Prof. Herman Paul over op reis gaan: Laat vakantie de pelgrim wakker roepen
Langer, verder, vaker. Vakantie lijkt voor velen onmisbaar. Op zoek naar rust. Een teken van innerlijke verwereldlijking? Terwijl hij zijn koffers pakt, denkt prof. dr. Herman Paul erover na. „Hoe kan een vakantie de pelgrim in ons wakker roepen?”
„Secularisatie treedt op als verlangens in het hier en nu de overhand krijgen op verlangens naar God”, schreef Paul (45) enkele jaren geleden in het Reformatorisch Dagblad. De Leidse hoogleraar geschiedenis publiceerde twee boeken over de secularisatie van het verlangen: ”De slag om het hart” en ”Shoppen in advent”.
Die secularisatie blijkt volgens Paul het meest in consumentengedrag. Het boeken van een mooie, verre vakantie valt daar ook onder. Maar is daarom elke vakantieganger geseculariseerd? Of kan vakantie ook dienen om innerlijke verwereldlijking tegen te gaan? Paul heeft nog net even tijd om op deze vragen in te gaan: een dag na het interview gaat hij zelf op vakantie.
U stelt dat secularisatie begint bij het verlangen van het hart. Is op vakantie gaan een uiting daarvan?
„Nee. Dat is veel te kort door de bocht. Als ik vakantie en secularisatie van verlangen naast elkaar zet, zie ik vooral iets positiefs. Vakantie is een geschenk. Het is een kans om even afstand te nemen van het gewone leven. Tijd te hebben voor gesprek, een goed boek te lezen, misschien een kerk te bezoeken waar het wat anders toegaat dan thuis. Het is een perfecte tijd om je af te vragen waar je druk mee bent, waar je je tijd en geld aan besteedt, welke verlangens jouw leven richting geven. Dank God dus voor het voorrecht dat vakantie heet.
Maar ik snap uw vraag natuurlijk wel. Je kunt je afvragen hoeveel er van ontspanning en zelfreflectie terechtkomt tijdens een vakantiereis waarin van alles moet. Maar bega alsjeblieft niet de fout om een activiteit –vakantie vieren– categorisch af te wijzen als een bron van secularisatie.
Alles wat onze verlangens bij God vandaan trekt, kan een oorzaak van secularisatie zijn. Dat geldt ook voor werk, gezin en kerk. Het hangt er helemaal vanaf hoe je in die activiteiten staat.”
Gaan mensen steeds vaker en verder op vakantie?
„Ik heb de cijfers niet paraat, maar ik zou niet verbaasd zijn als er een verband is tussen de drukte die mensen ervaren in het gewone leven en de behoefte die zij hebben aan vakantie. Velen van ons zijn zó druk. Dan begrijp ik dat drie weken zomervakantie niet genoeg zijn. Hoe meer druk mensen in het leven ervaren, hoe meer behoefte er ontstaat aan een ventiel – even de druk laten ontsnappen.”
Wat zegt het over het verlangen van christenen dat ook zij vaker op vakantie gaan?
„Over de verlangens van andere mensen kan ik geen uitspraak doen. We zijn ons vaak al nauwelijks bewust van onze eigen verlangens, laat staan dat wij de verlangens van anderen zouden kunnen vaststellen.”
Hoe verhoudt zich het op vakantie gaan tot het christelijke ideaal van pelgrim-zijn?
„Op het eerste gezicht zou je zeggen dat de toerist en de pelgrim twee verschillende menstypen zijn. Of nauwkeuriger: twee gestalten van het mens-zijn die we allebei herkennen, misschien ook in ons eigen leven, maar die bepaald niet overlappen. De vraag is dan: hoe zou een vakantie de pelgrim in ons wakker kunnen roepen?
Mijn ervaring is dat ik als toerist een romaans kerkje of een middeleeuws klooster kan binnenstappen en als pelgrim weer naar buiten komen. Zo’n plek van stilte, waar generaties gelovigen me zijn voorgegaan, dwingt tot inkeer – in mijn beleving althans. Wat hebben mensen hier gezegd, gezongen en gezwegen? Wat geloofden ze, waar hoopten ze op? En ik, wat zet ik daarnaast? Ben ik niet net als die kerkgangers of kloosterlingen hier een mens onderweg? Waarnaartoe precies?”
„Genieten is het elfde gebod geworden”, zei theologe Tabitha van Krimpen vorige week in het Nederlands Dagblad.
„”Geniet van je vakantie” klinkt vrij onschuldig. Maar als je er over nadenkt, is het een merkwaardige opdracht. Genieten is iets wat je toevalt, niet iets wat je zelf kunt bewerkstelligen. Dat Van Krimpen met concrete voorbeelden laat zien hoe stressvol het is voortdurend te moeten genieten, lijkt me heilzaam. Het leven wordt zoveel mooier, dieper, rijker als niet alles leuk hoeft te zijn.”
Van Krimpen wijst ook op de trend om vakantiefoto’s te maken voor sociale media. Hoe duidt u die ontwikkeling?
„Wat kan ik daar als historicus over zeggen? Ik herinner me dat ze Susan Sonntag citeerde, die in haar mooie essay over fotografie iets zegt over de angst voor de vergankelijkheid die mensen naar hun camera laat grijpen: dit wil ik snel vastleggen, vóór het weg is. Maar al is dat tegenwoordig makkelijker dan ooit, die behoefte om vast te houden wat we hebben, is van alle tijden.
Het groeiende belang van beeld is misschien wél nieuw. Vergelijk de krant van vandaag met die van veertig jaar geleden: foto’s zijn veel prominenter geworden. Het is een beetje speculeren, maar zouden die vakantiefoto’s misschien iets laten zien van het belang dat wij hechten aan beeld? Dat we het makkelijker vinden om fotootjes te delen met onze familie of vrienden dan lange e-mails te schrijven? Dat u dit interview vroeger prima zonder beeld kon publiceren, maar nu toch echt op zoek moet naar een foto van toeristen in de Alpen?”
Wat zou het doel van een vakantiereis moeten zijn?
„Vakantie is een verzamelbegrip voor veel verschillende activiteiten; dat vind ik fascinerend. Het stel dat op een zeilboot in Friesland even afstand neemt van de drukte, senioren op een Rijnreis, het gezin dat naar Azië vliegt om de adoptiekinderen hun geboorteland te laten zien, de twee vrienden die in de Ardennen gaan wandelen omdat er veel te praten valt. Op zoveel variatie is dat ene woordje vakantie nauwelijks berekend.
Daarom moeten we de vraag naar het doel van een vakantiereis maar laten staan, als een vraag die iedereen zichzelf kan stellen: Wat verwacht ik van mijn drie vrije weken in de zomer? En, om nog even aan te sluiten bij Tabitha van Krimpen: bereik ik dat doel het best door de vakantiereizen van anderen te imiteren?”
Wat adviseert u een christen die rust zoekt?
„Pas op voor de vakantie! Want hoe meer je verwacht dat die paar weken het verschil maken, hoe groter de kans dat je jezelf gaat tegenkomen als je weer thuis bent. Dat geldt voor rust in de zin van nachtrust, maar nog meer voor de rust waar Augustinus van spreekt: „Onrustig is ons hart totdat het rust vindt in U.”
Tegen de onrust van ons hart is geen vakantie opgewassen, al kan de vakantie een tijd zijn waarin je de rusteloosheid van je verlangens onder ogen kunt zien en je kunt bezinnen op wat je bezighoudt.”
Hoe brengt u zelf uw vakantie door?
„Volgens een eenvoudig recept: met het gezin op pad, niet te ver weg, spelletjes en boeken mee. Tijd om door stadjes te dwalen, een paar kerken te bezoeken, maar natuurlijk ook een speeltuin voor de kinderen.
Het plan is om morgenochtend te vertrekken. Dus als dit uw laatste vraag is, dan kan, heel toepasselijk, mijn vakantie beginnen.”