Gezondheidembryo

Christelijke partijen kritisch op advies Gezondheidsraad over embryo’s

Geen veertien, maar achtentwintig dagen. Zolang moeten wetenschappers kunnen sleutelen aan embryo’s, vindt de Gezondheidsraad. Waarom dit advies? Vier vragen.

31 October 2023 17:53Gewijzigd op 31 October 2023 18:38
Een onderzoeker van de ivf-afdeling van het Maastricht UMC+ is bezig met apparatuur voor embryoselectie. beeld ANP, Lex van Lieshout
Een onderzoeker van de ivf-afdeling van het Maastricht UMC+ is bezig met apparatuur voor embryoselectie. beeld ANP, Lex van Lieshout

Weer wordt een grens verlegd. Waarom?

De Embryowet uit 2002 bepaalt dat embryo’s niet langer dan veertien dagen gebruikt mogen worden voor wetenschappelijk onderzoek. Daarna dienen ze vernietigd te worden. Dat is jammer, vindt de Gezondheidsraad nu, want daardoor weten we weinig over de embryonale ontwikkeling ná veertien dagen.

In de derde en vierde week van de ontwikkeling van het embryo vinden belangrijke processen plaats, zoals de vorming van organen. Onderzoek in die periode zou inzicht kunnen geven in bijvoorbeeld het ontstaan van aangeboren hartafwijkingen en neuralebuisdefecten zoals een open ruggetje.

De Gezondheidsraad stelt voor de grens voor embryonaal onderzoek voortaan te leggen bij 28 dagen. Een langere periode hoeft niet, omdat daarna geaborteerde foetussen gebruikt kunnen worden voor onderzoek.

Het advies van de raad heeft ook betrekking op embryoachtige structuren, die in het laboratorium kunnen worden ontwikkeld uit stamcellen en niet –zoals bij klassieke embryo’s– door samensmelting van ei- en zaadcel ontstaan.

Waar trekken andere landen de grens?

De meeste landen hanteren een veertiendagengrens voor gebruik van menselijke embryo’s. In een aantal landen is onderzoek met embryo’s helemaal verboden, bijvoorbeeld in Duitsland, Oostenrijk, Italië en Rusland. Als de regering het advies van de raad overneemt, behoort Nederland dus tot een van de progressiefste landen op dit gebied.

De veertiendagengrens is gebaseerd op adviezen uit de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw. In 1979 pleitte een belangrijke Amerikaanse ethische commissie voor het leggen van de grens bij veertien dagen na de bevruchting, omdat het embryo zich normaliter rond die tijd volledig heeft ingenesteld in de baarmoeder.

De Britse Warnock-commissie adviseerde in 1984 eveneens de grens bij veertien dagen te leggen. Ze noemde daarbij nog een aanvullende reden: de vorming van de zogeheten primitiefstreek. Tot twee weken na de bevruchting is het mogelijk dat er twee primitiefstrepen worden gevormd, wat leidt tot een eeneiige tweeling. De primitiefstreep wijst dus op het ontstaan van individuen.

De Warnock-commissie gaf tegelijk ook aan dat alle stadia in principe even belangrijk zijn voor de ontwikkeling van een embryo. Er moest echter een duidelijke grens worden gesteld om publieke onrust weg te nemen.

Hoe ziet de Gezondheidsraad het ongeboren leven?

De raad beschouwt het menselijk embryo niet louter als een klompje cellen, maar als „beginnend menselijk leven, waaraan een zekere beschermwaardigheid toekomt”. De beschermwaardigheid neemt volgens de raad toe naarmate het embryo zich verder ontwikkelt, in lijn met de „heersende gezondheidsrechtelijke leer”.

De commissie die zich heeft gebogen over het aanpassen van de Embryowet heeft de waarde van het embryo ook nadrukkelijk meegenomen in haar overwegingen. Ze acht het wetenschappelijk belang van onderzoek na veertien dagen echter groter dan de „relationele en symbolische waarde” van het embryo.

De embryo’s worden overigens niet speciaal in het lab gekweekt voor onderzoek – dat is niet toegestaan, al zouden VVD en D66 dat wel graag willen. In plaats daarvan worden embryo’s gebruikt die overblijven bij ivf-trajecten en aan de wetenschap zijn gedoneerd.

Wat vinden de christelijke partijen van het advies?

De CU en de SGP zijn fel tegen het plan. Chris Stoffer, partijleider van de SGP, noemt onderzoek met embryo’s een „heilloze weg”. Volgens hem is het ongeboren leven „van het allereerste begin” beschermwaardig.

Ook CU-partijleider Mirjam Bikker uitte zich dinsdag kritisch. „Dit pad moet Nederland niet op. De intrinsieke waarde van een embryo, van leven, is te groot.”

Het CDA wijst onderzoek met embryo’s niet categorisch af, maar ziet ook geen reden om de grens van veertien dagen te verleggen. Kamerlid Hilde Palland wees erop dat de meeste landen de veertiendagengrens hanteren.

NPV-Zorg voor het leven noemt het advies van de Gezondheidsraad een „verslechtering van een situatie waar we het al niet mee eens waren”, aldus een woordvoerster. De patiëntenvereniging beschouwt embryo’s als te waardevol om te gebruiken voor onderzoeksdoeleinden.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl
Meer over
Kweken embryo's

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer