die anderen ziet eten, maar er zelf niet één kruimeltje van kan krijgen. Niet het zien dat andere personen eten zal een hongerige ziel wat doen. Het deelnemen eraan is voor hem persoonlijk nodig. Daarom vervolgt de psalmist: „Heeft God vergeten genadig te zijn? Heeft Hij Zijn barmhartigheden door toorn toegesloten?” (Psalm 77:10).
Als we nu eens kijken naar de arme Job, dan horen we hem zeggen: „Och, dat mijn verdriet recht gewogen werd en men mijn ellende samen in een weegschaal ophief! Want het zou nu zwaarder zijn dan het zand der zeeën; daarom worden mijn woorden opgezwolgen” (Job 6:2,3). Ja, hij gaat verder en roept uit: „Want de pijlen van de Almachtige zijn in mij, van wie de geest vurig venijn uitdrinkt. Och, of mijn begeerte kwam en dat God mijn verwachting gaf en dat het God beliefde dat Hij mij verbrijzelde, Zijn hand losliet en een einde met mij maakte” (Job 6:4,8,9).
Wat, zegt u, is dit een kind van God? Ja, een kind van God, een van de kostbare juwelen des Heeren, een van de geliefde kinderen des Heeren, die zijn als Zijn oogappel!
_John Warburton,
predikant te Trowbridge
(”Preek over Hooglied 2:16b”, uitgave 1976)_