Met bussen vol kwamen ze vanaf begin maart 2022 naar Nederland. In onder meer Zaanstad vonden Oekraïners onderdak bij gastgezinnen en op schepen. Een deel van de vluchtelingen verhuisde recent naar flexwoningen. Terugkeer naar hun land is voor hen geen optie. „Hier vallen geen bommen en ben ik veilig.”
In een kanaal in de Havenbuurt in Zaandam liggen al bijna anderhalf jaar twee riviercruiseschepen. Sinds mei 2022 bieden de Cezanne en de Lisabelle onderdak aan maximaal 230 Oekraïense vluchtelingen. Het Leger des Heils zorgt in opdracht van de gemeente Zaanstad voor de begeleiding.
Deze donderdag is het rond de middag rustig aan boord van de schepen, die pal naast elkaar liggen en via een loopplank met elkaar verbonden zijn. In de lounge van de Cezanne zit een handjevol Oekraïners. De ruimte bevat behalve zitjes met gemakkelijke stoelen een vleugelpiano en een voetbaltafel. In de aangrenzende ruimte springt een winkeltje met tweedehandskleding in het oog.
Rond halfeen komen dertig tot veertig vluchtelingen voor de lunch naar het restaurant in de Lisabelle. Bij het buffet vullen ze een kom met bloemkoolsoep en scheppen rijst en salade op. Zittend aan een tafel bij het raam zien ze geregeld een boot voorbijvaren. Aan de overkant van het kanaal ligt een wooneiland.
„Dit zijn bijna allemaal mensen die hier nog maar enkele weken verblijven”, zegt locatiemanager Julius de Graaf van het Leger des Heils, terwijl hij rondkijkt in het restaurant. „De meeste andere bewoners zijn aan het werk.” Elke ochtend zwermen ze uit naar bedrijven in de regio. Ze zijn onder meer actief in de schoonmaak, op een kaasboerderij, in een postsorteercentrum, een wasserette en de groenvoorziening.
„Bijna iedereen wil graag werken, het maakt niet uit wat”, zegt Nataliya de la Fosse. De geboren Oekraïense woont 27 jaar in Nederland. Naast haar werk als kunstenaar is ze parttime als tolk in dienst van de gemeente Zaanstad, onder meer voor de noodopvang in Zaandam. Vooral jongeren vinden volgens haar vrij gemakkelijk een baan. „Zij spreken vaak Engels. Voor ouderen die alleen Russisch of Oekraïens beheersen, is het moeilijker om aan werk te komen.”
Depressief
Maryna (35), afkomstig uit Kyiv, woont met haar 10-jarige zoon Christian bijna tien maanden in de noodopvang in Zaandam, waar ook haar moeder verblijft. Haar man mag het land niet uit. Hij zit niet in het leger, „maar hij kan alsnog worden opgeroepen. Je weet het nooit.”
In Oekraïne was Maryna directeur van een televisieonderneming, vertelt ze in het Engels. De eerste periode in Nederland wilde ze niets liever dan zo snel mogelijk terug naar haar land. „Ik huilde veel en was depressief.” Naarmate ze hier langer was, werd ze „emotioneel stabieler”. „Het was duidelijk dat ik hier voorlopig zou moeten blijven. Ik moest weer plannen maken en ging op zoek naar werk.”
De Oekraïense ging aan de slag als researcher en vertaler bij een Nederlandse filmmaatschappij. Aan die tijdelijke baan kwam inmiddels een eind. „Nu ben ik op zoek naar ander werk. Ik zou bijvoorbeeld iets op het gebied van fotografie willen doen.” Over het verblijf op de Cezanne toont Maryna zich intussen tevreden. „De bemanning is vriendelijk en het eten is goed.”
Dankbaar
Over het algemeen zijn de bewoners „vrolijk en dankbaar”, zegt locatiemanager De Graaf in zijn tot kantoor omgebouwde scheepshut, waar een klein kruis aan de muur hangt. Het kan de bewoners niet ontgaan dat de noodopvang wordt gerund door een christelijke organisatie, zegt hij. „Als er een bijeenkomst is met nieuwe bewoners, begin ik bijvoorbeeld met een kort gebed.” De Graaf wijst er ook op dat de medewerkers van het Leger des Heils „uitstralen” dat ze zich graag willen inzetten voor de medemens, „vaak nadrukkelijk vanuit hun christelijke levensovertuiging”.
Af en toe zijn er spanningen aan boord van de schepen. „Natuurlijk, als er meer dan 200 mensen op een kluitje zitten, hebben ze ook weleens last van elkaar. Dat heb je overal. Naarmate de mensen hier langer zijn, nemen de onderlinge irritaties wat toe”, constateert de locatiemanager.
Het komt weleens voor dat bewoners, aan boord of in de buurt, „onaangepast gedrag” vertonen, mede als gevolg van alcoholgebruik. „Mensen worden dan bijvoorbeeld luidruchtiger. Maar in de vijf maanden dat ik hier nu werk, hebben we niet meer dan twee overlastmeldingen vanuit de buurt gehad. Het ging bijvoorbeeld om een groepje dat iemand op straat nafloot. Als dat jouw dochter betreft, is dat niet leuk. Dus als zoiets gebeurt, spreken we onze bewoners daarop aan.”
Tekenend voor de overwegend goede relatie met de omwonenden noemt De Graaf de reactie van twee ouderen, die een brief op de deurmat vonden over het naderende vertrek van de riviercruiseschepen. „Een dag later kwamen ze hiernaartoe. Ze vroegen zich bezorgd af waar de vluchtelingen nu heen moeten en zeiden dat ze van hen gerust hier mogen blijven.”
Flexwoningen
Het contract met de eigenaar van de schepen loopt eind november echter af. „Over een paar maanden varen ze weer rond met toeristen”, zegt De Graaf. Dat betekent dat de huidige bewoners elders onderdak moeten krijgen. Zij verhuizen naar Saendenborch, het voormalige UWV-kantoor in het centrum van Zaandam. Het pand moet eind oktober gereed zijn voor de opvang van Oekraïners, die daar twee tot drie jaar kunnen verblijven.
De gemeente Zaanstad liet bovendien 64 flexwoningen bouwen in Assendelft, een dorp in de gemeente. Het ligt op zo’n 15 kilometer afstand van de haven in Zaandam. In korte tijd verrezen daar groene en blauwe containerwoningen, met daarnaast een speeltuintje voor de kinderen, op een braakliggend terrein aan de rand van een woonwijk. In juni namen de eerste 154 Oekraïners er hun intrek, de meesten afkomstig van de boten uit de Havenbuurt in Zaandam.
In een van de flexwoningen huist Nathaliia met haar man Mykola en hun twee zonen, in de leeftijd van 10 en 3 jaar. Via de keuken, waar de geur van versgebakken brood hangt, gaat Nathaliia het bezoek voor naar de woonruimte. Op een kastje staat een vaas met bloemen. Een schaal op tafel is gevuld met fruit. Aan de wand hangt een schilderij van twee kinderen, gemaakt door een Oekraïense kunstenaar.
Met hulp van een tolk vertelt Nathaliia dat haar man begin januari 2022 naar Nederland vertrok. Hij kreeg een tijdelijke baan bij een vakantiepark in de buurt van Monnickendam. Toen Rusland op 24 februari 2022 Oekraïne binnenviel, was hij nog in Nederland. Kort daarna kwamen Nathaliia en de kinderen vanuit de Zuid-Oekraïense stad Mykolajiv hierheen.
Koken
Lange tijd woonde het gezin in de noodopvang in Zaandam. Nathaliia is blij dat ze in juni vanaf het schip naar een flexwoning met twee slaapkamers kon verhuizen. Ze wijst op de ramen die ze open kan zetten, in tegenstelling tot de kleine ruiten in de relatief donkere scheepshut waar ze eerder woonde. „Deze nieuwe plek voelt als ons huis. Hier kan ik ook weer zelf koken.”
Haar man werkt momenteel op een kaasboerderij in de buurt. Zelf is Nathaliia vooral druk met de zorg voor de kinderen. „Als de jongste naar school gaat, wil ik de Nederlandse taal gaan leren.”
Het Leger des Heils is eens per week present in de miniwijk in Assendelft tijdens een inloopspreekuur. „We helpen mensen met praktische zaken, zoals het activeren van een bankpas, of geven uitleg over brieven die ze ontvangen”, zegt woonbegeleider Andrea Duarte Rodriguez. Ook als de Oekraïners problemen hebben „met elkaar of met de buurt” kunnen ze bij haar of haar collega terecht.
Woonbegeleider Daan van Linschoten vertelt dat hij allemaal „blije gezichten” zag toen de Oekraïners hierheen verhuisden. „Ze hebben hier meer vrijheid dan op de schepen in Zaandam.” De flexwoningen zijn drie jaar beschikbaar voor de Oekraïners, die gaandeweg steeds meer hun weg vinden in de Nederlandse samenleving. Van Linschoten: „Velen zouden het liefst teruggaan naar hun land, maar daar is het nog steeds niet veilig.”
Winkel
Renate (54) woont al sinds 5 mei 2022 op de Cezanne in Zaandam en zal de komende tijd naar een andere locatie moeten verhuizen. In de lounge van het schip neemt de weduwe –haar man is als gevolg van ziekte overleden– plaats in een van de fauteuils. Ze spreekt geen Nederlands of Engels, maar vertelt haar verhaal met hulp van vertaler Nataliya de la Fosse.
Renate is afkomstig uit Tsjop, een stadje in West-Oekraïne. Haar kinderen, een zoon en dochter van 27 en 33 jaar, zijn nog in Oekraïne. „Mijn dochter is onlangs bevallen. We proberen te regelen dat ze binnenkort ook hierheen komt met de baby. Haar man mag het land niet uit, evenmin als mijn zoon.”
In haar eigen land had Renate een winkel waar ze speelgoed en andere spullen voor kinderen verkocht. Het liefst zou ze weer als verkoopster aan de slag gaan, maar door de taal is dat niet mogelijk. Nu werkt ze als ”housekeeper” in een hotel. In haar vrije tijd wandelt ze graag en bezoekt ze geregeld musea, „om m’n hoofd leeg te maken”. Het Van Gogh Museum en het Rijksmuseum vond ze het mooist, vertelt ze.
Op de vraag wat ze het moeilijkste vindt aan het verblijf in Nederland raakt Renate geëmotioneerd. „Alle moeilijkheden hier vallen in het niet bij de problemen van de mensen in Oekraïne. Mijn hart doet pijn als ik denk aan mijn landgenoten die daar niet weg kunnen. Voor mij is de taal lastig en hotelkamers schoonmaken is nooit mijn droom geweest. Maar hier vallen geen bommen.”
Het geloof in God biedt haar steun als ze het moeilijk heeft, zegt Renate, die een ketting met een kruis draagt. „Dat is maar een sieraad”, zegt ze. „Het geloof zit in mijn hart.”
Of ze in de toekomst het liefst zou terugkeren naar Oekraïne, als het daar veilig is, of in Nederland zou blijven, kan Renate niet zeggen. „Het is fifty-fifty. Ik houd van Oekraïne, maar ben ook verliefd geworden op Nederland. Ik kan niet ver vooruitkijken. Voorlopig ga ik in ieder geval niet terug, want hier ben ik veilig.”