De Eerste Kamerfractie van BBB herbergt vogels van zeer diverse pluimage. Belangrijk is hoe ze zich de komende periode in de Senaat gaan opstellen: constructief of recalcitrant?
„Als je vindt dat het anders en beter kan, moet je zelf verantwoordelijkheid nemen”, vindt Ilona Lagas-Meijer (1956). Ze was twintig toen ze als laboratoriummedewerker in het ziekenhuis in Zwolle commentaar gaf op het reilen en zeilen op de werkvloer, waarna haar leidinggevende zei: „Probeer het dan zelf maar.” Lagas klom op tot hoofd.
In Ommen, waar ze met haar gezin neerstreek, ging ze de gemeentepolitiek in voor de VVD. Ze werd raadslid en jawel, fractievoorzitter en later wethouder. Intussen richtte ze ook nog een eigen adviesbureau op en toen ze het raadswerk welletjes vond, accepteerde ze een baan als toezichthouder op het openbaar onderwijs. Lagas is ook voorzitter van de raad van toezicht van Stimezo, een Zwolse abortuskliniek.
Na de beëdiging van de nieuwe Eerste Kamer op 13 juni belandt ze als 67-jarige in de Haagse schijnwerpers. Lagas trekt namelijk de kar van de Senaatsfractie van BBB. Een buitenkans om opnieuw verantwoordelijkheid te nemen, vindt ze zelf. „Ik heb altijd veel commentaar op zoveel stomme, ondoordachte, niet-werkende wetten die worden aangenomen: misschien moet ik daar dan zelf wat aan gaan doen”, zei ze in mei in het blad HP/de Tijd.
Van veel wetgeving lijkt Lagas te betwijfelen of die wel nodig is. Ze is meer van de praktische oplossingen. Ook vraagt ze zich af of de overheid wel de juiste prioriteiten stelt en niet af en toe doorschiet in dadendrang. Neem het klimaatbeleid. „Kijk naar hoe mensen in Azië, in landen als India en Bangladesh met afval omgaan”, stelt Lagas in hetzelfde interview in HP/de Tijd. „Dat is zo belastend voor ons klimaat. Daar hebben mensen nog zoveel te leren. En dan vind ik het zo jammer dat wij hier in dit postzegeltje op de millimeter druk zijn met een onsje meer of een onsje minder, in plaats van dat we al onze denkkracht en kennis wereldwijd inzetten.”
Dat Lagas niet te spreken is over de stikstofwet van minister Van der Wal was al bekend. Die beperkt boeren volgens haar te veel in hun mogelijkheden. „Nederland heeft geen stikstofprobleem, maar een stikstofwet-probleem”, is haar motto. Als de overheid ermee stopt om in die wet te bepalen welke stikstofdrempels voor beschermde habitattypen niet meer mogen worden overschreden, is een substantieel deel van het probleem volgens haar alweer opgelost.
Lagas en BBB-leider Van der Plas zijn twee handen op één buik. Al voor de beëdiging van de nieuwe Eerste Kamer probeerden ze samen de voorzitter en de dagelijkse leiding van de Eerste Kamer te overreden de stemmingen over de pandemiewet en de pensioenwet te parkeren tot na de beëdiging, zodat de nieuwe Kamer daarover zou beslissen. Dat past helemaal in de ontwikkeling die de Eerste Kamer de laatste jaren heeft doorgemaakt; van een orgaan dat op veilige afstand van de waan van de dag reflecteert op de kwaliteit van de wetgeving, naar een puur politiek opererend deel van de volksvertegenwoordiging. Lagas lijkt zich daar prima bij te voelen.
Pensioenwet
Het lijkt erop dat ook de BBB-kandidaten die na Lagas komen wel te porren zijn voor een robbertje armpje drukken met Rutte IV. Bart Croon, de nummer 2, leverde via zijn LinkedIn-pagina alvast stevige bijdrages aan politieke discussies. De pensioenwet die minister Schouten onlangs in de Eerste Kamer verdedigde, sabelt hij neer. Die is „nodeloos complex” en de investeringsrisico’s zijn groter dan de impact rechtvaardigt. Conclusie: opnieuw beginnen met een leeg vel papier.
Croon vervulde topfuncties in het bedrijfsleven, onder andere in de agrofoodsector, en laat zich inhuren als interim-CEO. Geen doetje dus. Politiek is hij een onbeschreven blad.
Gert-Jan Oplaat, de nummer 3, is al een politiek ervaren vechtjas. Van 1998 tot 2006 zat hij voor de VVD in de Tweede Kamer, waar hij samen met zijn politieke kompaan Geert Wilders tot de rechtervleugel behoorde. In 2004 presenteerden de twee het pamflet ”RECHT(S) op je doel af”. Daarin deden ze tien rechts-conservatieve voorstellen waarmee ze de koers van toenmalig VVD-fractievoorzitter Van Aartsen wilden bijstellen. Wilders brak uiteindelijk al in 2004 met de VVD. Bij Oplaat duurde dat nog tot 2022. Net als Kroon is ook de oud-VVD’er gelieerd aan de agrosector. Hij is voorzitter van de Nederlandse Pluimveeverwerkende Industrie (Nepluvi) en president van Avec, de Europese brancheorganisatie voor pluimveeslachterijen en kipverwerkers.
Opvallend is dat hij zich net als Lagas geregeld in rancuneuze bewoordingen over VVD-leider Mark Rutte uit. Daarbij vallen steevast termen als: onbetrouwbaar, machtspoliticus en verslaafd aan het pluche.
Robert Croll, voormalig president van de rechtbank Zwolle-Lelystad, heeft geen politieke ervaring, maar was wel enkele jaren voorzitter van het bestuur van de CDA-afdeling Lochem. De nummer 4 van de lijst toonde in 2022 eerst belangstelling voor de kandidatenlijst van het CDA in de Senaat. Pas toen dat niet doorging, switchte hij naar BBB. In de Stentor baarde hij opzien met de uitspraak dat hij het BBB-verkiezingsprogramma niet voor 100, maar slechts „voor 80 procent” onderschrijft. De mogelijkheid dat hij als BBB-politicus ooit nog eens BBB-punten van tafel zou redeneren, liet hij open.
De vertrekkende rechter ergert zich aan de achterstelling van het platteland. „Het niveau van voorzieningen dat buiten de Randstad wordt teruggesnoeid, is enorm. Vanuit dat perspectief denk ik dat het goed is dat het platteland nu eens opstaat en een grote bek geeft”, zei hij in hetzelfde Stentorinterview.
Mannenkoor
BBB telt behalve Lagas-Meijer nog vijf senatoren met een politieke achtergrond, maar alleen Andrea van Langen (nummer 8) en Wim Jaspers (nummer 11) kunnen bogen op een langjarige ervaring in de lokale politiek. Jaspers was één termijn wethouder in het dorpje Someren.
Exportmanager Jan Klopman (nummer 12) is kerkelijk betrokken. Hij is ouderling/voorzitter van het college van kerkrentmeesters van de protestantse gemeente Biddinghuizen en daarnaast voorzitter van het Flevo’s Mannenkoor.
Hoe gaat de Eerste Kamer straks merken dat de bordjes verhangen zijn en dat niet de VVD –tot 5 juni met twaalf zetels de grootste– maar BBB met zestien senatoren koploper is? „De partij wil serieus meedoen”, zegt Gerrit Voerman, hoogleraar politicologie aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Dat zien we bij de onderhandelingen in de Provinciale Staten. BBB pakt haar rol en onderhandelt voor de colleges niet alleen met centrumrechts, maar ook met PvdA of GroenLinks.”
Kanttekening is wel dat BBB de belangenbehartiger van de agrarische sector is, vult de hoogleraar aan. „Alles wat met stikstof te maken heeft, zullen ze afwijzen. Een ander cruciaal punt is migratie. De partij wil de vluchtelingenstroom naar Nederland het liefst stopzetten. Ik denk dat samenwerking op deze vlakken ingewikkeld is.”
Nog een voorbehoud: veel meer dan de VVD trekt BBB bij verkiezingen proteststemmers aan, net zoals PVV en FVD dat eerder deden. Die twee wisten hun verkiezingswinsten nooit om te zetten in verantwoordelijkheid. „Het imago van BBB is anders dan dat van FVD”, nuanceert Voermans. „BBB is praktischer ingesteld en heeft geen extreemrechtse sympathieën. Vergeleken met de PVV ontbreekt bij BBB het anti-islamisme. De partij komt niet radicaal over.”
Toch kan het gegeven dat de BoerBurgerBeweging voor een deel een protestachterban heeft een constructieve samenwerking in de weg staan, zegt Voerman er meteen bij. „Als BBB’ers iets kunnen binnenhalen voor hun feitelijke achterban, de agrarische sector, zullen ze zeker proberen actief mee te doen. Maar de partij heeft ook kiezers gemobiliseerd met het sentiment dat Haagse politici niet weten wat er in de samenleving leeft. Dat kan spanningen geven.”
Voor diverse wetten heeft de regering in de Eerste Kamer straks de hulp nodig van ofwel BBB ófwel de combi PvdA/GroenLinks. Bekend voorbeeld is de wet voor het stikstoffonds. Hoe groot is de kans dat dergelijke wetten straks sneuvelen in de Senaat? „Lastig te zeggen”, vindt Voerman. „Het zal ervan afhangen of de oppositiepartijen hun steun zullen toezeggen op basis van een aanpassing van het voorliggende wetsvoorstel of dat ze instemming zullen verbinden aan toezeggingen op andere dossiers. Stel dat PvdA en GroenLinks het stikstofbeleid zullen steunen in ruil voor een tolerant asielbeleid. Als ze dat aan elkaar verbinden, wordt het problematisch. Het kabinet kan dan niet meer per wetsvoorstel kiezen of ze over links of over rechts willen. De luxepositie van twee routes wordt dan versmald tot één.”