BuitenlandOorlog Oekraïne

Irpin zucht onder de oorlog, maar de kerk groeit er

De Oekraïense Inna Zinchenko vluchtte vanwege de oorlog naar Nederland, maar keerde terug naar haar leerlingen.

Marien Bergsma
8 July 2023 18:41Gewijzigd op 10 July 2023 07:47
Inna Zinchenko loopt met een collega door de gangen van de school. beeld Marien Bergsma
Inna Zinchenko loopt met een collega door de gangen van de school. beeld Marien Bergsma

De kogelgaten in de muren zijn stille getuigen van een heftige strijd, maar verderop klinkt het geluid van spelende kinderen. „Wat fijn dat jullie zijn gekomen!” zegt Inna Zinchenko. De 36-jarige directrice loopt door de gangen van Irpin Christian School naar haar kantoor. Koffie en chocolade staan al te wachten. De afgelopen nacht is het luchtalarm vier keer afgegaan. Hier in Irpin, 15 kilometer ten noorden van Kyiv, is de oorlog nooit ver weg.

Toch hangt er in de school een ontspannen en opgewekte sfeer. Kinderen en docenten groeten het bezoek vriendelijk. Zinchenko, gekleed in een traditioneel geborduurde blouse, heeft een bijzonder jaar achter de rug. Een jaar geleden vielen Russische soldaten haar stad Irpin en het nabijgelegen Boecha binnen. De gruwelijkheden daar staan nog bij iedereen op het netvlies. In eerste instantie vluchtte Zinchenko naar Nederland, waarvandaan ze enkele maanden later weer terugkeerde om haar geliefde Irpin weer op te bouwen. „Ik wist dat God me hier wilde hebben.” Ze vertelt over hoe God werkt in alle ellende die de oorlog met zich meebrengt.

19482421.JPG
Een leerlinge van Irpin Christian School met traditioneel geborduurde kleren. De blouse noemen ze in Oekraïne een vyshyvanka. beeld Marien Bergsma​

Kerk

Zinchenko wilde vroeger bij een bank gaan werken, maar, zoals ze zelf aangeeft: „God had andere plannen.” Na haar opleiding aan de universiteit werd ze lerares en sloot ze zich aan bij de protestants-christelijke gemeenschap in Irpin. „Deze gemeenschap ontstond zo’n dertig jaar geleden, toen een handvol mensen besloot om samen de Bijbel te gaan lezen. Door de jaren heen groeide de gemeenschap uit tot een kerk met zo’n 700 leden.”

Vanuit de gemeente ontstond de wens om een christelijke school te beginnen, waar het in 2016 ook daadwerkelijk van kwam. Ondertussen is er ook een kleuterschool bij gekomen. De school telt nu 173 leerlingen.

Daarnaast worden er allerlei activiteiten voor de gemeenschap georganiseerd. Het gebouw is zeven dagen per week geopend van zeven uur ’s ochtends tot tien uur ’s avonds. „Het geheel vormt het bruisend hart van de gemeenschap vanwaaruit het Evangelie klinkt.”

Doodsbang

19482423.JPG
Verwoestingen als gevolg van de oorlog in Irpin.  beeld Marien Bergsma

Zinchenko’s gedachten gaan terug naar februari 2022. „We konden gewoon niet geloven dat we in oorlog waren. Mijn zus ging ’s morgens vroeg naar haar werk in Kyiv. Ze kwam meteen terug naar huis: „Inna, wakker worden, het is oorlog!” We zijn toen naar vrienden gegaan en hebben samen het nieuws gevolgd en gebeden.”

De predikant riep de gemeente op om ’s avonds in de kerk te komen bidden. „Op dat moment begonnen de Russen onze stad te beschieten en brak er paniek uit. Daarop vluchtten we met zijn allen de kelder van de kerk in. Daar hebben we weer gebeden. Sommigen huilden. De stad werd beschoten. Het was een vreselijk geluid. Ik kan me het nog goed herinneren.”

Russische parachutisten landden op het vliegveld vlakbij. Om de Russische opmars naar Kyiv af te remmen, bliezen Oekraïense militairen in de vroege ochtend de brug tussen Irpin en Kyiv op. „Mijn huis stond vlak bij de rivier. Het was het heftigste geluid dat ik ooit in mijn leven heb gehoord. We waren doodsbang.”

Zinchenko en haar zus besloten Irpin te verlaten en vluchtten naar West-Oekraïne. „Ik hoopte dat de oorlog snel voorbij zou zijn, maar die hoop bleek ongegrond.” Kort erna vonden in Irpin en het nabijgelegen Boecha de beruchte burgermoorden plaats die de wereld schokten.

Ongeveer honderd gemeenteleden besloten tijdelijk hun intrek te nemen in de kelder van de kerk. Mensen van buiten de kerk sloten zich bij hen aan. Uiteindelijk waren ze daar met 600 personen. In samenwerking met een kerk in West-Oekraïne werd er een begin gemaakt met evacuaties. Uiteindelijk zijn er met bussen en auto’s zo’n 6000 mensen naar andere delen van Oekraïne gebracht.

Voor de oorlog was Zinchenko al eens in Nederland geweest om reformatorische scholen te bezoeken. Ze was daar in contact gekomen met een familie uit Hendrik-Ido-Ambacht. Deze familie vond een gastgezin voor haar en haar zus. Zo kwamen ze terecht bij een gezin in Barendrecht.

Kapotte huizen

Na enkele weken gingen de twee vrouwen werken in de opvang voor Oekraïense vluchtelingen van Stichting Ontmoeting. Ze ondersteunden medewerkers van de stichting bij het opzetten van de Rotterdamse opvang. Dat betrof vertaalwerk en het ondersteunen van net aangekomen vluchtelingen.

Zinchenko’s hart bleef echter in Oekraïne. Ze had dan ook dagelijks contact met de mensen in Irpin. Op 10 juni 2022 besloot ze met haar zus terug naar Irpin te gaan. „Elke dag in Nederland wist ik dat ik terug zou gaan. Ik moest terug, het is mijn land. Ik wist dat God me daar wilde hebben. Ook wilde ik de gemeenschap helpen en het nieuwe schooljaar voorbereiden voor de kinderen die nog overgebleven waren.”

19482425.JPG
Inna Zinchenko. beeld Marien Bergsma

Omdat Zinchenko hecht contact hield met de achtergeblevenen, was ze niet heel erg geschokt door het zien van de gehavende straten en kapotte huizen. Ook in de christelijke gemeenschap waren gaten geslagen. „Een jongeman uit onze kerk, 26 jaar, hielp een familie te evacueren bij de rivier. Hij liep langs een brug en werd beschoten. Getroffen door een granaatscherf overleed hij. De man was net twee jaar getrouwd.”

Ook kwamen sommige leden van de kerk om toen ze in het oosten aan het vechten waren. Op dit moment zijn er nog zo’n 25 mannen uit de kerk actief aan het front. Voorheen waren ze geen militairen, maar werkzaam in gewone, alledaagse beroepen.

Emoties

De helft van de schoolkinderen heeft Irpin verlaten als Zinchenko terugkomt. Ook kunnen sommige ouders het schoolgeld niet meer betalen. Om geen achterstand op te lopen, kunnen zij voortaan tegen gereduceerd tarief onderwijs volgen. Dankzij de inkomsten die ze enkele maanden in Nederland had, kon Zinchenko een auto kopen. „Dit zie ik als een zegen van God. Van de inkomsten die ik in Irpin heb, had dit nooit gekund.”

De kinderen krijgen nu regelmatig les in de kelders van het gebouw. „Naast de reguliere lessen proberen we de kinderen te helpen door ze te leren met hun emoties en angsten om te gaan. We leren ze om tegen elkaar en tegen God te zeggen: „Ik ben bang, God, zorgt U alstublieft voor me en bescherm me.”” Zinchenko ziet dat dit de kinderen helpt. Toch maakt ze zich ook zorgen. „De situatie en de spanning die de oorlogssituatie meebrengt zijn niet normaal voor kinderen. Ik denk dat we hier op termijn de gevolgen van zullen gaan zien.”

Doopdiensten

Door alle ellende heen ervaart Zinchenko ook hoe God werkt. „Mijn beste vrienden hadden een leuk huis met twee verdiepingen en een prachtige tuin. Het is volledig verwoest. Ze moesten naar een ander deel van Irpin gaan, om bij mensen in te wonen. De man is ook predikant. In dat deel is een Bijbelkring ontstaan van zo’n dertig mensen. We zien dat God werkt door de verspreiding van gemeenteleden heen. Er zijn nu 35 Bijbelkringen ontstaan bij gemeenteleden thuis, waarbij allerlei niet-christenen zijn aangesloten.”

Daarnaast is er een aantal vrijwilligerscentra opgezet, waarvandaan eten en goederen verspreid worden onder de mensen die dat nodig hebben. Het werk krijgt steun vanuit binnen- en buitenland. Een groot deel van de gemeenteleden van voor de oorlog is weggevlucht. „Toch zien we dat het aantal gelovigen weer toeneemt”, zegt Zinchenko. „Ongeveer de helft van de mensen die ’s zondags komen, is niet-christelijk. In de zomer van 2022 werden er elke twee weken tien mensen gedoopt. Afgelopen winterseizoen nog eens 45. God werkt krachtig, en dat is wonderlijk om te zien.”

Zinchenko zegt dankbaar te zijn voor alle hulp die ze uit Nederland en andere landen ontvangt. „We voelen ons gezien en geliefd. Soms schieten mijn emoties heen en weer. Ik ben boos op Poetin en op het Russische volk. Daar heb ik soms heftige en negatieve emoties bij. Maar ik wil die geen ruimte geven. Ik bid dat de liefde het niet verliest van de haat. Ik richt mijn energie op het opbouwen en ondersteunen van de gemeenschap en van onze kinderen. Ik wil iets sterks opbouwen. Ik hoop dat er ooit excuses komen vanuit het Russische volk. Ik wil in staat zijn de Russen te vergeven.”

Vermoeidheid

Inna schudt haar hoofd als ze over de toekomst nadenkt. „Elke dag, letterlijk elke dag, gaat er iets anders door mijn hoofd. Soms denk ik: deze oorlog zal over een halfjaar over zijn. Soms denk ik dat het nog jaren gaat duren. Soms ben ik ook moe. Moe van de oorlog en moe van alle gebroken nachten. Neem afgelopen nacht, toen het luchtalarm meerdere keren afging. Maar we moeten ermee omgaan en geloof in een goede toekomst houden. We zien vooruitgang, kleine stapjes soms, maar toch. We blijven geloven dat deze oorlog zal eindigen en gebruiken de tijd om ons land op te bouwen, mooier dan het ooit was. Voor de oorlog waren er veel problemen in ons land. Het is mijn hoop dat we hier uiteindelijk sterker uitkomen.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer