Kerk & religieWekelijkse meditatie
Meditatie: Direct naar Sichem

Het volk Israël is gekomen aan de grens van het Beloofde Land. Daar vraagt het leven: afhankelijkheid. Dat land drinkt water van de regen uit de hemel. Geoefend worden in het afhankelijk zijn van Gods zegen is nodig.

Ds. J.P. Boiten, Hendrik-Ido-Ambacht
beeld RD
beeld RD

Van nature leeft de mens vanuit zijn eigen bron en mogelijkheden. Maar als het om de erfenis van God gaat, hebben we genade nodig om te kennen: aan Gods zegen is alles gelegen. Daartoe wordt het volk onder de rechtvaardige eis van God gesteld, zoals dat ook voor ons geldt. „Zie”, zegt Mozes tot het volk, „ik stel u heden voor, zegen en vloek.” Geen eigen invulling van het leven in Gods erfenis. De onberouwelijke keuze moet gemaakt. Heeft God ook in ons leven daarop geen recht? Alle mensenwerk wordt buitengesloten. Het komt aan op het ontvangen van Gods heil uit enkel genade. Zegen en vloek worden ons voorgesteld. Niet vrijblijvend. „Gij zult ze uitspreken.” Daarmee zal het volk zich volledig verantwoordelijk stellen voor zijn eigen weg en werk, en tevens de rechtvaardigheid en barmhartigheid Gods aanvaarden. Het gaat om dood of leven.

Als het volk Kanaän binnenkomt, moet het direct naar de bergen Gerizim en Ebal. Daartussenin ligt Sichem, wat betekent: schouder. Op die twee bergen (schouders) moet het volk de verantwoordelijkheid op zich nemen voor zijn leefwijze in het Beloofde Land. Het leven speelt zich af tussen die twee bergen, tussen zegen en vloek. De waarachtige bekering – dat is het eerste wat in de erfenis moet plaatsvinden.

„De vloek dragende Borg heeft voor de Zijnen de zegen verworven”

Ons leven beweegt zich op het terrein van vloek en zegen. Hoe nemen we onze verantwoordelijkheid daarin? Dagelijks is er de ”Sichem-keuze”: komt er zegen of haal ik de vloek over mij? Zijn we tot die plaats geleid? Beamen we die beide kanten? Dagelijks belijden de vloek verdiend te hebben; smeken om uit genade de zegen te mogen ontvangen. Dat is mogelijk omdat de Borg de last van de voldoening op Zijn schouders heeft genomen. Door God Hem opgelegd, heeft Jezus gewillig Zijn zoenwerk volbracht. Hij ging uit, dragende Zijn kruis. De vloek dragende Borg heeft voor de Zijnen de zegen verworven.

Op de heuvel Golgotha komen de betekenissen van die beide bergen samen. Als het geloof daar zicht op mag krijgen, wordt zowel de vloek als de zegen uitgesproken. Door een verbroken hart, met schuldbesef en in verwondering. Dat gebeurt midden in de goddeloze wereld. „Zijn die bergen niet in het land der Kanaänieten?” (vers 30). Bij die Kanaänitische cultusplaatsen staan de Israëlieten steeds voor de beslissende keuze: de Heere dienen of de afgoden volgen. Wij bevinden ons in dezelfde realiteit. Te midden van een krom en verdraaid geslacht door Gods genade gedurig de keuze vernieuwen.

Vers 30 bestaat in het Hebreeuws uit zeventien woorden. Dat getal representeert de naam JHWH. Ligt daarin niet de garantie dat de Heere zal triomferen over dat heidense land? Dan geeft het leven der bekering zicht op de zalige toekomst. U weet nog niet of het voor u eeuwige zegen of vloek wordt? Linea recta naar Sichem! Om te buigen onder het heilig recht van God. Daar leidt de Heere in de verwondering: zegen in plaats van vloek. Dan mag je ervaren: „De ogen des Heeren zijn gedurig op dat land.”

„Dan zult gij de zegen uitspreken op de berg Gerizim en de vloek op de berg Ebal.” - Deuteronomium 11:29​

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer