OpinieCommentaar

Biddag in Oekraïense schuilkelders ontroert nóg

Nood leert bidden, luidt het spreekwoord. Een variant daarop die juist in deze tijd vaker klinkt, is dat er in de loopgraven geen atheïsten zijn.

Hoofdredactie
12 March 2025 13:53Leestijd 3 minuten
Oekraïners zingen en lezen psalmen in schuilkelder. beeld YouTube
Oekraïners zingen en lezen psalmen in schuilkelder. beeld YouTube

Wat daar ook van waar is, het is algemeen bekend dat de kerkgang toeneemt in tijden van rampen en oorlogen. Van de oorlog in Oekraïne weten we dat mensen die zelden een kerk van binnen zagen, nu te midden van ruïnes gebedsbijeenkomsten bijwonen en tot bekering komen.

Als het gebed vooral uit de nood geboren wordt, wat is dan het nut van een ‘geprogrammeerde’ biddag op de tweede woensdag in maart voor een gezamenlijk gebed voor arbeid en gewas? Is dat geen formalisme, de doodsteek voor ware godsdienst, waar Jezus al tegen waarschuwde? De Reformatie rekende ermee af, maar nog steeds zijn miljoenen mensen tevreden met een religie die vooral bestaat uit uiterlijke vormen. Daar moeten reformatorische christenen zich toch verre van houden?

Gebed vraagt niet alleen om uiterlijke eerbied maar ook de houding van de bedelaar in het hart

Inderdaad, van een biddag die niet meer is dan formaliteit, valt weinig zegen te wachten. Gebed is niet aan een vaste plaats of tijd gebonden. Toch is het óók Bijbels om vaste gebedstijden aan te houden en op bijzondere dagen in het jaar bijeen te komen. De offertijden in het Oude Testament en de uitgebreide voorschriften daarbij, maken duidelijk dat het naderen tot God zorgvuldige voorbereiding vergt. Nog steeds wassen Joden altijd hun handen vóór het gebed, zoals de priesters destijds in de tempel.

Voorbereiding voor het gebed vraagt niet alleen uiterlijke eerbied, maar is in de eerste plaats een zaak van het hart: de bedelhouding, het besef van onwaardigheid en afhankelijkheid, en onderworpenheid aan God, Die alle dingen bestuurt en van Wie de zegen over ons werk en de oogst gevraagd wordt.

Die innerlijke houding sluit het collectieve samenkomen op biddag niet uit. Integendeel, die samenkomst roept op tot gezamenlijke verootmoediging, zoals vroeger bij de oproep tot een dag van vasten. Bovendien valt zo’n gezamenlijke dag ook op in de samenleving.

Vijf jaar geleden, 11 maart 2020, bij het uitbreken van de coronacrisis, besteedde NRC aandacht aan de biddag en luidde de kop: ”Corona maakt van biddag op de Biblebelt ook een boetedag”. Drie jaar geleden, maart 2022, gingen beelden over de hele wereld van Oekraïense christenen die in garages en metrostations samenkwamen en daar Psalm 31 zongen en baden. „Mijn tijden zijn in Uw hand, red mij van de hand van mijn vijanden, en van mijn vervolgers.” Nóg ontroeren de beelden, omdat ze nog even actueel zijn als toen en omdat dit gezamenlijk gebed nog even noodzakelijk is. Zoals van dat tienermeisje dat in een schuilkelder in de camera kijkt en haar gebed besluit: „Maar ik vertrouw op U, o HEERE, ik zeg: Gij zijt mijn God.”

Het commentaar vertolkt de mening van het Reformatorisch Dagblad en is geschreven door leden van de hoofdredactie en senior redacteuren.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer