Verrassende ervaring in opengestelde kerk: „Bekertje water met Bijbeltekst”
Menig toerist die in de zomer een –eeuwenoude– kerk passeert, heeft de neiging even binnen te willen kijken. Terwijl het ene bedehuis op slot zit, staat bij een ander de deur uitnodigend open. Soms leidt dat tot verrassende situaties, ervoeren RD-lezers deze zomer.
Marius van der Valk uit Capelle aan den IJssel verbleef enkele dagen in een hotel in Molenhoek, schrijft hij naar aanleiding van een recente lezersoproep in het Reformatorisch Dagblad over ervaringen met kerken die doordeweeks open zijn. „Overal waar ik een kerk zie, stoppen we om te kijken of we er binnen kunnen lopen. En ja hoor, in Overasselt stond de deur open en kon ik foto’s maken van preekstoel en orgel.”
„Maar”, zo vervolgt Van der Valk, „toen ging de deur open en kwam de gastvrouw binnen. Zij vroeg of ik ook voor de uitvaart van vrijdag kwam. Wat bleek? Zij was zojuist met iemand in gesprek over een uitvaart op vrijdag. Daarom was de kerk open. Ik blij dat ze even terugkwam, anders had ze de deur op slot gedaan en zat ik ingesloten.”
Op een donderdagavond trof Van der Valk in Molenhoek, ten zuiden van Nijmegen, eveneens een open kerkdeur. „De gastvrouw leidde ons rond en vertelde dat aan de kerk een klooster vastzat, waar alleen de sacristie er nog staat, die dus eeuwenoud is. Helaas zijn het meest roomse kerken waar je terechtkunt. Het zou fijn zijn als ook onze kerken doordeweeks opengesteld worden”, aldus Van der Valk.
Inloop en koffie
Op diverse plaatsen gebeurt dat ook, meldden RD-lezers. „Onze twee kerken in Papendrecht zijn enkele keren per week open”, laat een lezer uit die plaats weten. Zo is de Grote Kerk op donderdagavond en zaterdagmiddag open voor inloop en koffie. „Dan zijn er ook vrijwilligers aanwezig die iets over de kerk kunnen vertellen.”
In de Oude Kerk in Hardinxveld-Giessendam kunnen belangstellenden dinsdagmiddag en zaterdagochtend terecht. „De kerk is opengesteld voor eenieder die er zomaar wil binnen stappen. Misschien nieuwsgierig, met belangstelling voor architectuur of kunst. Misschien om even tot rust te komen en stil te zijn. Te bidden of te mediteren. Of een luisterend oor te vinden”, schrijft vrijwilliger Kees Pille. Hij spreekt van „een uniek gebouw in Nederland” omdat de kerk is gebouwd „tegen een dijk die jarenlang de polder scheidde van de uiterwaarden van rivier de Merwede”.
Kerkenwandeling
In Barneveld is de Oude Kerk in de periode van 3 mei tot 9 september elke zaterdag van 10.00 tot 16.00 uur gratis te bezichtigen. Gastheren of -vrouwen zijn aanwezig om iets over de eeuwenoude kerk te vertellen. „Dit doen wij al sinds 2017 en er komen tussen de 100 en 200 bezoekers per dag. Het doel is mensen tot Jezus te leiden”, laat J.J. van Hof weten.
Vincent Erdin uit Groningen is bezig met het maken van een fotoserie van kerken en kerkinterieurs in de noordelijke provincie. „De kerken die in bezit zijn van SOGK (Stichting Oude Groninger Kerken) staan vrijwel altijd open voor bezoek. Inmiddels zijn dat er iets meer dan honderd”, zegt Erdin, die onder meer het interieur van kerken in Krewerd en Oosterwijtwerd fotografeerde. „In de verstilde ruimte dalen de eeuwen op je neer.”
In Middelburg openden kerken elke donderdag in augustus hun deuren, laat Wim Staat weten. Hij maakte deze zomer een kerkenwandeling in de Zeeuwse hoofdstad, langs onder meer de Engelse Kerk en de Gasthuiskerk. „Bijzonder is dat de route slechts 1600 meter lang is en dat de betreffende godshuizen alle in gebruik zijn, secularisatie en bijbehorende kerksluitingen ten spijt. Je komt langs zeven bedehuizen, namelijk een synagoge en zes christelijke kerken.”
Beeldpresentatie
RD-lezer Hans Paardekooper bezocht deze zomer Enkhuizen. „Na een trip met een stoomtrein en historisch motorschip liepen we in Enkhuizen de Zuiderkerk binnen. Er was een beeldpresentatie van afbeeldingen die eens, in de voorreformatorische tijd, op het hout van het plafond (!) zijn aangebracht, zoals deze er ooit uitgezien hebben. Bijvoorbeeld Gideon met de Engel bij het wollen vlies.”
Familie W.J. ter Harmsel uit Rijssen heeft de ervaring dat „in de grotere steden in Nederland geregeld kerken open zijn voor publiek, al dan niet tegen betaling of op vertoon van een museumkaart”. Zo bezochten de Rijssenaren onlangs in Zutphen „de prachtige Walburgiskerk, die stamt uit de 13e eeuw. Een aanrader is een rondleiding met de audiotour of met een gids. Daarmee krijg je een mooie uitleg van deze (vanaf 1591) protestantse kerk met de indrukwekkende schilderingen op wanden, pilaren en gewelven. In de kerk kun je de kaarsenkroon uit 1395, de koperen doopvont uit 1527 en de middeleeuwse Librije bezichtigen. Daarnaast is er het prachtige Bader-orgel uit 1643. Eventueel kun je de toren ook nog beklimmen. Kortom: een aanrader!”
Wat Ter Harmsel het meest bijbleef van het bezoek is „het besef dat in deze kerk al eeuwen door het geloof beleden wordt. De gewelfschildering die kort voor het jaar 1500 gemaakt werd (te zien in de Credokapel in de Walburgis), beeldt dat mooi uit.”
Bekertje water
Ko de Visser uit Kapelle las de RD-oproep over open kerken nadat hij thuis kwam van een dagje Mechelen (België). Daar bezocht hij „als Hollandse refo” de Sint-Romboutskathedraal. „Zoals tegenwoordig wel vaker gebeurt, was een deel van de kerk in gebruik voor een tentoonstelling. Het betrof de waterhuishouding van België. Het mooie hierbij was dat in de tentoonstelling telkens verwijzingen waren naar het gebruik van water in de Bijbel, zoals de doop en de voetwassing. Het water dat we te drinken kregen, zat in een bekertje met daarop de tekst Johannes 4 vers 14.”
Bij de ingang van de kerk las De Visser een welkomstboodschap „met daarop de mededeling dat de kerk meer is dan zomaar een gebouw. Daarbij stond de oproep om te bidden of wanneer je dat niet kon stil te gaan zitten om na te denken. Onder deze oproep stond een mandje met briefjes met daarop Bijbelteksten. Ik pakte een briefje met de woorden uit Job 23:13: „De Heer doet wat Hij doen wil.” Niet geheel naar de Statenvertaling, zelfs niet naar de HSV, maar wel een tekst om op je in te laten werken.” De Visser spreekt van „een stille vorm van evangelisatie op een plaats waar je het niet verwacht”.