Cultuur & boekenrecensie
De Joodse wortels van Mahler: „Kan positie niet aanvaarden, neus hetzelfde”

Toen de Joods-Oostenrijkse componist Gustav Mahler (1860-1911) eens solliciteerde bij een Oostenrijks theater, ging de positie aan hem voorbij vanwege zijn „Joodse neus”. Toen de musicus jaren later een beroemdheid was, bood hetzelfde theater hem alsnog de baan aan. Mahler reageerde per telegram: „Kan positie niet aanvaarden; neus hetzelfde.”

Gustav Mahler (1860-1911). beeld Wkimedia
Gustav Mahler (1860-1911). beeld Wkimedia

Humor is een van de manieren om om te gaan met de muur van weerstand die Joodse kunstenaars door de eeuwen heen ontmoetten. Auteur Chaim den Heijer laat iets van deze spanning zien in zijn biografie ”Gustav Mahler. De Joodse vreemdeling”. Den Heijer tekent niet alleen Mahlers Joodse wortels, maar ook zijn leefwereld. Dat was die van het ”fin de siècle”, de overgang naar de twintigste eeuw. Een periode waarin de kunsten bloeiden, maar waarin ook het onkruid van de al eeuwen woekerende Jodenhaat welig tierde.

19558637.JPG
beeld Amphora Books

Veel kunstenaars kozen voor de weg van de assimilatie: aanpassing. Bijvoorbeeld door zich te laten dopen. Ook Mahler heeft als besneden Jood deze weg bewandeld. De beslissing was opportuun, stelt Den Heijer, om een positie in de Weense Hofopera te verkrijgen. Toch zag ook Mahler in zijn dagen al dat deze overgang vaak niet meer afdoende was tegenover de groeiende Jodenhaat. „Het is helaas het ras dat van belang is”, schreef hij eens over de benoeming van een Joodse collega die zich tot het protestantisme had bekeerd. De groeiende rassenhaat zou niet veel later een uitweg vinden in het nazisme. Een tijd die Mahler zelf niet meer meemaakte, maar wel voorvoelde en „als een profeet” weergaf in zijn muziek, is de stelling van Den Heijer.

Het boek biedt een boeiende blik op deze kant van Mahlers persoon, maar lijdt aan een aantal tekortkomingen. Te vaak herhaalt de auteur zichzelf, of is weinig structuur te bekennen. Ronduit vermoeiend is de gewoonte om vrijwel elk nieuw personage met een mini-biografie te introduceren. Het haalt alle vaart uit de tekst en draagt niet bij aan het punt dat het ruim 400 pagina’s tellende boek wil maken; hier had zich de meester in de beperking kunnen tonen.

De schrijver weet Mahlers Joodse wortels inzichtelijk te maken. Toch overtuigt lang niet elke anekdote die dit doel moet dienen. Al lezend ontstaat het gevoel dat Den Heijer koste wat kost zijn betoog wil bewijzen, waarbij hij de afstand tot zijn onderwerp uit het oog verliest. De beschrijving van Mahlers adoratie voor de notoir antisemitische componist Richard Wagner leest als een apologie. Een aantal keren loopt de argumentatie over in speculatie. Toen Mahler tijdens zijn huwelijk met Alma Schindler moest knielen in de kerk, struikelde hij over zijn bidstoel en viel. Iedereen moest lachen, zelfs de priester, zo beschreef zijn vrouw later. Maar Den Heijer suggereert dat er iets anders aan de hand kon zijn: de componist zou „misschien” boven het altaar de Hebreeuwse letters van de Godsnaam hebben gezien. „Dan viel Mahler dus (…) omdat hij de ”God van de Joden” had gezien. Zijn adem stokte door gevoelens van schuld en verraad. (…) Hij behoorde immers eigenlijk niet in een kerk, het was niet zijn thuis.” Een gezochte vondst die niet al te sterke papieren lijkt te hebben.

Dit boek is een boeiend inkijkje in het leven van een grote componist en in een intrigerende periode in de Europese geschiedenis, maar had het verdiend beter geschreven te worden.

Gustav Mahler. De Joodse vreemdeling, Chaim den Heijer; uitg. Amphora Books; 416 blz.; € 35,-

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer