Van Middelkoop vindt dat Eerste Kamer kan verdwijnen
Als minister van Defensie nam Eimert van Middelkoop nooit een blad voor de mond. Ook vijftien jaar later is dat nog zo. Hij heeft uitgesproken meningen over de val van ‘zijn’ kabinet, de Eerste Kamer en het CDA.
Hoe raakte u in de politiek verzeild?
„Ik had sociologie gestudeerd en was geïnteresseerd in de manier waarop je als christen in onze tijd en cultuur moest staan. Tijdens een landelijke bijeenkomst van vrijgemaakt gereformeerde studentenverenigingen die ik moest leiden, was ik opgevallen bij Jurn de Vries, toen fractiemedewerker bij het GPV in de Tweede Kamer. Toen hij hoofdredacteur werd van het Nederlands Dagblad, belde hij mij voor de vacature binnen de fractie. Zo rolde ik in het Haagse binnen.”
Aan welke gebeurtenis denkt u met genoegen aan terug?
„Het hoogtepunt was toch wel mijn ministerschap. Ik had daar nooit van gedroomd, maar het kwam op mijn pad toen de ChristenUnie in 2007 voor het eerst regeringsverantwoordelijkheid ging dragen.
Bijzonder was ook dat ik als Kamerlid twee parlementaire commissies mocht leiden. Een over de klimaatverandering in 1996 en een als voorbereiding voor een parlementaire enquête naar de val van Srebrenica in 2002.”
In 2002 werd Tineke Huizinga met voorkeurstemmen in de Tweede Kamer gekozen, waardoor u even achter de coulissen verdween. Hoe pijnlijk was dat?
„Als je onverwacht op straat komt te staan, is dat niet leuk. Maar je weet dat het kan gebeuren in de politiek. Ik zag het pas enkele dagen daarvoor aankomen. Na mijn vertrek heb ik toen een lang gekoesterde wens van mijn vrouw en mij in vervulling laten gaan, namelijk een reis naar Costa Rica. Dat was fantastisch.”
Had de val van Balkenende IV in 2010 over de verlenging van de missie in Afghanistan voorkomen kunnen worden?
„Nee, het was een stapeling van problemen. Vanaf de start van het kabinet stonden CDA en PvdA zeer verschillend in de afwikkeling van het dossier over de inval in Irak. Het CDA wilde daar een streep onder zetten en de PvdA wilde het naadje van de kous weten. Er was ook verschil van inzicht over de verlenging van onze missie in Afghanistan. Op den duur raakten de verhoudingen verziekt en was er geen weg terug.
De PvdA wilde net voor de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 scoren en had al een scenario klaarliggen om de boel te laten clashen. Zo was er voor PvdA-leider en minister van Financiën Wouter Bos daags voor het kabinet viel al een ruimte gereserveerd voor een persconferentie waarin hij zijn visie op de val van het kabinet kon geven.”
Hoe ontwikkelde uw partij, de ChristenUnie, zich in de afgelopen 23 jaar?
„Wel goed. Er waren enkele verkiezingsnederlagen, maar uiteindelijk kwamen we in het kabinet. We hebben laten zien dat we regeringsverantwoordelijkheid kunnen dragen. Daar ben ik trots op en dankbaar voor.
Ik ben blij dat we als partij uit de kerkelijke beddingen zijn geraakt. Maar ik vraag me soms wel af of het niet te breed wordt. Verdere vragen daarover beantwoord ik niet en Eric Holterhues ken ik niet.
Maar ik wil er nog wel wat algemeens over zeggen: We leven in een nihilistische cultuur. Dat vind je terug in kreten dat we ”inclusief” en ”divers” moeten zijn. Dat kom ik ook wel eens bij de ChristenUnie tegen.
We moeten ons niet vergissen in de doorwerking van het nihilisme. Dat vreet aan instituties. Er is namelijk maar één god en dat is het ego van de individuele mens. Alle normativiteit, ontleend aan de natuur, de traditie, de Bijbel of de Koran, is verdwenen. Dat is best eng. Waar eindigt dat? Dat kan leiden tot een aantasting van de vrijheid van godsdienst en de vrijheid van meningsuiting.”
En de vrijheid van onderwijs.
„Zeker, daar spreken we binnen het CIO ook over. Wat oud-minister Wiersma bijvoorbeeld enkele maanden geleden voorstelde op het gebied van het informeel onderwijs, daar lusten de honden geen brood van. De overheid eigent zich een bevoegdheid toe tot en met een vorm van toezicht op de catechese in kerken. Misschien loopt het in eerste instantie allemaal niet zo’n vaart, maar de minister van Onderwijs krijgt op deze manier wel een bevoegdheid om in te grijpen bij religieuze organisaties. Dat moet niet alleen voor alle confessionele partijen onaanvaardbaar zijn, maar ook voor seculiere partijen die rechtstatelijk denken. De scheiding tussen kerk en staat is een belangrijk beginsel in onze democratie. De minister walste daaroverheen.
Wat mij betreft moet de ChristenUnie hier een stevig punt van maken. Ik heb nog weinig protest gehoord.”
Hoe valt dit te keren?
„Misschien via de rechterlijke macht? Ik ben de achterliggende jaren anders gaan denken over de Eerste Kamer. Vanouds is de Eerste Kamer een chambre de reflexion, de plek waar de senatoren reflecteren op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van wetten. Daar komt de laatste jaren weinig van meer van terecht. Op de keper beschouwt fungeert de Eerste Kamer op dit moment net zo politiek als de Tweede Kamer. Daarmee is zijn legitimiteit verdwenen.
Ik denk dat de regering er goed aan doet om te komen tot een volwaardig constitutioneel hof dat het recht heeft om wetten te toetsen aan de klassieke grondrechten. Een voorstel van GroenLinks-fractievoorzitter Halsema hierover sneuvelde toen er in de tweede debatronde tweederdemeerderheid nodig was. Een nieuw debat over zo’n hof zou ik toejuichen. Komt er zo’n hof, dan wordt de Eerste Kamer overbodig.”
Hoe kijkt u als voormalig minister van Defensie aan tegen de inval van Rusland in Oekraïne?
„Ik heb grote waardering voor premier Rutte en mijn opvolger, Ollongren. Zij tonen bereidheid om Oekraïne bij te staan door materieel te sturen. Ik ben ook blij dat in politiek Den Haag het besef is doorgedrongen dat Nederland weer moet gaan voldoen aan de NAVO-norm om 2 procent van het bruto binnenlands product uit te geven aan defensie.
Of het tijd wordt voor onderhandelingen? Dat is niet aan mij. Wat ik wel weet, is dat Poetin er niet voor terugdeinst om in Oekraïne de tactiek van de verschroeide aarde toe te passen. En als je gaat onderhandelen, dan kan daar ook uitkomen dat Rusland bepaalde gebieden van Oekraïne mag behouden.”
Het stikstofdossier kost het kabinet-Rutte IV veel hoofdbrekens. Zijn de bewindslieden op de goede weg?
„Dat er wat moet gebeuren, staat voor mij vast. Hoe kan een klein land als Nederland de tweede of derde exporteur van landbouwproducten ter wereld zijn? Dat is absurd. We moeten dus afschalen en extensiveren. Ik snap de emoties die daarmee gepaard gaan. Met name veehouders zijn gehecht aan hun boerderij en aan hun vee. Het is aan de politiek om dat op te lossen. En niet steeds de hete aardappel vooruit te schuiven. Het wordt tijd dat LTO-Nederland en een partij als BBB dat ook gaan inzien.”
Hoe brengt een 74-jarige oud-minister zijn tijd door?
„Na mijn vertrek als minister was ik voorzitter van de raad van toezicht bij een organisatie die jonge democratieën helpt. Momenteel ben ik lid van het moderamen van het CIO, het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken.
Verder reis ik nog graag. Gedurende mijn hele leven heb ik zo’n negentig landen bezocht. Net voor de zomer ging ik met mijn vrouw nog naar Italië en Zwitserland en een maand eerder in mijn eentje met de trein door Oezbekistan. En in deze zomer gaan we nog door verschillende streken in Nederland fietsen.”
U was als Kamerlid en minister een verwoed hardloper. Nu nog?
„Dat ben ik blijven doen. Gedurende mijn hele werkzame leven ben ik nooit een dag ziek geweest. Hoe dat kan? Het is natuurlijk een geschenk. Maar naar de mens gesproken zeg ik: De zondagsrust in acht nemen en wat aan sport doen, dan rolt de genade naar je toe.
Het hardlopen gaat op mijn leeftijd natuurlijk wat langzamer. Ik krijg bij mijn hardloopsessies ongevraagd allerlei uitingen van respect toegeworpen: „Goed bezig!” Dan weet je gelijk hoe ze naar je kijken…”
De peilingen voor het CDA zijn dramatisch. Is er nog toekomst voor deze partij?
„Ik vraag me af waar deze partij mee bezig is. Ze vernietigt zichzelf. Er zit zeker kwaliteit. Kijk naar iemand als Caroline van der Plas van de BBB. Die was eerder lid van het CDA. Kijk naar ex-CDA’er Pieter Omtzigt, hij is een van de betere parlementariërs. Er is bij het CDA sprake van ideologische leegte. Kijk naar partijleider Wopke Hoekstra. Hij is vast een prima minister van Buitenlandse Zaken, maar hij heeft te weinig gevoel voor christendemocratische waarden. Dat voelen mensen aan.
Sommige CDA’ers dromen wel eens van een fusie of samenwerking met de ChristenUnie. Ik niet.”
Hoe ziet de persoonlijke toekomst van Van Middelkoop eruit?
„Ik heb wel eens gelezen dat de kerkvader Augustinus zich aan het eind van zijn leven in een klooster terugtrok met een bundel boetepsalmen. Dat spreekt mij wel aan.”
Vier oud-bewindslieden van verschillende partijen blikken terug, beschouwen het heden en kijken vooruit. Deel 3