Meditatie: Stilstaan bij ons wonderlijk begin
De dichter van Psalm 139 wordt belaagd door vijanden. In reactie hierop belijdt hij dat de Heere hem doorgrondt en kent. Dat is hem tot troost, ook al is hij bepaald niet zondeloos. Door genade leeft hij wel oprecht voor God. Daarom zal de Heere hem zeker te hulp komen.
Deze God weet gelukkig alles van zijn leven. Nergens is hij buiten Zijn bereik. Zijn God was er zelfs bij, ja juist erbij, toen hij in het verborgene bij zijn moeder werd geweven. Er is zo veel reden om bij het begin stil te staan.
Waarom stilstaan bij het begin? Tot lof op God, Die ons ontzagwekkend wonderlijk maakt. Onvoorstelbaar kunstig en creatief. Elk nieuw leven is een wonder!
Waarom stilstaan bij het begin? De Heere heeft de nieren geschapen. De nieren zijn in de Bijbel verbonden met de emoties én met goed en kwaad. De Heere proeft de nieren. Hij weet als Schepper precies wat er in de dichter leeft. Anderen kunnen hem van alles voor de voeten gooien, maar de Heere weet hoe het werkelijk is.
Waarom stilstaan bij het begin? De Heere is zeer betrokken bij Zijn scheppingswerk. Zijn ogen zien het ongevormd begin. Hij laat Zijn eigen schepsel niet los. Het is David tot troost in alles wat hij meemaakt. Zijn God zal hem vasthouden.
Waarom stilstaan bij het begin? In een moeder doet de Heere dit wonderlijke werk. Het voortbrengen van kinderen geeft ongemak, soms veel, maar het is tegelijk een bijzonder voorrecht en een roeping. Een vrouw bracht Jezus voort. In een moeder wordt een kind geweven dat „in de ware kennis en vreze Gods opgevoed zal worden, tot Zijn eer en tot hun zaligheid” (huwelijksformulier).
Waarom stilstaan bij het begin? Een mens is geen product van het toeval, zoals de evolutietheorie ons wil laten geloven. Wij mensen kunnen met vragen worstelen rond de zin van het bestaan. Waarom ben ik er? Het leven kan door een crisis gaan. Wat een zegen is het dan te weten dat we zijn geschapen met een diepe bedoeling: leven tot Gods eer, aan Gods hand, door Gods kracht.
Waarom stilstaan bij het begin? Duizenden jonge levens worden in de knop gebroken: abortus. Een mens komt op Gods terrein en zit aan Zijn werk. De plaats bij de moeder is als een schuilplaats. Dat klinkt door in de woorden „in het verborgene” (vers 15). Uitgerekend die plaats blijkt niet veilig te zijn.
Waarom stilstaan bij het begin? Het is belangrijk in de genderdiscussie. Het geslacht wordt ons door God gegeven. Wat gebeurt er echter wanneer God als Schepper in de samenleving uit beeld raakt? Dan is alle vastigheid weg. Dan moet een mens op een gegeven moment alles zelf kunnen bepalen.
Hoe kunnen we op eenzelfde manier als de dichter stilstaan bij ons begin? De dichter spreekt zijn Schepper als Heere aan. De God van het verbond heeft Zich ook aan hem geopenbaard. De Geest maakt hem oprecht voor zijn God. Er is geen wegvluchten meer, maar een voor de dag komen. De dichter leeft van de verzoening van de zonden door de offerdienst. Deze God en Schepper zoekt in alle tijden diep bewogen Zijn afgedwaalde en dwarse schepselen. Hij laat het Evangelie van Christus verkondigen. Door geloof komt mijn hart tot rust bij mijn Schepper: nederig, verwonderd, in overgave en aanbidding.
„Ik loof U, omdat ik op een heel vreselijke wijze wonderbaarlijk gemaakt ben; wonderlijk zijn Uw werken.” - Psalm 139:14