Onderzoek naar geluk maakt duidelijk dat gemeenschapszin belangrijker is dan geld
Inwoners van kleinere gemeenten zijn over het algemeen genomen gelukkiger dan inwoners van grotere steden. Een lage bevolkingsdichtheid, veel groen en een groot saamhorigheidsgevoel blijken bij te dragen aan het geluk dat mensen ervaren.
Dat blijkt uit een onderzoek dat Martijn Burger, hoogleraar economie van het geluk en verbonden aan de Open Universiteit (OU) en de Erasmus Universiteit, samen met wetenschapper Martijn Hendriks deed op verzoek van de Universiteit van Nederland. Het duo onderzocht in welke gemeenten inwoners zich tussen 2001 en 2021 het meest gelukkig voelden en wat daarvan de oorzaak is. Ze namen in de ranglijst van de tien gemeenten waar inwoners zich het gelukkigst en de tien gemeenten waar inwoners zich het minst gelukkig voelen alleen die gemeenten op waar minimaal 250 reacties voor het onderzoek werden ontvangen.
Nu is geluk een nogal vage term. Want wat is geluk eigenlijk? Burger geeft een korte samenvatting van de term als hij stelt dat geluk de mate is waarin mensen zich tevreden en prettig voelen met hun leven als geheel.
Op zo’n definitie is van alles aan te merken. Want als mensen zeggen zich gelukkig te voelen, zal niet iedereen exact deze definitie in het achterhoofd hebben. En dus is het lastig om uitspraken van al die individuen zomaar bij elkaar op te tellen om tot een bepaalde geluksscore te komen.
Hoe dan ook: uit het onderzoek wordt duidelijk dat inwoners van kleinere plaatsen zich gelukkiger noemen dan inwoners van grote steden. Zo staan Rotterdam en Amsterdam op de nummer 1 en 2 van de steden waar inwoners zich minder gelukkig voelen. Hellendoorn, Urk en Wierden vormen de top drie van plaatsen waarin bewoners aangegeven het gelukkigst te zijn. Dat Urk zo hoog op de lijst staat, is iets wat wel eens nadrukkelijk benoemd mag worden. Vooral grootstedelijke Nederlanders kijken nogal eens neer op een gemeente als Urk. In deze gemeente, die dan het stempel krijgt streng religieus te zijn, zou de godsdienst mensen namelijk in een ongelukkig keurslijf drukken. Maar dat valt dus wel mee.
Het klopt dat de sociale controle in bijvoorbeeld Urk groot is. En dat kan inderdaad als beknellend ervaren worden. Maar blijkbaar is het juist ook die sociale verbondenheid die de meeste mensen waarderen. Het is niet voor niets dat in steden als Rotterdam en Amsterdam, waar die sociale cohesie veel kleiner is, inwoners aangeven zich minder gelukkig te voelen.
Een gedeeld pakket van opvattingen, van normen en waarden, geeft blijkbaar een gevoel van verbondenheid. En die verbondenheid doet mensen tevredenheid ervaren. Ten diepste maken niet geld, bezit of status mensen gelukkig, maar immateriële zaken die niet zijn aan te raken of vast te pakken. Laat dat de les zijn die bestuurders leren uit dit onderzoek. Een les die, met landelijke verkiezingen voor de deur, zowel geldt voor lokale en regionale als Haagse politici.