Meditatie: David tot koning gezalfd
David, wie kent hem niet, deze koninklijke zanger. Wie over hem wil spreken, kan niet buiten Christus om. Hij is de Wortel en het geslacht van David. Dit komt naar voren in de zalving van David tot koning door Samuël. Het voltrekt zich in Bethlehem, de plaats van de verkiezing.
Er schuilt een koning in Bethlehem. Wie het is – niemand die het weet. Hij is niet eens aanwezig als Samuël in Bethlehem zijn opwachting maakt. Alles is in deze geschiedenis bij elkaar gebracht om dat ene aan het licht te brengen: Gods soevereine verkiezing.
Onder de dekmantel van een offermaaltijd gaat het gebeuren. Saul blaast immers dreiging en moord tegen allen van wie hij maar vermoedt dat ze zijn wankelend koningschap willen aantasten. Samuël neemt Isaï en zijn zonen apart. Een voor een gaan ze aan hem voorbij. Samuël zegt: Zijn ze dit allemaal? Nee, de kleinste is nog over en zie, hij weidt de schapen. Wel, laat hem halen.
Ondanks zijn formidabele staat van dienst blijkt Samuël zich te kunnen vergissen. Als het aan hem had gelegen was Eliab koning geworden. Hij ziet aan wat voor ogen is. Herkenbaar. We laten ons zomaar imponeren door de man met de hoge statuur. En zien voorbij aan wat veracht is, aan de Verachte, Jezus Christus, Gods Verkorene. Hij is het Die in David gestalte krijgt.
Als David binnenkomt, zegt de Heere: Samuël sta op, zalf hem, want déze is het. David, tot koning verkoren, wordt tot koning gezalfd. Vermoedelijk hebben de anderen de strekking van deze handeling niet doorzien. Dat wat de Heere werkt, is in het begin nogal eens bedekt. Het komt wel openbaar in de vrucht. Wij weten dat deze zalving een beeld is van de gave en de kracht van de Heilige Geest. David had dat zeker nodig voor de komende taak. De Heere heeft de verkiezing van David in zijn leven uitgewerkt. We lezen dan ook: „Van toen af werd de Geest des Heeren vaardig over David.”
Nu werd David niet van de ene dag op de andere koning. Het koningschap wordt hem niet op een presenteerblaadje aangeboden. Maar David is gekomen tot de troon. U ziet de lijn van Christus? Ook Hij is gezalfd met de Heilige Geest, bij de doop in de Jordaan. Daar was Johannes de Doper die het uitriep: Zie, het Lam van God. Zie, uw Koning, o Israël! Hebben ze gebogen? Nee, weg met Hem. Maar Hij leeft!
Maar dan zien we ook de lijn van Gods verkorenen. Geroepen en getrokken, gebracht tot bekering en geloof, een koninklijk priesterdom. Ze buigen zonder uitzondering voor dé Koning. Ruimen op –wat een strijd– al de zelfgekozen koningen, want die voeren naar de ondergang. Ze nemen met al hun schuld, nood en ellende de toevlucht tot Christus. En dat niet één keer. Zijn Geest vervult het hart met heilbespiegelingen en doet ze het schoonste lied van de Koning zingen! Dan heeft ons leven inhoud, toekomst. Al kraakt deze oude wereld in haar voegen, al wordt het leven stuk gebeukt, gaan allerlei toekomstdromen van oud en jong in rook op – wat nood. Als wij maar bereid zijn om lot en leven in de hand van deze Koning te geven. Want: die overwint, Ik zal hem geven te zitten in Mijn troon gelijk als Ik overwonnen heb en ben gezeten met Mijn Vader in Zijn troon.
„Toen nam Samuël de oliehoorn en hij zalfde hem in het midden zijner broederen; en de Geest des Heeren werd vaardig over David van dien dag af en voortaan.”
1 Samuël 16:13