Taal doet ertoe
Uitkijkend uit het keukenraam met zicht op de kerktoren, roept onze driejarige kleindochter opeens: „Opa, kijk eens! De kip op de toren is weg!” En inderdaad, van de torenhaan is alleen nog maar een dunne spriet te zien.
Gelukkig kon opa haar snel uit de droom helpen. Door de windrichting was de haan precies zo gedraaid dat geen van de zijkanten zichtbaar was. Alleen de dikte van het metaal vormde nog die ijle spriet, de figuur zelf leek verdwenen. Leg dat overigens maar eens uit aan een driejarige, terwijl je door de druilerige regen niet samen naar buiten kunt om haar de werkelijke situatie vanuit een ander perspectief te laten zien.
Door zo’n kinderlijke opmerking realiseer je je echter opeens hoezeer woorden ertoe doen. De vertrouwde ”torenhaan” klinkt toch heel anders dan ”de kip op de toren”. Misschien moet onze kleindochter wat vaker naar een kinderboerderij om het verschil tussen beide geslachten van deze hoenders beter te leren kennen, maar dat komt goed.
Wat niet goed lijkt te komen, is de taalpolitiek die vanuit internationale organisaties als de Verenigde Naties en de Europese Unie met kracht gepropageerd en gestimuleerd wordt. Die is erop gericht om het verschil tussen de biologische geslachten man en vrouw uit te wissen en de ideologie van de genderdiversiteit ingang te doen vinden. De regenboogvlag wordt er regelmatig op aangepast. Daar zit een agressieve en ideologisch gedreven propaganda van lobbyclubs achter, vergelijkbaar met die van de huidige totalitaire ”woke-cultuur”. Daardoor worden tegenstanders monddood gemaakt of ”gecanceld”. Dergelijke clubs zouden hun tegenstanders het liefst letterlijk doodzwijgen.
Ondertussen voegen sommige gemeenten (en op sommige punten ook de andere overheden) zich braaf in hun gareel. Lijsttrekkers worden in de aanloop naar elke verkiezing uitgenodigd om een ”regenboogstembusakkoord” te ondertekenen. Vervolgens voeren politiek correcte politici, beleidsmakers en -uitvoerders dergelijke onzin slaafs door. Genderneutrale wc’s horen daar uiteraard bij, evenals handleidingen voor genderproof taalgebruik. „D66-minister Weerwind wil af van ‘genderspecifieke termen’ als raadsheer en goede huisvader”, kopte De Telgraaf eind vorig jaar – alsof een minister van rechtsbescherming niet iets beters te doen heeft.
En natuurlijk bieden subsidievoorwaarden voor culturele instellingen en academische onderzoeksprogramma’s bij uitstek mogelijkheden om acceptatie van gendertaal en -politiek af te dwingen. Die moeten in hun beleidsplannen en subsidieaanvragen aandacht besteden aan diversiteit en inclusie. Dat zijn toverwoorden, want zonder die termen kan zo’n instelling of onderzoeksproject naar financiële ondersteuning fluiten. Waarbij het bepaald niet alleen gaat om gelijke behandeling van mannen en vrouwen.
Zwaar gesubsidieerde instellingen als de Rutgerstichting schotelen scholen hun ”genderkoek” voor om leerlingen met deze ideologie te indoctrineren. Hadden ze beter ”lariekoek” kunnen noemen. En de ”week van de lentekriebels” was uiteraard een uitgelezen moment om die via hun lesmateriaal nog eens extra te benadrukken. Sommige bedrijven en instellingen volgen deze ideologie inmiddels al enige tijd even gehoorzaam door het onderscheid tussen jongens- en meisjeskleding te verdoezelen, of door reizigers in een omroepbericht niet meer aan te spreken met „dames en heren” maar met „beste mensen”. Het lijken kleinigheden, maar het zijn principiële keuzes.
Komt het als gevolg van de taalpolitiek van internationale organisaties dus echt niet meer goed? Wie er oog voor heeft, ziet dat daardoor politieke, juridische, sociale en maatschappelijke chaos op de loer ligt. De druk is immens groot en de gestage druppel holt de steen uit, zegt het spreekwoord.
De agressieve woke- en genderideologieën roepen echter gelukkig in veel bredere dan in christelijke kring weerstand op, zowel uit maatschappelijke als uit politieke hoek. Het lijkt er ook op dat steeds meer mensen beseffen dat hierdoor de fundamenten van elke menselijke beschaving aangetast worden.
Maar deze strijd is voorlopig nog niet beslecht. Daarom: ”ora et labora”. Dus óók de handen uit de mouwen en alle tegenkrachten mobiliseren – en binnenkort met onze kleindochter weer eens naar de kinderboerderij.
De auteur is Tweede Kamerlid voor de SGP.